Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
HEN DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK OF EEN GEDEELTE DAARVAN, AAN DE [gedaagde 1] ,
[gedaagde 2] ,
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
1.De procedure
mr. Van Lunen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.016,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderden de eiseressen, Amstel 111 B.V. en Aedes Places B.V., in kort geding de ontruiming van een pand in Amsterdam dat door gedaagden, [gedaagde 2], [gedaagde 3] en [gedaagde 4], was gekraakt. De eiseressen stelden dat zij eigenaar zijn van het pand en dat de gedaagden zonder recht of titel in het pand verblijven, wat inbreuk maakt op hun eigendomsrecht. De eiseressen hebben een aannemingsovereenkomst gesloten voor de verbouwing van het pand tot een vijfsterrenhotel en hebben een omgevingsvergunning verkregen. De gedaagden voerden aan dat zij het pand na een leegstand van drie jaar in gebruik hebben genomen en dat het pand in slechte staat was, maar wel bewoonbaar. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiseressen een spoedeisend belang hadden bij de ontruiming, omdat de plannen voor de verbouwing concreet en onderbouwd waren. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe en gaf de gedaagden drie werkdagen om het pand te verlaten. Tevens werden de gedaagden veroordeeld in de proceskosten.