ECLI:NL:RBAMS:2021:6234
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- E.G.C. Groenendaal
- M.A.E. Somsen
- T. Arnoldussen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak openlijke geweldpleging wegens onvoldoende bewijs van materiële of intellectuele bijdrage
Op 2 november 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijke geweldpleging op 17 november 2017 in Amsterdam. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na een zitting op 19 oktober 2021, waarbij de verdachte en zijn raadsman, mr. D.R. Kops, aanwezig waren. De officier van justitie stelde dat het feit wettig en overtuigend bewezen kon worden, maar dat de verdachte een geslaagd beroep op noodweer toekwam. De verdediging verzocht om vrijspraak, stellende dat de verdachte geen significante bijdrage had geleverd aan de openlijke geweldpleging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er op de bewuste datum een vechtpartij plaatsvond tussen twee groepen mannen. De identiteit van de betrokkenen was niet volledig duidelijk, en er waren verschillende getuigenverklaringen die elkaar tegenspraken. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte een materiële of intellectuele bijdrage had geleverd aan het geweld, zoals vereist voor de kwalificatie van openlijke geweldpleging volgens artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle rechtsvervolging.
Daarnaast verklaarde de rechtbank de vorderingen van de benadeelde partijen, [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2], niet-ontvankelijk, omdat de verdachte van het ten laste gelegde werd vrijgesproken. Het vonnis werd uitgesproken door mr. E.G.C. Groenendaal, voorzitter, en mrs. M.A.E. Somsen en T. Arnoldussen, rechters, in aanwezigheid van de griffiers.