1.2.[eiser] vordert in conventie – samengevat – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
[gedaagde] te veroordelen zijn medewerking te verlenen aan het verlijden van een akte van levering van de woning aan het adres [adres] , waarbij de woning wordt overgedragen aan [eiser] , voor een bedrag van € 220.000,-. Wanneer [gedaagde] zijn medewerking niet verleent, volgt er een dwangsom van € 1.000,- voor elke dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 100.000,-, althans een door de rechtbank in goede justitie nader te bepalen dwangsom,
[gedaagde] te veroordelen de woning aan het adres [adres] leeg en ontruimd en vrij van huur en gebruik te leveren aan [eiser] , op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag met een maximum van € 75.000,-, althans een door de rechtbank in goede justitie nader te bepalen dwangsom,
indien [gedaagde] in gebreke mocht blijven uitvoering te geven aan de veroordeling tot het verlenen van medewerking zoals hierboven is gevorderd, de rechtbank machtiging verleent om het vonnis in deze zaak, waarbij [gedaagde] tot medewerking wordt veroordeeld, in de plaats te doen stellen van de wilsverklaring van [gedaagde] in de notariële akte, waarbij de rechtbank bepaalt dat de aldus opgemaakte leveringsakte rechtsgeldig in de daartoe bestemde openbare registers kan worden ingeschreven,
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van € 13.200,-, binnen 7 dagen na het in deze zaak te wijzen vonnis,
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten van het kort geding,
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de beslagkosten,
veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten.