In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 2 november 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Hiltermann Lease B.V. en een gedaagde, die als enig aandeelhouder en bestuurder van [naam bv 1] B.V. betrokken was. Hiltermann Lease vorderde betaling van € 22.894,21 van de gedaagde, die hoofdelijk aansprakelijk werd gesteld voor de schade die voortvloeide uit het niet betalen van leasetermijnen en bijkomende kosten. De zaak kwam voort uit een financial leaseovereenkomst die [naam bv 1] met Hiltermann Lease had gesloten voor verschillende voertuigen. De gedaagde had de aandelen in [naam bv 1] verkocht aan [naam 2] zonder voldoende onderzoek te doen naar de financiële situatie van de koper, wat leidde tot het onvermogen van [naam bv 1] om aan haar verplichtingen te voldoen.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld door de aandelen te verkopen zonder het doen van nader onderzoek naar de koper, en dat hij daarmee de belangen van Hiltermann Lease onvoldoende had aangetrokken. De rechter concludeerde dat de gedaagde wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de verkoop van de aandelen zou kunnen leiden tot benadeling van de schuldeisers van [naam bv 1]. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding. De proceskosten werden ook aan de gedaagde opgelegd, en de rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders en aandeelhouders bij de overdracht van aandelen, vooral in situaties waarin de financiële gezondheid van de vennootschap in het geding is. De uitspraak is een belangrijke reminder voor aandeelhouders om zorgvuldig te handelen en de belangen van schuldeisers in overweging te nemen bij transacties.