Uitspraak
1.[verzoeker 1] ,wonende te [woonplaats] ,verzoekende partij sub 1,hierna te noemen de man,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij sub 2,
hierna te noemen de moeder,
zetelende te Amsterdam,
hierna te noemen de Abs,
1.[de vrouw] ,
kantoorhoudende te Amsterdam,
in zijn hoedanigheid van bijzondere curator over na te noemen minderjarige,
hierna te noemen de bijzondere curator,
als advocaat voor zichzelf verschijnende,
het openbaar ministeriete Amsterdam.
1.De procedure
- het verzoekschrift van verzoekers, ingekomen op 29 september 2020;
- de beschikking van deze rechtbank van 9 december 2020, waarbij mr. S.J. van der Woude is benoemd tot bijzondere curator over na te noemen minderjarige;
- de schriftelijke reactie van de bijzondere curator van 21 januari 2021;
- de brief van verzoekers van 8 februari 2021;
2.De vaststaande feiten
- [minderjarige 2] , op [geboortedatum 2] 2012 te [geboorteplaats 2] ;
- [minderjarige 3] , op [geboortedatum 3] 2015 te [geboorteplaats 2] .
3.Het verzoek en de standpunten
- Het beroep van verzoekers gegrond te verklaren;
- Het besluit van de ambtenaar van 18 augustus 2020 te vernietigen;
- De ambtenaar te gelasten om een akte van erkenning op te maken met betrekking tot [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2017 te [geboorteplaats 1] , Zweden;
- De ambtenaar te veroordelen in de proceskosten.
4.De beoordeling
5.De beslissing
€ 1.430,-.