ECLI:NL:RBAMS:2021:68

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 januari 2021
Publicatiedatum
13 januari 2021
Zaaknummer
AMS 20.6522 tot en met 20.6546 en 20.6463 tot en met 20.6478
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van vergunningen voor laadpalen bij tankstations en restaurants langs snelwegen

Op 13 januari 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin Fastned B.V. een voorlopige voorziening heeft gevraagd tegen de vergunningen die de minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft verleend voor laadpalen bij tankstations en restaurants langs snelwegen. De vergunningen zijn afgegeven in 2019 en 2020 en betreffen laadvoorzieningen als aanvullende voorzieningen bij basisvoorzieningen op verschillende verzorgingsplaatsen. Fastned, die bezwaar heeft gemaakt tegen deze vergunningen, stelt dat de verleende vergunningen negatieve gevolgen hebben voor haar bedrijfsvoering en vraagt om schorsing van deze vergunningen.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Fastned niet heeft aangetoond dat er sprake is van een spoedeisend belang. De rechter oordeelt dat Fastned niet heeft onderbouwd dat de vergunningen onomkeerbare gevolgen hebben voor haar onderneming en dat er geen actuele noodsituatie is die de toewijzing van de gevraagde voorziening rechtvaardigt. De minister heeft bovendien aangegeven dat aanvragen van andere partijen voor aanvullende voorzieningen inhoudelijk worden beoordeeld en dat bestaande vergunningen aan die beoordeling niet in de weg staan.

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken van Fastned af en concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is definitief en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummers: AMS 20/6522 tot en met AMS 20/6546 (vovo [1] hangende bezwaar)
AMS20/6463 tot en met AMS 20/6478 (vovo hangende beroep)

uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 januari 2021 in de zaken tussen

Fastned B.V. en The Fast Charging Network B.V.(voorheen MisterGreen Fast Charging Network B.V.) te Amsterdam, verzoekers, hierna: Fastned
(gemachtigde: mr. L.P.W. Mensink),
en
de minister van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder, hierna de minister
(gemachtigden: mr. K.E. Haan, mr. R. van Vliet, mr. M.D. van Gils).
Als derde partijen zijn de volgende vergunninghouders betrokken bij deze procedure:

Shell Nederland Verkoopmaatschappij B.V, hierna Shell

(gemachtigde: mr. C.H.R.M. van der Hoeven).

NRG Value Tankstations Nederland B.V.

Total Nederland B.V.
[bedrijf]
Filling Station ’t Hoekse
Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI)
Vereniging Particuliere Rijkswegvergunningen van Tankstations (VPR)
(gemachtigde: mr. V. Leijh)

Snelwegservice B.V.

(gemachtigde: P. Verhallen)
Kuwait Petroleum B.V.
(gemachtigde: S. Groenen)
BP Europe SE/BP Nederland
(gemachtigde: A. de Savornin Lohman)
Amrath Hotels & Restaurants
(gemachtigde: D. Dreese)
(hierna mede te noemen de vergunninghouders).

Procesverloop

I. Met besluiten van verschillende datum [2] (de bestreden besluiten I) heeft de minister op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatwerken (Wbr) – voor zover hier van belang – aan de vergunninghouders een vergunning verleend voor de realisatie van een laadvoorziening als aanvullende voorziening bij een basisvoorziening op verschillende verzorgingsplaatsen. Fastned heeft hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.
II. Met besluiten van verschillende datum [3] (de bestreden besluiten II) heeft de minister op grond van de Wbr – voor zover hier van belang – aan de vergunninghouders een vergunning verleend voor de realisatie van een laadvoorziening als aanvullende voorziening bij een basisvoorziening op verschillende verzorgingsplaatsen. De minister heeft de hiertegen door Fastned gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. Fastned heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.
Fastned heeft in de zaak AMS 20/1215 rechtstreeks beroep ingesteld tegen de door de minister verleende Wbr-vergunning die betrekking heeft op verzorgingsplaats Bospoort en de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.
De minister heeft een verweerschrift ingediend en de gemachtigden van Fastned en Shell hebben daarop schriftelijk gereageerd.
Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 12 januari 2021. Namens Fastned zijn haar gemachtigde en [naam 1] verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigden. Namens Shell zijn haar gemachtigde,
mr. F. Budde, [naam 2] en [naam 3] verschenen. Namens [bedrijf] en Filling Station ‘t Hoekske zijn haar gemachtigde en [naam 4] verschenen. Namens NRG Value Tankstations Nederland B.V. zijn [naam 5] en haar gemachtigde verschenen. Namens Total Nederland B.V. zijn haar gemachtigde en [naam 6] verschenen. Namens VNPI zijn haar gemachtigde en [naam 7] verschenen. Namens VPR zijn haar gemachtigde en [naam 8] verschenen.

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Fastned
2. Fastned heeft in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 november 2020 [4] (de Afdeling) op 30 november 2020 aanleiding gezien om de verzoeken om een voorlopige voorziening in te dienen. In die uitspraak is bepaald dat ook andere partijen dan de houder van een basisvoorziening de mogelijkheid moeten krijgen een aanvullende voorziening bij die basisvoorziening aan te vragen. Fastned verbindt aan de uitspraak van de Afdeling de conclusie dat de minister eerst moet inventariseren welke andere partijen een aanvraag willen doen voor een aanvullende voorziening en dat deze daarvoor een redelijke termijn en gelegenheid moet worden geboden. Pas daarna kan worden beoordeeld of de inmiddels verleende vergunningen gevolgen hebben voor de toewijzing van andere aanvragen. Fastned wil daarom dat de onrechtmatig verleende vergunningen, al dan niet gerealiseerd, worden geschorst. De exploitatie van de vergunde oplaadstations leidt namelijk tot vermindering van de inkomsten van Fastned en tot druk op haar tarieven.
Minister
3. De minister heeft naar aanleiding van de voornoemde uitspraak van de Afdeling haar beleid [5] gewijzigd, zoals weergegeven in de Staatscourant van 6 januari 2021. De wijziging houdt in dat ook andere partijen dan benzinestations en wegrestaurants een vergunning voor een oplaadpunt als aanvullende voorziening kunnen aanvragen die inhoudelijk door de minister zal worden beoordeeld. Dat is ook het geval voor de aanvraag van een aanvullende voorziening bij een oplaadstation als basisvoorziening. Volgens de minister zullen de al verleende vergunningen in bezwaar en beroep (met toepassing van
artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht) worden heroverwogen. De besluiten van de zitting van 21 maart 2020 van de meervoudige kamer van deze rechtbank zullen met voorrang worden bekeken. De wijziging in het beleid betekent ook dat de minister het Kader inrichting verzorgingsplaatsen moet aanpassen. Dat zal op termijn gebeuren. Volgens de minister betekent een motiveringsgebrek in de bestreden besluiten I en II niet vanzelfsprekend dat de verleende vergunningen voor oplaadstations niet vergund hadden mogen worden. Het is echter ook niet zo dat inmiddels verleende vergunningen niet alsnog gewijzigd of afgewezen kunnen worden omdat zij nog niet onherroepelijk zijn vergund. Dit komt voor rekening en risico van de vergunninghouders, zoals de aanwezige vergunninghouders op de zitting ook hebben beaamd. De minister heeft gemotiveerd onderbouwd waarom geen sprake is van een spoedeisend belang. De verzoeken moeten daarom volgens de minister worden afgewezen.
Shell
4. Shell onderschrijft het standpunt van de minister maar is het niet eens met de interpretatie van de minister van de uitspraak van de Afdeling van 4 november 2020. Die is volgens Shell te ruim. Deze uitspraak betreft namelijk een specifiek wegrestaurant Burgerveen op verzorgingsplaats Den Ruygen Hoek-Oost en dat betekent niet vanzelfsprekend dat deze uitspraak alle wegrestaurants en benzinestations betreft. Er bestaat een wezenlijk verschil tussen deze twee basisvoorzieningen. Bij benzinestations worden de huurrechten van de grond op verzorgingsplaatsen voor het gebruik als benzinestation en bijkomende activiteiten iedere vijftien jaar geveild. Met de veiling wordt het recht geveild met inbegrip van het (alleen)recht om bij het benzinestation aanvullende voorzieningen, waaronder oplaadstations, aan te bieden. Dit is niet aan de orde bij wegrestaurants. Deze hebben een langdurig pachtrecht van de grond. Verder heeft Fastned tenminste tien van de aan haar verleende vergunningen voor oplaadstations nog niet gerealiseerd. Ten aanzien van deze verzorgingsplaatsen heeft Fastned dus sowieso geen spoedeisend belang. Hetzelfde geldt voor een deel van de besluiten van vóór 20 februari 2019 [6] die in beroep voorliggen.
Het oordeel van de voorzieningenrechter
5. Dit geding draait om de vraag of de bestreden besluiten geschorst moeten worden voor zover deze besluiten zien op de laadvoorziening als aanvullende voorziening.
De voorzieningenrechter is, net zoals de minister en de vergunninghouders, van oordeel dat geen sprake is van een spoedeisend belang aan de zijde van Fastned. Zij overweegt daartoe het volgende.
6.1
De kern van de verzoeken is dat Fastned stelt dat de aan vergunninghouders verleende vergunningen negatieve gevolgen hebben voor haar bedrijfsvoering. Fastned heeft echter niet onderbouwd dat sprake is van een actuele noodsituatie of bedreiging van de continuïteit van haar onderneming die toewijzing van de gevraagde voorziening rechtvaardigen. Evenmin heeft Fastned aangetoond dat sprake is van onomkeerbare gevolgen voor haar onderneming. Fastned heeft ook geen begin van een bewijs geleverd dat investeerders worden afgeschrikt om te investeren in oplaadstations omdat de minister zijn gewijzigde beleid nog moet uitwerken. Kortom, de gestelde maar niet onderbouwde nadelige gevolgen voor de bedrijfsvoering van Fastned vormen geen reden voor toewijzing van de verzoeken.
6.2
Nergens uit blijkt dat de uitkomst van de (hoger) beroepsprocedures die bij deze rechtbank staan geagendeerd om op 21 maart 2021 en bij de Afdeling op 29 maart 2021 te worden behandeld, niet kunnen worden afgewacht. De minister heeft verder voldoende duidelijk gemaakt dat aanvragen van andere partijen voor aanvullende voorzieningen inhoudelijk worden beoordeeld en dat bestaande vergunningen aan die beoordeling niet in de weg staan. Dat Fastned de minister een alternatieve werkwijze voorhoudt, betekent niet dat de werkwijze van de minister onrechtmatig is of dat de minister de door Fastned voorgestelde werkwijze moet volgen. De uitspraak van de Afdeling van 4 november 2020 biedt hier evenmin aanknopingspunten voor.
Conclusie
7. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken af. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is uitgesproken op 13 januari 2021 door mr. L.H. Waller, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W. Niekel, griffier.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

BIJLAGE I

Besluiten waartegen Fastned in bezwaar is gegaan.
Nr.
Zaaknummer
vovo
Verzorgingsplaats
Datum
Wbr- vergunning
Vergunninghouder
1.
AMS 20/6522
Bergh Zuid
15 november 2019
Shell
2.
AMS 20/6523
Buttervliet
27 februari 2020
Shell
3.
AMS 20/6524
Blommendaal
21 april 2020
Shell
4.
AMS 20/6525
De Noord
9 september 2019
Shell
5.
AMS 20/6526
De Schaars
24 juni 2019
gewijzigd op
20 februari 2020
Shell
6.
AMS 20/6527
De Somp
2 juli 2019
gewijzigd op
17 december 2019
Shell
7.
AMS 20/6528
De Sprang
23 april 2020
Shell
8.
AMS 20/6529
Dekkersland
11 juli 2019
gewijzigd op
17 december 2019
Shell
9.
AMS 20/6530
De Hackelaar
30 september 2020
Shell
10.
AMS 20/6531
Geffense Barrière
5 oktober 2020
Snelwegservice
11.
AMS 20/6532
Hondsiep
10 maart 2020
Shell
12.
AMS 20/6533
Kloosters
10 maart 2020
Shell
13.
AMS 20/6534
Labbegat
28 april 2020
Shell
14.
AMS 20/6535
Liesbos
16 juli 2020
Shell
15.
AMS 20/6536
Lucasgat
5 november 2019
Shell
16.
AMS 20/6537
Maatveld
9 september 2019
Shell
17.
AMS 20/6538
Palmpol
8 september 2020
Total
18.
AMS 20/6539
Portland
13 november 2019
Shell
19.
AMS 20/6540
Ruyven
24 april 2018
NRG
20.
AMS 20/6541
Sandelingen-Oost
17 februari 2020
Shell
21.
AMS 20/6542
Struik
18 mei 2020
Shell
22.
AMS 20/6543
Tienbaan
20 april 2020
Shell
23.
AMS 20/6544
Varakker
14 november 2019
Shell
24.
AMS 20/6545
Witte molen
10 juli 2020
Shell
25.
AMS 20/6546
Zuidpunt
21 april 2020
Shell

BIJLAGE II

Beslissingen op bezwaar waartegen Fastned in beroep is gegaan bij Rechtbank Amsterdam
Nr.
Zaaknummer beroep
Zaaknummer
vovo
Verzorgingsplaats
Datum
Wbr- vergunning/
bob
Vergunninghouder
1.
AMS 19/5538
AMS 20/6463
Haarrijn
27 februari 2019/
3 oktober 2019
Shell
2.
AMS 20/599
AMS 20/6464
Mienscheer
23 mei 2019/
16 december 2019
Shell
3.
AMS 20/1215
AMS 20/6465
Bospoort
5 december 2019
(rechtstreeks
beroep)
Shell
4.
AMS 20/4308
AMS 20/6466
De Slaag
4 januari 2020/
29 juni 2020
Shell
5.
AMS 20/3848
AMS 20/6467
Hoge Kwel
4 november 2019/
28 mei 2020
Shell
6.
AMS 20/5079
AMS 20/6468
Hoezaar
19 februari 2020/
13 augustus 2020
Shell
7.
AMS 20/4486
AMS 20/6469
Lemsterhop
18 maart 2020/
9 juli 2020
Shell
8.
AMS 20/1431
AMS 20/6470
Middelsloot
19 juli 2018/
11 september 2019
BP
9.
AMS 19/3987
AMS 20/6471
Overbroek
3 december 2018/
12 juni 2019
NRG
10.
AMS 20/1298
AMS 20/6472
Swentibold
7 juni 2019/
21 januari 2020
Shell
11.
AMS 20/4956
AMS 20/6473
Selnisse
9 april 2020/
6 augustus 2020
Kuwait Petroleum
12.
AMS 20/6187
AMS 20/6474
Hazeldonk-Oost
31 maart 2020/
2 oktober 2020
Shell
13.
AMS 20/5746
(ingetrokken)
AMS 20/6475
(ingetrokken)
Bisde
22 maart 2018/
28 september 2020
EG Retail
14.
AMS 19/2396
AMS 20/6476
Nijpoort
12 juni 2018/
14 maart 2019
NRG
15.
AMS 20/1747
AMS 20/6477
Hazeldonk-Oost
19 september 2019/
10 februari 2020
Amrath
16.
AMS 20/1747
AMS 20/6477
Streepland
4 juli 2019/
10 februari 2020
Fillingstation ‘t Hoekske
17.
AMS 20/1747
AMS 20/6477
Hazeldonk-West
1 juli 2019/
10 februari 2020
Shell
Nr.
Zaaknummer
beroep
Zaaknummer
vovo
Verzorgingsplaats
Datum
Wbr-vergunning/
bob
vergunninghouder
18.
AMS 20/1747
AMS 20/6477
De Beerze
1 juli 2019/
10 februari 2020
Vissers Energy
Group
19.
AMS 20/1747
AMS 20/6477
Het Goor
16 juli 2019/
10 februari 2020
Vissers Energy
Group
20..
AMS 20/5080
AMS 20/6478
Hazeldonk-West
31 december 2019/
13 augustus 2020
Amrath

Voetnoten

1.Verzoek om voorlopige voorziening.
2.Zie bijlage I.
3.Zie bijlage II.
5.Kennisgeving Voorzieningen op verzorgingsplaatsen (hierna Kennisgeving). Deze is op
6.Op deze datum is de Kader inrichting verzorgingsplaatsen in werking getreden.