Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[belanghebbende 1],
[belanghebbende 2],
1.De procedure
- het verzoekschrift van 22 juni 2021, met bijlagen;
- de tussenbeschikking van 2 september 2021, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de op 12 november 2021 gehouden mondelinge behandeling en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
turn keyvoor de tussen SDH en Vermeer overeengekomen prijs zou willen afnemen. SDH heeft vervolgens de benodigde vergunningen voor de ontwikkeling van het bedrijfspand aangevraagd. Deze vergunningen zijn verleend en zijn begin 2019 onherroepelijk geworden.
turn key-prijs, niet haalbaar was vanwege de stijging in de bouwkosten. AXA bleek vervolgens niet bereid akkoord te gaan met een prijsverhoging voor de gestegen bouwkosten.
Annex 1. (…)”
Headline conditions potential settlement, is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
Round Hill Capital; de rb] and FRED [
Fred Real Estate Developers B.V., een kennelijk aan SDH gelieerde projectontwikkelaar; de rb] sign a binding sale and purchase agreement before 31 December 2020 with completion on or before 31 March 2022, then FVIO is willing to split the sale proceeds with FRED as follows:
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Het toetsingskader
FIG NLaan te spannen bodemprocedure. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
FIG NLkunnen leiden. SDH is bij haar betoog immers uitgegaan van de premisse dat FIG NL de moedermaatschappij van Vermeer is en in die hoedanigheid feitelijk aan de touwtjes trok en kon beschikken/beslissen over het bedrijfspand en daarmee over de uitvoering, nakoming en beëindiging de Overeenkomst Vermeer-SDH. In die hoedanigheid zou FIG NL dan ook de door SDH gestelde en door FIG NL betwiste toezegging hebben gedaan dat de verkoop en levering van het bedrijfspand aan FVIO geen consequenties zou hebben voor de door Vermeer en SDH voorgenomen gezamenlijke verkoop van het bedrijfspand aan een (andere) derde. Dit standpunt is echter reeds op losse schroeven komen te staan toen FIG NL, door overlegging van een uittreksel van de Kamer van Koophandel (hierna: KvK), liet zien dat FIG NL een dochtervennootschap is van FIG LLC en zij voorts toelichtte dat Vermeer een projectvennootschap is van FIG LLC, die de portefeuille van Vermeer op enig moment ook heeft overgenomen. FIG NL heeft er verder op gewezen dat zij in relatie tot SDH slechts als adviseur van FIG LLC heeft opgetreden, hetgeen in lijn is met de bedrijfsactiviteiten die in haar jaarstukken worden vermeld (zie 2.3). SDH heeft in reactie hierop naar voren gebracht dat zij hiermee pas bekend raakte toen FIG NL de genoemde KVK- en jaarstukken in het geding bracht en dat zij er altijd vanuit was gegaan dat FIG NL de “bovenliggende partij” was. Hieruit kan worden afgeleid dat het ook voor SDH (nog voor de zitting of in elk geval gedurende de zitting) duidelijk is geworden dat niet FIG NL (maar FIG LLC) de ‘bovenliggende partij’ was en FIG NL het bedrijfspand nimmer in eigendom heeft gehad en daarover ook niet kon beschikken. Verder was al bekend dat FIG NL geen partij was bij de Overeenkomst SDH-Vermeer. Bij die stand van zaken had van SDH mogen worden verlangd dat zij ter zitting zou toelichten hoe het bewijs van de hiervoor bedoelde (gestelde en door FIG NL betwiste) toezegging en van de gestelde gang van zaken tot een vordering op
FIG NLzou kunnen leiden. Dit heeft zij nagelaten.
een voorstel[heeft]
gedaan om SDH financieel te compenseren” (spreekaantekeningen van mr. Van Voskuilen). Uit die brief kan echter slechts worden afgeleid dat
Vermeer,de aanvankelijke contractspartij van SDH, SDH een voorstel heeft gedaan, waarna kennelijk geen overeenstemming is bereikt. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt dan ook niet vast te stellen welk bewijs (en van welke feiten) SDH hier in relatie tot het afbreken van onderhandelingen precies verlangt te leveren en vooral niet: ten opzichte van welke partij.
salaris gemachtigde € 1.126,00(2,0 punten x tarief II € 563,00)