Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
[e-mailadres];
4.De beoordeling
bevoegdheid en toepasselijk recht
1.016,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderden de erfgenamen van een in juli 2021 overleden man toegang tot zijn Hotmail- en OneDrive-accounts van Microsoft. De erfgenamen, bestaande uit de ouders en zusters van de overledene, hadden de erfenis aanvaard en stelden dat zij als rechtsopvolgers recht hadden op toegang tot de digitale accounts van de overledene. Microsoft weigerde toegang te verlenen, met het argument dat de inhoud van de accounts geen goed is in de zin van het Burgerlijk Wetboek en dat de AVG bescherming biedt aan de persoonsgegevens van derden. De rechtbank Amsterdam oordeelde echter dat de erfgenamen op grond van artikel 4:182 BW recht hebben op toegang tot de digitale nalatenschap van de overledene. De voorzieningenrechter oordeelde dat de erfgenamen als rechtsopvolgers onder algemene titel de rechten van de overledene overnemen, inclusief de toegang tot zijn digitale accounts. De rechtbank wees de vorderingen van de erfgenamen toe en verplichtte Microsoft om hen toegang te verlenen tot de accounts, met een dwangsom voor het geval Microsoft hier niet aan voldeed. De uitspraak benadrukt de juridische positie van erfgenamen met betrekking tot digitale nalatenschappen en de noodzaak voor duidelijke regelgeving op dit gebied.