Op 8 december 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan winkeldiefstal. De verdachte, geboren in 1982 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd beschuldigd van het stelen van goederen ter waarde van 122,94 euro uit een Action-winkel in Amsterdam op 31 augustus 2021. Tijdens de zitting op 24 november 2021 heeft de officier van justitie, mr. I. Barendregt, gepleit voor bewezenverklaring van de diefstal, terwijl de verdediging aanvoerde dat het bewijs onvoldoende was, aangezien het enkel op de verklaring van een beveiliger was gebaseerd.
De rechtbank oordeelde dat de diefstal wettig en overtuigend bewezen was, mede op basis van camerabeelden en de verklaring van de verdachte zelf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder meerdere keren was veroordeeld voor misdrijven en dat hij een onstabiele leefsituatie had, verergerd door een methadonverslaving. De officier van justitie vorderde een onvoorwaardelijke ISD-maatregel van twee jaar, maar de verdediging pleitte voor een voorwaardelijke maatregel, gezien de omstandigheden van de verdachte en zijn wens om terug te keren naar zijn land van herkomst.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de ISD-maatregel voor de duur van één jaar op te leggen, met de mogelijkheid van tussentijdse toetsing na zes maanden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, gezien zijn recidive en verslavingsproblematiek, niet zonder begeleiding en hulp tot gedragsverandering zou kunnen komen. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf afgewezen, omdat de ISD-maatregel als voldoende werd beschouwd. De uitspraak benadrukt de ernst van winkeldiefstal en de impact daarvan op de samenleving, evenals de noodzaak van een strikte aanpak van recidivisten met verslavingsproblemen.