In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 september 2021 uitspraak gedaan over een vordering tot overlevering op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de onderzoeksrechter in de Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, België. De vordering was ingediend door de officier van justitie op 20 juli 2021 en betreft de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in 1994 en gedetineerd in België. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon juist is en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.
De rechtbank heeft de garantie beoordeeld die door de Procureur des Konings van het Parket van de Procureur des Konings Limburg was gegeven, waarin werd bevestigd dat de opgeëiste persoon na een eventuele veroordeling in België naar Nederland zal terugkeren om zijn straf daar uit te zitten. De rechtbank concludeert dat deze garantie voldoende is om de overlevering toe te staan. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat er geen weigeringsgronden zijn die zich verzetten tegen de overlevering, en dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW).
De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de detentieomstandigheden in België en geconcludeerd dat er geen reëel gevaar bestaat voor onmenselijke of vernederende behandeling van de opgeëiste persoon na overlevering, gezien de toezeggingen van de Belgische autoriteiten. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan en de afgifte van in beslag genomen voorwerpen, waaronder een voertuig, te bevelen.