Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiseres 2],
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
Na verder debat is vonnis bepaald op 20 december 2021.
2.De feiten
Indien u nalaat de gevraagde informatie en documentatie vóór 22 december 2020 te verstrekken, dan kan de bank niet aan de op haar rustende wettelijke verplichtingen voldoen. Dit kan en mag niet van de bank gevraagd worden. Als u niet voldoet aan de verzoeken in deze brief, dan zal de bank de relatie met u in heroverweging nemen. Dit kan betekenen dat de bank de relatie met u beëindigt.
onvoldoende gehoor [heeft] gegeven om de door de bank gevraagde informatie en documentatie binnen de gestelde termijn te doen toekomen”.Ter toelichting staat in de brief het volgende:
“De bank stelt vast dat [eiseres 1] (…) niet beschikt over een actueel Anti-Witwasbeleid. De door u uitgevoerde controles, zoals door u toegelicht in uw voornoemde brieven, kwalificeert voor de bank als onvoldoende voor de bedrijfstak waarin u werkzaam bent. Speciaal ook met betrekking tot de handel met partijen gevestigd in de landen Bosnië Herzegovina en Servië. De bank begrijpt dat 66% van de bedrijfsomzet van [eiseres 1] wordt gerealiseerd via deze partijen. In voornoemde landen is sprake van een hoog risico op witwassen en/of terrorisme financiering. De partijen waarmee u zaken doet zijn veelal niet via openbare bronnen te verifiëren. Het omzetaandeel van partijen uit deze landen, tezamen met het ontbrekende Anti-witwasbeleid zijn risico’s die de bank niet wenst te lopen.In reactie geeft u in de brief van 22 februari 2021 aan dat u zich niet bezig houdt met de Wwft, maar dat u een autobedrijf bent dat veel auto’s wil exporteren. De bank stelt zich op het standpunt dat het naleven van de Wwft, gezien de bovengenoemde feiten, essentieel is. Het niet handelen naar de van toepassing zijnde wetgeving is onacceptabel.Het blijft voor de bank onduidelijk hoe het verdienmodel van [eiseres 1] precies werkt en welke risico’s hier worden gelopen. Ook de uitermate steile groeicurve van de omzet kan de bank niet plaatsen in combinatie met het feit dat mevrouw [eiseres 2] , blijkens de toelichting in voornoemde brieven, alleen exploiteert. Ook de rollen van de heren [ex-echtgenoot eiseres 2] en [zoon eiseres 2] in [eiseres 1] zijn onvoldoende inzichtelijk voor de bank. De bank heeft u gevraagd om de jaarcijfers over de boekjaren 2018, 2019 en 2020 aan te leveren. Aangezien het boekjaar 2020 net was afgesloten heeft u de bank voorzien van grootboekrekeningen en tussentijdse cijfers, over de periode 1 januari tot en met 30 april 2020. Echter deze cijfers hebben betrekking op [naam v.o.f.] . Dit is een ander bedrijf, eveneens gevestigd op [adres] en met [naam vennoot 1] (is: [eiseres 2] ) en [naam vennoot 2] als vennoten. De bank heeft hier niet om gevraagd.Het gebrek aan informatie en inzicht brengt voor de bank niet in te schatten risico’s met zich mee. Hierdoor kan de bank niet aan de op haar rustende wettelijke verplichtingen voldoen. Dit soort risico’s kan en mag de bank niet aanvaarden. De bank kan dientengevolge niet uitsluiten dat de gelden op onrechtmatige wijze zijn verkregen of dat de producten en diensten op oneigenlijke wijze worden gebruikt. Om deze redenen wordt de bancaire relatie met [eiseres 1] beëindigd.(…)De medewerkers van de bank zullen uw vragen met betrekking tot deze brief niet persoonlijk of telefonisch beantwoorden. Reageert u daarom uitsluitend schriftelijk en gebruik hiervoor bovenstaand adres. U krijgt binnen vier weken antwoord op uw brief.”
“
Met de brieven van 11 februari 2021 en 25 februari 2021 heeft klant geantwoord. Weliswaar heeft klant vragen beantwoordt en documentatie toegestuurd, doch de wijze van beantwoording en de toegestuurde informatie was onvoldoende.”
(…) de bank laat na om concreet te benoemen welke informatie dan zou ontbreken en/of onvoldoende zou zijn.”
“
De bank benadrukt dat zij cliëntnietheeft beschuldigd van witwassen of financiering van terrorisme, noch van fraude. Dit is ook duidelijk verwoord in genoemde brieven uit 2020 en 2021. Hierin staat uitgelegd dat de verklaring en aangeleverde informatie inzake cliënt tekort schieten en dat de bank daaromniet kan uitsluitendat sprake is van witwassen of financiering van terrorisme. Er is geenszins sprake van een verdenking of van een beschuldiging.(…)Het kan zijn dat u het niet eens bent met dit besluit en ons antwoord. U kunt uw klacht direct aan de rechter voorleggen.”
3.Het geschil
primair
2. ABN AMRO te veroordelen alle bankrekeningen, betaalpassen en creditcards van [eiseres 1] en [eiseres 2] in stand te laten en uitvoering te geven aan transacties op de rekeningen;
3. ABN AMRO te verbieden om [eiseres 1] en [eiseres 2] op te nemen in het IVR of in een vergelijkbaar register;
een en ander op straffe van dwangsommen;
subsidiair
een en ander op straffe van dwangsommen;
meer subsidiair
een en ander op straffe van dwangsommen;
in alle gevallenABN AMRO te veroordelen in de kosten en nakosten van deze procedure èn in de buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
businessmodel(handel in auto’s in het hogere prijssegment) van [eiseres 1] .
(2) De omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat een bank van haar contractuele opzeggingsbevoegdheid gebruik maakt (zie artikel 6:248 lid 2 BW en HR 10 oktober 2014, ECLl:NL:HR:2014:2929).
1. de wijziging in de vof-structuur van [eiseres 1] en de vraag wie de vennoten zijn;
2. zakelijk en privégebruik van de rekeningen lopen door elkaar;
3. er is sprake van een aantal ongebruikelijke transacties;
4. [eiseres 1] is zich onvoldoende bewust van haar eigen Wwft-verplichtingen; er is onder meer geen deugdelijk anti-witwasbeleid;
5. [eiseres 1] houdt zich niet aan haar eigen zorgplicht (artikel 2 ABV);
6. [eiseres 1] handelt met afnemers uit risicolanden;
7. het business- en verdienmodel en de spectaculaire groeicurve roepen vragen op;
8. er is nog altijd sprake van een substantieel aantal cashbetalingen;
Subsidiair stelt ABN AMRO dat sprake is van een vertrouwensbreuk; zij wijst in dit verband op het krantenartikel van 14 september 2021 in Dagblad Tubantia.
ad 1. de structuur en de rol van [ex-echtgenoot eiseres 2] en [zoon eiseres 2] is duidelijk uitgelegd in de brieven van de advocaat van [eiseres 1] van 22 februari 2021 en 16 juni 2021; vanwege de echtscheidingsprocedure (die nog loopt) is [ex-echtgenoot eiseres 2] uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel en dus niet langer betrokken bij de vennootschap; zijn plaats is ingenomen door [zoon eiseres 2] , de zoon van [eiseres 2] , die administratieve werkzaamheden verricht bij de onderneming;
ad 2. een enkele keer worden privé-uitgaven gedaan met de zakelijke bankrekening; dit is niet erg mits dit achteraf in de boekhouding wordt verantwoord, en dat is steeds gebeurd; grote betalingen aan [ex-echtgenoot eiseres 2] zijn nog door hem zelf gedaan; [eiseres 2] was het hier ook niet mee eens, maar dit is nu eenmaal gebeurd in het kader van een ingewikkelde echtscheiding en boedelafwikkeling;
ad 3. de ongebruikelijke transacties bestonden met name uit de cash opnamen van grote bedragen in een casino; [eiseres 2] heeft die opnamen gedaan omdat zij in paniek was na de mededeling van ABN AMRO dat de relatie werd beëindigd; zij heeft dit gedaan in een casino omdat daar geen opnamelimiet geldt;
ad 4. er is inmiddels wel degelijk een anti-witwasbeleid; dit document was gevoegd bij de brief van de advocaat van [eiseres 1] van 16 juni 2021; ook is al in zijn brief van 22 februari 2021 uitgelegd waaruit dit beleid bestaat; dat het hier gaat om een deugdelijk beleid blijkt alleen al uit het feit dat [eiseres 1] beschikt over een vergunning van de Douane / Belastingdienst als Toegelaten Exporteur en over een bewijs dat zij staat geregistreerd bij de RDW; deze instanties hebben [eiseres 1] eveneens aan een onderzoek onderworpen; overigens kan [eiseres 2] niet verweten worden dat zij als MKB’er niet van de ene op de andere dag precies op de hoogte was van alle
ins and outsvan de Wwft;
ad 5. [eiseres 1] is van mening dat zij wel degelijk voldoende informatie heeft verstrekt en ten bewijze van de juistheid daarvan ook tal van documenten heeft toegezonden aan ABN AMRO; correcte invulling van haar zorgplicht wordt echter bemoeilijkt door de houding van ABN AMRO; het is nimmer mogelijk geweest een persoonlijk gesprek te hebben met een medewerker van ABN AMRO, ook niet aan de telefoon; er kan enkel schriftelijk worden gereageerd naar een anoniem postbusnummer; [eiseres 2] heeft ABN AMRO meerdere keren uitgenodigd persoonlijk bij haar op kantoor of bij haar boekhouder te komen kijken, maar daar is nooit op ingegaan;
ad 6. [eiseres 1] heeft aangetoond dat Bosnië Herzegovina en Servië niet langer als risicolanden kunnen worden aangemerkt; de advocaat van [eiseres 1] heeft hiertoe ter zitting aangevoerd dat ABN AMRO zich had gebaseerd op een Amerikaans rapport uit 2020; inmiddels is hiervan de versie van 2021 verschenen, waarvan hij schermuitdraaien in het geding heeft gebracht;
ad 7. het verdienmodel is transparant en eenvoudig, namelijk de import en export van auto’s; een en ander is uitvoerig beschreven in de brief van de advocaat van [eiseres 1] van 22 februari 2021; ABN AMRO heeft niet concreet gemaakt wat hieraan onduidelijk zou zijn; dat een groeicurve in de omzet is te zien is alleen maar mooi en is onder meer een gevolg van het feit dat [eiseres 1] een vergunning heeft gekregen als Toegelaten Exporteur van de Douane; haar advocaat heeft dat toegelicht in zijn brief van 16 juni 2021;
ad 9. per ongeluk zijn er cijfers verstrekt van de vennootschap van [ex-echtgenoot eiseres 2] , maar een en ander is hersteld bij e-mail van de advocaat van [eiseres 1] van 28 oktober 2021 (zie 2.16).
- er elke keer nieuwe verklaringen komen, die veel algemeenheden bevatten;
- dat het vertrouwen steeds meer wordt beschaamd, onder meer omdat de media worden ingeschakeld en door de nonchalance in de antwoorden;
- dat het aantal vragen alleen maar toeneemt; dat [eiseres 1] alles terugkaatst en geen pro-activiteit toont om zaken beter te doen;
- dat hij met kromme tenen zit te luisteren en het vertrouwen compleet weg is.
Deze min of meer ernstige beschuldigingen aan het adres van [eiseres 1] en [eiseres 2] vinden naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende steun in de feiten. Het krantenartikel in Tubantia (productie 22 van [eiseres 1] ) is niet van dien aard dat hierdoor een vertrouwensbreuk kan worden gerechtvaardigd.
1.016,00
5.De beslissing
5.2. veroordeelt ABN AMRO in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres 1] en [eiseres 2] tot op heden begroot op € 1.781,52, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,