ECLI:NL:RBAMS:2021:7579

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 december 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
AMS 21/3159
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening en terugvordering van ZEZ-uitkering wegens ontbrekende belastinggegevens

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een zelfstandige alfahulp uit Maaseik (België), en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres ontving een zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen (ZEZ-uitkering) over de periode van 1 april 2016 tot en met 25 juli 2016. De hoogte van deze uitkering was voorlopig vastgesteld op basis van door eiseres opgegeven inkomsten over het jaar 2015. Het Uwv had echter aangegeven dat de uitkering opnieuw beoordeeld zou worden indien de definitieve belastingaanslagen over 2014 en 2015 afweken van de opgegeven gegevens.

In augustus 2020 heeft het Uwv eiseres verzocht om de definitieve belastingaanslagen over 2014 en 2015 aan te leveren, maar eiseres heeft hier niet op gereageerd. Bij het primaire besluit van 26 november 2020 heeft het Uwv de ZEZ-uitkering herzien en een terugvordering van € 2.581,51 bruto opgelegd. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft dit bezwaar ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 4 mei 2021.

Tijdens de hoorzitting op 13 april 2021 heeft eiseres aangevoerd dat zij de gevraagde belastinggegevens niet kon opvragen via haar DigiD en heeft zij het Uwv verzocht om geduld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de gegevens niet kon verkrijgen en dat zij onvoldoende heeft gedaan om de gevraagde informatie te verstrekken. De rechtbank concludeert dat het Uwv op goede gronden de ZEZ-uitkering heeft herzien en het teveel uitgekeerde bedrag heeft teruggevorderd. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 21/3159

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 december 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te Maaseik (België), eiseres

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder (hierna: het Uwv)
(gemachtigde: mr. D.E.C. Veugen).

Procesverloop

Bij besluit van 26 november 2020 (het primaire besluit) heeft het Uwv het recht van eiseres op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen (ZEZ-uitkering) over de periode van 1 april 2016 tot en met 25 juli 2016 herzien. Eiseres dient het teveel uitgekeerde terug te betalen.
Bij besluit van 4 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft de zaak op 2 december 2021 op een zitting behandeld door middel van een beeld- en audioverbinding. Eiseres heeft hier niet aan deelgenomen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door bovengenoemde gemachtigde.
feiten en omstandigheden
1. Eiseres was werkzaam als zelfstandige (alfahulp). In verband met zwangerschap en bevalling heeft eiseres in de hierboven genoemde periode een ZEZ-uitkering ontvangen. De hoogte hiervan is voorlopig vastgesteld.
2. Bij deze toekenning is het Uwv uitgegaan van de door eiseres opgegeven inkomstengegevens over het jaar 2015. Eiseres heeft hierover in de aanvraag van 9 maart 2016 vermeld dat deze € 9.000 bedragen. Op grond van deze opgave is de uitkering bij het primaire besluit voorlopig vastgesteld op € 34,87 bruto per dag. Hierbij heeft het Uwv gemeld dat de hoogte van de uitkering opnieuw wordt beoordeeld als de definitieve aanslag over het jaar 2015 afwijkt van de opgegeven gegevens. Omdat het opgegeven inkomen van eiseres in 2015 lager was dan het minimumloon heeft het Uwv voor de berekening ook gekeken naar het inkomen van eiseres over het inkomen van maximaal vijf jaar geleden.
3. Bij brief van 31 augustus 2020 heeft het Uwv eiseres verzocht om afschriften van de aangiften en definitieve aanslagen Belastingdienst over 2014 en 2015 in te sturen. Dit verzoek is herhaald in een mailbericht aan eiseres van 17 november 2020.
4. Bij het primaire besluit heeft het Uwv eiseres meegedeeld dat het voorschot dat zij heeft ontvangen in 2016 hoger is dan de definitieve ZEZ-uitkering. Eiseres moet € 2.581,51 bruto terugbetalen.
5. Tijdens de hoorzitting op 13 april 2021 heeft het Uwv eiseres nogmaals verzocht om de definitieve belastingaanslagen over 2014 en 2015 zo spoedig mogelijk toe te sturen.
standpunten van partijen
6. Het Uwv heeft bij het bestreden besluit het primaire besluit gehandhaafd. Hiertoe heeft het Uwv overwogen dat de belastinggegevens over 2014 en 2015 niet zijn verstrekt. Van dringende redenen om van (gedeeltelijke) terugvordering af te zien is geen sprake, aldus het Uwv.
7. Eiseres is het er niet mee eens dat zij een bedrag aan ZEZ-uitkering moet terugbetalen. Zij heeft in beroep aangevoerd dat zij de belastinggegevens niet kan opvragen via haar DigiD en daarom de Belastingdienst heeft verzocht deze op te sturen. Zij heeft deze nog niet ontvangen en vraagt het Uwv om geduld.
beoordeling door de rechtbank
8. De hoogte van de ZEZ-uitkering is geregeld in artikel 3:23 van de Wet arbeid en zorg. Het Uwv heeft in het verweerschrift toegelicht hoe de hoogte van de uitkering van eiseres aan de hand van deze bepaling is berekend. De rechtbank ziet geen aanleiding deze berekening onjuist te achten.
9. Eiseres heeft niet betwist dat de gegevens die het Uwv heeft gehanteerd juist zijn. Eiseres heeft evenmin informatie aangeleverd waaruit blijkt dat het Uwv van andere gegevens zou moeten uitgaan en zo ja, van welke. Op verzoeken van het Uwv van 31 augustus 2020 en 17 november 2020 om belastinggegevens te verstrekken over de jaren 2014 en 2015 heeft eiseres niet gereageerd. Ook nadat zij tijdens de hoorzitting nog in de gelegenheid is gesteld die informatie te verstrekken heeft eiseres hiervan geen gebruik gemaakt.
10. De rechtbank overweegt dat eiseres ruim de tijd heeft gehad om de gevraagde gegevens aan te leveren. Dat zij deze niet kon verkrijgen met haar DigiD is niet aannemelijk gemaakt. Eiseres heeft geen stuk overgelegd waaruit dit blijkt en evenmin een stuk waaruit blijkt dat zij de Belastingdienst heeft gevraagd de betreffende stukken op te sturen.
11. Onder deze omstandigheden bestond er voor het Uwv geen aanleiding om van andere dan de beschikbare gegevens uit te gaan. Dat betekent dat het Uwv het recht van eiseres op de ZEZ-uitkering op goede gronden heeft herzien en het ten onrechte uitgekeerde bedrag heeft teruggevorderd.
12. Het beroep is ongegrond.
13. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Sullivan, rechter, in aanwezigheid van
mr. J.A. Lammertink, griffier.
De uitspraak is in het openbaar uitgesproken op 13 december 2021.
griffier
rechter
Afschrift verzonden op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hoger beroepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.