Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
“3.8. (…) Uit de stukken komt duidelijk naar voren dat hoofdzakelijk de vrouw het beheer en onderhoud van de woningen op zich heeft genomen en zorg heeft gedragen voor voldoening van de lasten van de woningen en de man zich niet bijzonder heeft ingespannen om hieraan bij te dragen. Het is denkbaar dat de vrouw hieraan meer heeft uitgegeven dan zij op grond van de onderlinge verhouding van haar en de man had hoeven doen. Gezien echter het lange tijdsverloop en de afwezigheid van een volledig overzicht van de inkomsten en lasten van de woningen zijn deze uitgaven thans niet voldoende concreet vast te stellen.”