In deze zaak, die op 17 december 2021 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben eisers, beiden wonende in Malta, een kort geding aangespannen tegen VASTGOEDPLAN NEDERLAND B.V., die niet is verschenen. De eisers, vertegenwoordigd door advocaten mr. J.J. Dijkman en mr. C.C. van Meurs-Janssens, hebben verzocht om nakoming van een koopovereenkomst. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 december 2021 hebben eisers hun vorderingen uiteengezet en verzocht om vonnis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke formaliteiten voldeed en heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagde.
Eisers hebben een akte vermeerdering van eis ingediend, maar deze was niet aan de gedaagde betekend. De rechtbank heeft geoordeeld dat, op basis van artikel 130 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de vermeerdering van eis buiten beschouwing moet worden gelaten, omdat deze niet tijdig bij exploot aan de gedaagde is kenbaar gemaakt. De rechtbank heeft vervolgens de vorderingen van eisers toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond werden geacht.
De voorzieningenrechter heeft de gedaagde veroordeeld om binnen veertien dagen de koopovereenkomst na te komen door een bedrag van € 295.000,00 te betalen aan eisers, met bijkomende kosten. Daarnaast is een dwangsom van € 10.000,00 per dag opgelegd voor het geval de gedaagde niet aan de veroordeling voldoet. De gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten aan eisers, evenals de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.