Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Regional Court in Radom(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Regional Court in Radomvan 25 november 2008 (II K 107/08). Daarnaast wordt melding gemaakt van een verzamelvonnis van de
District Court in Radomvan 25 mei 2010 (II K 962/08) waarbij de straffen zijn samengevoegd die zijn opgelegd bij de vonnissen van:
- de
- de
- de
Provincial Court in Radom, staat vermeld dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij de processen die tot de bovenstaande vonnissen van 25 november 2008, 18 januari 2002, 26 maart 2004 en 10 juli 2007 hebben geleid.
- 8 jaren op grond van het vonnis van 25 november 2008; en
- 4 jaren op grond van de uitspraak van 25 mei 2010,
- 8 maanden en 17 dagen; en
- 1 jaar, 3 maanden en 18 dagen.
District Court in Radomvan 25 mei 2010 (II K 962/08) heeft geleid. Uit de aanvullende informatie van 10 november 2021 blijkt echter dat de opgeëiste persoon in persoon is gedagvaard op 13 mei 2010. Op 17 mei 2010 heeft de opgeëiste persoon afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn op de zitting. Op 15 juni 2010 is de beslissing van 25 mei 2010 aan de opgeëiste persoon overhandigd en is hij op de hoogte gesteld van zijn recht om in hoger beroep te gaan. De opgeëiste persoon heeft van dat recht geen gebruik gemaakt.
4.Strafbaarheid
District Court in Radomvan 26 maart 2004 (II K 820/03) waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit dit strafbare feit heeft aangeduid als een feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 22, te weten:
Regional Court in Radomvan 25 november 2008 (II K 107/08), de
District Court in Radomvan 18 januari 2002 (VII K 907/01) en de
District Court in Radomvan 10 juli 2007 (II K 571/05) niet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, indien voldaan wordt aan de kaderbesluitconform uitgelegde eisen die in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, OLW juncto artikel 7, eerste lid, onder a 2°, OLW zijn neergelegd.
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[de opgeëiste persoon]aan de
Regional Court in Radom(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.