Op 8 december 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was ingediend door de officier van justitie. De vordering dateert van 27 februari 2019 en betreft de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Polen. De zaak heeft een lange procesgang gekend, met zittingen op 18 juni 2019, 2 september 2021 en uiteindelijk op 8 december 2021. Tijdens de zitting op 2 september 2021 was de opgeëiste persoon niet aanwezig vanwege ernstige ziekte. Op 5 november 2021 is de opgeëiste persoon overleden, wat leidde tot de vordering van de officier van justitie om niet-ontvankelijk te worden verklaard in de zaak. De rechtbank heeft deze vordering gehonoreerd, aangezien de officier van justitie niet langer in staat was om de vordering voort te zetten. De rechtbank heeft de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, en deze beslissing is uitgesproken ter openbare zitting op 8 december 2021. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.