ECLI:NL:RBAMS:2021:7765

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
5 januari 2022
Zaaknummer
21/5597
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om toestemming voor uitbreiding van de vervolging in het kader van de Overleveringswet

Op 15 december 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de internationale rechtszaal, een beslissing genomen op een verzoek om toestemming voor uitbreiding van de vervolging, ingediend door de officier van justitie. Dit verzoek was gedaan op basis van artikel 14 van de Overleveringswet (OLW) en betreft een persoon die in Duitsland is gedetineerd. De leidende hoofdofficier van justitie in Keulen had op 13 oktober 2021 een verzoek ingediend, waarin de benodigde gegevens volgens het Kaderbesluit 2002/584/JBZ waren opgenomen. De opgeëiste persoon en zijn raadslieden kregen de gelegenheid om hun standpunt kenbaar te maken, maar hebben hier niet op gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorhanden zijnde stukken voldoende zijn om een beslissing te nemen, waarbij de rechten van de verdediging van de overgeleverde persoon volledig zijn gerespecteerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek toewijsbaar is, aangezien de feiten waarvoor de vervolging wordt uitgebreid, onder de OLW vallen. De rechtbank verleent daarom toestemming voor de uitbreiding van de vervolging, zoals verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

RK-nummer: 21/5597
Datum beslissing: 15 december 2021
BESLISSING
op de vordering ex artikel 14, derde lid, Overleveringswet (hierna: OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank op 18 oktober 2021, strekkende tot het in behandeling nemen van een verzoek om toestemming te verlenen voor uitbreiding van de vervolging als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, OLW. Dit verzoek is ingediend door de leidende hoofdofficier van justitie in Keulen (Duitsland) op 13 oktober 2021 en betreft:
[overgeleverde persoon] ,
geboren op [geboortedag] 1960 te [geboorteplaats] (Duitsland),
thans gedetineerd in [detentieplaats] ,
hierna te noemen: de overgeleverde persoon.

1.Beoordeling

Het verzoek bevat de gegevens als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ. De opgeëiste persoon en zijn raadslieden zijn op 18 november 2021 door de
Staatsanwaltschaft Kölnin de gelegenheid gesteld om vóór 24 november 2021 een standpunt kenbaar te maken ten aanzien van voornoemd verzoek. Hier is niet op gereageerd. De voorhanden zijnde stukken zijn toereikend om - met volledige eerbiediging van de rechten van verdediging van de overgeleverde persoon - een beslissing te nemen. [1]
Het verzoek betreft een feit ten aanzien waarvan krachtens de OLW overlevering had kunnen worden toegestaan.
De rechtbank zal daarom het verzoek toewijzen.

2.Beslissing

De rechtbank:
verleent op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, en derde lid, OLW toestemming voor uitbreiding van de vervolging van
[overgeleverde persoon]voor het feit zoals vermeld in het verzoek.
Deze beslissing is genomen op 15 december 2021 door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. J.A.A.G. de Vries en J.P.W. Helmonds, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Dijk, griffier.

Voetnoten

1.HvJ EU 26 oktober 2021, C-428/21 PPU en C-429/21 PPU, ECLI:EU:C:2021:876, punt 63-68.