ECLI:NL:RBAMS:2021:7787

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 december 2021
Publicatiedatum
7 januari 2022
Zaaknummer
AWB - 21 _ 4121
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onvoldoende duidelijkheid bij parkeerbelasting naheffingsaanslag door heffingsambtenaar

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 24 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], wonende te Amstelveen, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De zaak betreft een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan [eiser] was opgelegd op 27 mei 2021, omdat hij op tweede pinksterdag parkeerde zonder een geldig parkeerrecht. [eiser] had een dagkaart gekocht, maar het systeem had de datum van zijn dagkaart automatisch een dag later gezet, waardoor hij op de feestdag een zondagkaart had moeten aanschaffen.

De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar van [eiser] ongegrond, waarna [eiser] beroep instelde. Tijdens de zitting op 17 november 2021 was [eiser] aanwezig, terwijl de heffingsambtenaar vertegenwoordigd was door [naam]. De rechtbank oordeelde dat de informatie op de parkeerautomaat onvoldoende duidelijk was over de geldigheid van de dagkaart en dat [eiser] niet op de hoogte was dat hij een zondagkaart had moeten kopen.

De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag ten onrechte was opgelegd en verklaarde het beroep gegrond. De rechtbank vernietigde de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag, en droeg de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 49 aan [eiser] te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 21/4121

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 december 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te Amstelveen, eiser,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, verweerder.

Procesverloop

Op 27 mei 2021 heeft de heffingsambtenaar aan [eiser] een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd.
Met een uitspraak op bezwaar van 29 juni 2021 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van [eiser] ongegrond verklaard.
[eiser] heeft hiertegen beroep ingesteld.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is behandeld op de zitting van 17 november 2021. [eiser] is verschenen. De heffingsambtenaar is verschenen in de persoon van [naam] .

Overwegingen

1. De heffingsambtenaar heeft aan [eiser] een naheffingsaanslag opgelegd omdat hij op maandag 24 mei 2021 parkeerde zonder een geldig parkeerrecht. [eiser] had die dag een dagkaart gekocht, maar het systeem had de datum van zijn dagkaart automatisch een dag later gezet. [eiser] had namelijk een dagkaart gekozen voor maandag tot en met zaterdag, maar het was tweede pinksterdag en dus een feestdag. [eiser] had voor die dag een zondagkaart moeten aanschaffen.
2. [eiser] vindt dat de naheffingsaanslag ten onrechte is opgelegd. Hij vindt dat onvoldoende duidelijk is aangegeven dat hij een zondagskaart moest kopen. Bovendien heeft hij ook op de dag daarna een dagkaart gekocht, dus hij heeft de dag daarna niet alsnog gebruik kunnen maken van die dagkaart.
3. De heffingsambtenaar betoogt dat voldoende duidelijk was welke dagkaart [eiser] had moeten aanschaffen. Op het scherm van de parkeerautomaat is namelijk te zien dat onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds maandag tot en met zaterdag en anderzijds zon- en feestdagen. Wanneer op de knop ‘info’ wordt gedrukt, is te zien welke dagen feestdagen zijn. Voordat de parkeerder betaalt, wordt bovendien aangegeven op welke datum de dagkaart geldig is. Ook op het kaartje zelf wordt de datum vermeld. [eiser] had dus op verschillende momenten kunnen zien dat zijn dagkaart niet geldig was.
4. De rechtbank oordeelt dat niet voldoende duidelijk was dat [eiser] een zondagkaart had moeten kopen. [eiser] moest kiezen tussen een dagkaart voor maandag tot en met zaterdag of een dagkaart voor de zondag. Daarbij was niet aangegeven dat feestdagen gelden als zondag.
5. De rechtbank oordeelt verder dat de parkeerautomaat onvoldoende duidelijk maakte dat de gekochte dagkaart die dag niet geldig was. Wel gaf het scherm de datum van de dagkaart weer, maar deze stap in het systeem was visueel helemaal gericht op het verschuldigde bedrag en de keuze tussen credit card en bankpas:
Omdat de meeste mensen een parkeerrecht kopen voor onmiddellijk gebruik had een duidelijkere waarschuwing voor de hand gelegen. Daar komt in dit geval bij dat [eiser] ook voor de dag erna een dagkaart heeft gekocht en hij dus niet twee dagen heeft willen parkeren met één dagkaart. Daarom zal de rechtbank de naheffingsaanslag vernietigen.
6. Dit betekent dat [eiser] gelijk krijgt en het beroep gegrond is. Ook bepaalt de rechtbank dat de heffingsambtenaar het door [eiser] betaalde griffierecht vergoedt.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • vernietigt de naheffingsaanslag;
  • draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 49 aan [eiser] te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F.L. Bolkestein, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.L. Pijpers, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 december 2021 .
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.