Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlasteleggingen
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.Het bewijs
6.Motivering van de straf
7.Benadeelde partij
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
6 (zes) maanden.
1 (één) maand, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegdzal worden, tenzij later anders wordt gelast.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
maatregeldat de veroordeelde voor de duur van
3 (drie) jaar:
nietzal
ophoudenbinnen een straal van 100 meter van de woning van aangeefster, op dit moment het adres [woonplaats slachtoffer] .
geenenkele wijze - direct of indirect -
contactzal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren [geboorte dag slachtoffer]
iedere keerdat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximale totale duur van 6 (zes) maanden.
dadelijk uitvoerbaaris.
benadeelde partij[slachtoffer] toe tot een bedrag van € 10.000,- (tienduizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (1 januari 2021) tot aan de dag van de algehele voldoening.