ECLI:NL:RBAMS:2021:7972

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
1 februari 2022
Zaaknummer
C13/706145 / HA ZA 21/744
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
  • M. Speksnijder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake depot originele overeenkomst in civiele procedure

In deze civiele procedure, aangespannen door de besloten vennootschap FARO ITALIA S.R.L. (hierna: 'Faro') tegen de besloten vennootschap VAN BEERS B.V. en een tweede gedaagde, heeft de rechtbank Amsterdam op 15 december 2021 een tussenuitspraak gedaan in een incident. De zaak betreft een vordering van Van Beers c.s. die Faro verzoekt om het origineel van een vaststellingsovereenkomst van 1 juli 2020 ter griffie te deponeren. Van Beers c.s. stelt dat zij deze overeenkomst niet heeft ondertekend en wil de echtheid van de handtekeningen verifiëren. Faro voert verweer en betwist de onderbouwing van de vordering van Van Beers c.s. De rechtbank oordeelt dat Van Beers c.s. voldoende belang heeft bij de vordering en beveelt Faro om het origineel van de overeenkomst binnen 28 dagen te deponeren. De vordering tot overlegging van correspondentie wordt afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing. De beslissing over de kosten van het incident wordt aangehouden. In de hoofdzaak wordt een mondelinge behandeling gepland op 14 maart 2022, waarbij partijen in persoon moeten verschijnen. De rechter die de zaak behandelt is mr. M. Speksnijder, maar het kan zijn dat de zaak aan een andere rechter wordt toegewezen. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 15 december 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/706145 / HA ZA 21/744
Vonnis in incident van 15 december 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap naar buitenlands recht
FARO ITALIA S.R.L.,
gevestigd te Sommacampagna (Italië),
advocaat mr. C.A.M. Jansen,
eiseres,
t e g e n :
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN BEERS B.V.,
gevestigd te Kaatsheuvel,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. E.J.C. van Gelderen,
gedaagden.
Eiseres zal hierna worden aangeduid als “Faro” en gedaagden zullen hierna in vrouwelijk enkelvoud worden aangeduid als “Van Beers c.s.”.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 28 juli 2021;
  • de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel verzoek tot deponering van stukken van 29 september 2021;
  • de conclusie van antwoord in incident van 13 oktober 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling in het incident

2.1.
Van Beers c.s. vordert in het incident dat Faro op grond van artikel 85 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) wordt bevolen om binnen 14 dagen het origineel van de vaststellingsovereenkomst van 1 juli 2020, ter griffie van de rechtbank Amsterdam te deponeren. Daarnaast vordert Van Beers c.s. dat Faro op grond van artikel 22 Rv wordt bevolen om de correspondentie behorende bij de ondertekening van die vaststellingsovereenkomst te overleggen. Dit, beide op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag (waaronder begrepen een gedeelte van een dag) en onder veroordeling van Faro in de kosten van dit incident, te vermeerderen met wettelijke rente.
2.2.
Van Beers c.s. legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Faro haar vorderingen in de hoofdzaak baseert op de vaststellingsovereenkomst van 1 juli 2020, waarvan Faro een kopie heeft overgelegd als productie 12 bij de dagvaarding. Van Beers c.s. betwist dat zij deze overeenkomst heeft gesloten en stelt dat zij deze niet heeft ondertekend. Van Beers wil de echtheid van de handtekeningen onder de vaststellingsovereenkomst kunnen verifiëren om zich te verweren tegen de vorderingen van Faro.
2.3.
Faro voert verweer. Zij stelt – samengevat – dat Van Beers c.s. haar vordering in het incident onvoldoende heeft onderbouwd door niet te stellen door wie, hoe en waarom de vaststellingsovereenkomst zou zijn vervalst. Voor het geval de vordering voor wat betreft de vaststellingsovereenkomst wordt toegewezen, verzoekt Faro de termijn te verlengen naar 28 dagen zodat zij voldoende tijd heeft het origineel vanuit Italië te (laten) brengen naar de griffie van de rechtbank. Voor zover het de gevorderde correspondentie betreft, voert Faro aan dat onduidelijk is op welke correspondentie de vordering van Van Beers c.s. betrekking heeft. Indien Van Beers c.s. een beroep wil doen op correspondentie tussen haar en Faro, dient zij deze volgens Faro zelf in het geding te brengen.
2.4.
De rechtbank overweegt dat de partij die zich op een stuk beroept verplicht is dit ter griffie te deponeren, indien zijn wederpartij verklaart inzage in het stuk zelf te verlangen (artikel 85 lid 2 Rv). Van Beers c.s. heeft dat verklaard en heeft daarbij ook voldoende belang, nu zij heeft aangegeven de echtheid van de handtekeningen te willen verifiëren. Verdere onderbouwing van de stelling dat sprake is van een vervalste handtekening is daarvoor niet nodig. Dit betekent dat deze vordering van Van Beers c.s. wordt toegewezen, waarbij de termijn wordt gesteld op 28 dagen nu niet is gebleken dat Van Beers c.s. met deze verlenging in haar belangen wordt geschaad. Er bestaat vooralsnog onvoldoende aanleiding het bevel te versterken met de gevorderde dwangsom.
2.5.
De vordering van Van Beers c.s. tot overlegging van correspondentie wordt bij gebrek aan enige onderbouwing afgewezen.
2.6.
De beslissing ten aanzien van de kosten in het incident wordt aangehouden.

3.In de hoofdzaak

3.1.
Nu is gedagvaard en voor antwoord is geconcludeerd, beveelt de rechtbank een verschijning van partijen ter terechtzitting.
3.2.
De zitting heeft tot doel:
- het verkrijgen van inlichtingen
- het beproeven van een schikking
- de verdere instructie van de zaak.
Voorts kan de mogelijkheid van verwijzing naar mediation worden besproken.
3.3.
Partijen zullen ieder de gelegenheid krijgen gedurende ten hoogste tien minuten hun standpunten toe te lichten. Eventuele daarop betrekking hebbende spreekaantekeningen kunnen worden overgelegd en zullen in het procesdossier worden gevoegd.
3.4.
De rechtbank hanteert de volgende termijnen:
- wijziging van eis: uiterlijk tien dagen vóór de mondelinge behandeling in het bezit van rechtbank en wederpartij;
- nadere producties: uiterlijk tien dagen vóór de mondelinge behandeling in het bezit van rechtbank en wederpartij.
Stukken die, zonder toestemming van de wederpartij, nadien door de rechtbank worden ontvangen, kunnen worden geweigerd; daarover zal ter zitting worden beslist.
3.5.
De datum van de mondelinge behandeling is bepaald aan de hand van beschikbare data van beide partijen. Er kan alleen nog uitstel worden verleend in de volgende gevallen:
a. indien tussen de dag waarop de verhinderdata uiterlijk moesten zijn opgegeven en de datum waarop de dagbepaling heeft plaatsgevonden meer dan een week is verstreken, of
b. indien sprake is van klemmende redenen of overmacht.
3.6.
Na de behandeling van de zaak wordt het verdere verloop van de procedure bepaald. De rechter kan ter zitting een mondeling vonnis wijzen of een datum voor een schriftelijk vonnis bepalen. Een vonnis kan een einduitspraak zijn of een tussenbeslissing, bijvoorbeeld over een bewijsopdracht. Partijen zullen slechts gelegenheid krijgen voor een nadere conclusie, indien dit met het oog op hoor en wederhoor of een goede instructie van de zaak noodzakelijk is.

4.Beslissing

De rechtbank:
in het incident
4.1.
beveelt Faro om binnen 28 dagen na heden het origineel van de vaststellingsovereenkomst van 1 juli 2020 ter griffie van de rechtbank Amsterdam te deponeren;
4.2.
houdt de beslissing over de kosten van het incident aan;
4.3.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in de hoofdzaak
4.4.
gelast partijen in persoon, rechtspersonen vertegenwoordigd door een bevoegde bestuurder of een door het bestuur schriftelijk gemachtigde, en desgewenst vergezeld van de raadslieden te verschijnen tot het in de rechtsoverwegingen aangegeven doel;
4.5.
bepaalt dat de mondelinge behandeling zal plaatsvinden op
maandag 14 maart 2022 van 9.30 uur tot 11.00 uurin het gebouw van deze rechtbank, Parnassusweg 280 te Amsterdam;
4.6.
de rechter die uw zaak op de zitting behandelt is mr. M. Speksnijder. De naam van de rechter is nog niet definitief. Het kan zijn dat uw zaak nog aan een andere rechter wordt toegedeeld. In het geval uw zaak aan een andere rechter wordt toegedeeld krijgt u hiervan uiterlijk twee werkdagen voorafgaand aan de zitting bericht;
4.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Speksnijder en in het openbaar uitgesproken op
15 december 2021. [1]

Voetnoten

1.coll: HAV05