ECLI:NL:RBAMS:2021:7985

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 december 2021
Publicatiedatum
4 februari 2022
Zaaknummer
C/13/710325 / KG ZA 21-970
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming huurwoning in kort geding afgewezen wegens onvoldoende bewijs van onderverhuur en prostitutie

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 december 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting Eigen Haard en de gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. Eigen Haard vorderde ontruiming van een huurwoning, omdat zij meende dat de woning werd onderverhuurd en gebruikt voor prostitutie. De gedaagden hebben echter verweer gevoerd en stelden dat zij zich aan de huurovereenkomst hebben gehouden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen voldoende bewijs was dat de woning daadwerkelijk voor prostitutie werd gebruikt en dat de gedaagden zich niet schuldig hadden gemaakt aan ernstige tekortkomingen in de huurovereenkomst. De rechter oordeelde dat de gedaagden niet in de woning verbleven op het moment van de meldingen en dat de situatie niet als een klassiek voorbeeld van onderverhuur kon worden gekwalificeerd. De vordering tot ontruiming werd afgewezen, en Eigen Haard werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in ontruimingszaken en de bescherming van huurders tegen onterechte beschuldigingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/710325 / KG ZA 21-970 AB/MvG
Vonnis in kort geding van 30 december 2021
in de zaak van
de stichting
WONINGSTICHTING EIGEN HAARD,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 3 december 2021,
advocaat mr. M.G. Blokziel te Almere,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

advocaat mr. A. Tariki te Arnhem,
2.
[gedaagde 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. A. Tariki te Arnhem,
3.
HEN DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK OF EEN GEDEELTE DAARVAN, PLAATSELIJK BEKEND ALS [adres] TE AMSTERDAM,
gedaagden,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna Eigen Haard, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 16 december 2021 heeft Eigen Haard haar vorderingen toegelicht. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben verweer gevoerd, mede aan de hand van een op voorhand ingediende conclusie van antwoord. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ook een pleitnotitie. Vonnis is bepaald op vandaag.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
- aan de zijde van Eigen Haard: [naam 1] en [naam 2] , medewerkers woonfraude, met mr. Blokziel;
- [gedaagde 1] en [gedaagde 2] met mr. Tariki.

2.De feiten

2.1.
Sinds 11 maart 2003 huurt [gedaagde 1] van Eigen Haard een driekamerwoning aan de [adres] in Amsterdam. Sinds maart 2009 woont haar jongere broer [gedaagde 2] bij haar in en staat hij op dat adres ingeschreven.
2.2.
Naar aanleiding van anonieme meldingen op 4 en 11 mei 2021, dat in de woning prostitutie zou worden bedreven, is Eigen Haard een onderzoek gestart. Op 21 mei 2021 hebben twee medewerkers van Eigen Haard, de woning bezocht, maar daar niemand aangetroffen. Vanwege maatregelen in verband met corona heeft Eigen Haard daarna enige tijd geen actie ondernomen.
2.3.
Eigen Haard heeft een proces-verbaal van 22 oktober 2021 van de politie ontvangen, waarin onder meer het volgende staat:

(…) Op woensdag 20 oktober 2021 (…) hebben wij verbalisanten, (…), een onderzoek ingesteld (…). Dit naar aanleiding van een Misdaad Anoniem Melding die binnen gekomen is bij de politie op 30 april 2021. Deze melding gaf aan dat er illegale prostitutie zou plaatsvinden op de [adres] te Amsterdam.
Diverse keren ben ik (…) langs geweest op het adres. In totaal een keer op 10. Dit is zowel in de ochtend, middag als de avond geweest. Hierbij heb ik nooit iemand in de woning aangetroffen.
Samen met het prostitutieteam van de Gemeente Amsterdam ben ik op 30 en 31 juli 2021 langs geweest op het adres. Hier hebben wij niemand aangetroffen. Ook heeft het prostitutieteam op dat moment geen advertenties aangetroffen van sekswerkers die naar dat adres kunnen leiden. (…)
Wat mij (…) opviel bij controle van de centrale politiesystemen is dat er op 6 mei 2021 een melding binnen gekomen is bij de politie van een mogelijke inbraak woning op [adres] . Hierbij hebben mijn collega s het volgende vastgelegd onder proces-verbaalnummer (…)
Melding inbraak heterdaad [adres] . Was vermoedelijk geen inbraak maar ze zochten iemand. Stonden mannen aan de deur te bonken. Toen we ter plaatse kwamen waren de mannen al weg, meldster had hen niet gezien. Bewoonster was een Spaanse, namelijk [naam 3] .
[naam 3] vertelde dat er mannen aan de deur stonden, die wilden naar binnen. (…)
Ze heeft een vriendin (onderhuur? Want er staan gewoon Nederlandse mensen ingeschreven) … Anyways, die vriendin heet [naam 4] en is ook Spaans. (…)
Ik, (…), heb een onderzoek gedaan naar de persoon [naam 4] (…). In een aangifte (…) kwam ik een persoon tegen genaamd (…) [naam 5] (…). In de aangifte geeft (…) [naam 5] aan dat zij in Nederland werkt als prostitué en gebruik maakt van (…) de website [webadres] waar zij te boeken is onder de naam [naam 6] . (…)
In twee andere Meld Misdaad Anoniem Meldingen over de [adres] te Amsterdam wordt gesproken over illegale prostitutie waarvan 1 van de vrouwen te boeken is onder de bedrijfsnaam [naam 6] en dat haar naam (…) [naam 5] is.
Dit geeft mij sterkt de indruk dat (…) [naam 5] onder de bedrijfsnaam [naam 6] , en naam (…) [naam 5] actief is geweest in de prostitutie op het adres [adres] te Amsterdam.
Bevindingen 20 oktober 2021
Op 20 oktober 2021 gingen wij (…) langs het adres [adres] te Amsterdam. Ten tijden dat wij aan de voordeur stonden kwamen er drie personen de trap opgelopen die zich kenbaar maakten als de bewoners (…).
Deze drie personen (…) hadden de Bulgaarse nationaliteit.
(…) [naam 7] voerde het woord en beantwoordde onze vragen.
Wij hoorden [naam 7] verklaren dat: zij op 29 september de sleutel hebben gekregen van een vrouw die zij hebben leren kennen op Facebook. De vrouw zou ook van Bulgaarse afkomst zijn en in Dordrecht wonen. De vrouw uit Dordrecht zou [naam 8] heten (…). Verder weten zij niet wie deze vrouw is. Het zou een kennis zijn van de oorspronkelijke bewoners van het pand. (…)
[naam 7] verklaarde verder dat zij hier zijn om werk te vinden en voor een medische operatie. Zij zijn opzoek naar een woning in Zaandam en hebben vrijdag 22 oktober 2021 een bezichtiging van een woning. (…)
[naam 7] verklaarde dat zei het huis (…) gingen verlaten zodra zij een andere woning hadden gevonden. Zij kennen de oorspronkelijke bewoners (…) niet. (…)
Bij terugkomst op het politiebureau (…) melde zich enige tijd later (…) [gedaagde 1] (…)
Wij hoorde haar het volgende verklaren: illegale prostitutie? Dat kan niet. Ik verblijf op dat adres en er is geen illegale prostitutie.
Ik, (…) gaf aan dat ik al langer tijd op verschillende tijdstippen langs het adres ben geweest maar tot vandaag nooit iemand had aangetroffen.
In eerste instantie hoorde wij [gedaagde 1] verklaren dat zij 6 weken op vakantie is geweest. Dat dit de reden was dat er niet werd open gedaan. Ik, (…) gaf aan dat ik het langer dan 6 weken heb geprobeerd.
Wij, (…), hoorden dat [gedaagde 1] geen logische verklaring kon geven voor het aantreffen van de Spaanse vrouw [naam 3] op 06 mei 2021. Ook de drie aanwezige Bulgaarse mensen had [gedaagde 1] geen logische verklaring voor. (…)
Toen hoorde wij [gedaagde 1] verklaren: Ik verblijf daar met een vriendin. Ik zal haar voor jullie bellen.
(…) Wij hoorden dat er een vrouw de telefoon opnam. [gedaagde 1] gaf in de Engelse taal aan dat dit haar vriendin was die zij aan de lijn had. Wij hoorde de vrouw aan de andere kant van de lijn zeggen I am not your friend. Wij hoorde verbazing in de stem. Wij hoorde de stem zeggen dat zij de vrouw uit Dordrecht was. Kennelijk dezelfde vrouw als waar [naam 7] het eerder over had.
(…)
Ik, (…), heb [gedaagde 1] gevraagd het telefoongesprek te stoppen en dat zij voor mij het toneelspel niet verder hoefde te spelen. (…)”.
2.4.
Bij brief van 11 november 2021 heeft Eigen Haard [gedaagde 1] gevraagd de huurovereenkomst op te zeggen, omdat uit onderzoek is gebleken dat zij niet zelf in de woning woont, maar die aan anderen verhuurt. Aan dat verzoek heeft zij geen gehoor gegeven.
2.5.
[gedaagde 1] heeft een verklaring van 5 december 2021 van haar jongere broer [gedaagde 2] in het geding gebracht waarin, voor zover van belang, het volgende staat:

(…) Dankzij mijn zus, [gedaagde 1] , had ik een dak boven mijn hoofd tijdens mij relationele problemen. Gedurende deze periode, vanaf april 2021 tot en met oktober 2021, heb ik in de desbetreffende woning vrienden, familieleden en dames van plezier ontvangen. Dit zonder medeweten en/of toestemming van mijn zus.
(…) Tijdens de hiervoor genoemde periode verbleef mijn zus bij mijn ouders om zorg te verlenen. Zij ontving geen vergoeding en/of enige compensatie maar bood slechts onderdak aan. (…)
Op 30 november jongstleden, heb ik via mijn zus vernomen dat er een proces verbaal is opgemaakt. Hierin staat onder andere beschreven dat, een wijkagent op 20 oktober een 3-tal personen in het trappenhuis van de woning aan de [adres] heeft gesproken. Welke zich uitgaven als bewoners van de woning van mijn zus en in bezit waren van de voordeursleutel. Echter behoeft dit nadere duiding. Het waren vrienden van mijn toenmalige vriendin /”scharrel” [naam 8] , uit Bulgarije. Op 20 oktober hebben wij deze vrienden ontvangen in de woning (…). Zij waren bij mij en [naam 8] op bezoek. (…) Op 21ste zijn deze vrienden vertrokken naar andere vrienden die ik niet ken in Nederland. (…)”.

3.Het geschil

3.1.
Eigen Haard vordert, samengevat, gedaagden te veroordelen de woning binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen, met machtiging van Eigen Haard daarbij zo nodig de sterke arm in te schakelen en met veroordeling van gedaagden in de eventuele ontruimingskosten. Daarnaast vordert Eigen Haard veroordeling van gedaagden in de proces- en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover.
3.2.
Eigen Haard stelt zich op het standpunt dat [gedaagde 1] is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de huurovereenkomst, omdat de woning is gebruikt voor prostitutieactiviteiten en [gedaagde 1] zonder toestemming van Eigen Haard de woning heeft onderverhuurd. Dit volgt uit het proces-verbaal van de politie.
Eigen Haard heeft een spoedeisend belang bij ontruiming, omdat het gaat om een sociale huurwoning, waarvoor lange wachttijden bestaan.
3.3.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Bij de dagvaarding zijn jegens de niet verschenen gedaagden de bij de wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend. Jegens hen geldt dit vonnis als een vonnis op tegenspraak.
4.2.
Eigen Haard heeft een spoedeisend belang bij de ontruimingsvordering. Bij toewijzing van de vordering kan zij de woning na de ontruiming weer toevoegen aan het bestand van schaarse en sociale huurwoningen, waarvoor lange wachtlijsten bestaan. Zij moet dan ook op korte termijn weten hoe een rechter tegen deze vordering zal aankijken.
4.3.
In een kort geding kan een vordering tot ontruiming worden toegewezen als voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de huurovereenkomst zal ontbinden en van de eisende partij niet kan worden gevergd dat deze de uitkomst van een bodemprocedure afwacht. Artikel 6:265 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) komt erop neer dat de tekortkoming ernstig genoeg moet zijn om de ontbinding met haar gevolgen te rechtvaardigen. Daarbij moet worden gelet op alle omstandigheden van het geval.
4.4.
[gedaagde 1] huurt de driekamerwoning van Eigen Haard sinds 2003. Vanaf 2009 woont [gedaagde 2] daar ook. Zij hebben in de woning ieder een eigen slaapkamer.
4.5.
Tot mei 2021 was er niets aan de hand en is er nooit door buren en/of buurtbewoners geklaagd over overlast veroorzaakt door [gedaagde 1] of [gedaagde 2] .
Dat veranderde toen iemand anoniem melding maakte van prostitutie in de woning. Daarmee gingen (uiteraard) alle alarmbellen af.
4.6.
Blijkens het proces-verbaal is de politie in de periode daarna tien keer, waarvan twee keer met het anti-prostitutieteam van de gemeente Amsterdam, aan de deur geweest en is daar alle keren niemand aangetroffen. Dit wijst niet op veel bedrijvigheid in de vorm van prostitutie of anderszins vanuit het pand.
4.7.
Op 20 oktober 2021 stond de politie voor de deur en bleek een Bulgaars gezin in de woning te verblijven. De vader van dit gezin verklaarde aan de politie sinds 29 september 2021 in de woning te verblijven in afwachting van een huurwoning in Zaandam.
4.8.
Zowel [gedaagde 1] als [gedaagde 2] hebben ter zitting meegedeeld dat zij heel weinig thuis zijn vanwege hun werk. Verder heeft [gedaagde 1] verklaard dat zij mantelzorg verleent aan haar ouders, die op tien minuten van haar woning wonen en dat zij heel soms bij haar ouders blijft slapen.
4.9.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben desgevraagd verteld dat zij beiden van 9 augustus tot en met 11 september 2021 voor een vakantie in Marokko zijn geweest. In die periode had hun broer [gedaagde 2] de sleutel van de woning en die blijkt er een puinhoop van te hebben gemaakt. [gedaagde 2] had een Bulgaarse ‘scharrel’ die [naam 8] heet. Die heeft op haar beurt een Bulgaars gezin toegang gegeven tot de woning. In de schriftelijke verklaring van [gedaagde 2] (zie 2.5) staat dat hij van april 2021 tot en met oktober 2021 in de woning vrienden, familieleden en dames van plezier heeft ontvangen. Verder zegt hij daarin dat de door de politie op 20 oktober 2021 aangetroffen Bulgaren vrienden waren van zijn Bulgaarse scharrel.
4.10.
Dit roept een heleboel vraagtekens op. Het is onbegrijpelijk dat [gedaagde 1] die op 20 oktober 2021 volgens haar eigen verklaring al weer terug was uit Marokko, niet zou hebben geweten of hebben gemerkt dat er een Bulgaars gezin in haar woning verbleef.
4.11.
Het lijkt er dan ook op dat [gedaagde 1] (en wellicht ook [gedaagde 2] ) langer in Marokko zijn geweest dan zij hebben verklaard, althans langer niet in de woning zijn geweest dan van 9 augustus tot en met 11 september 2021. Als voor de duur van haar afwezigheid zou worden uitgegaan van de door [gedaagde 2] genoemde periode van april tot en met oktober 2021 valt alles echter op zijn plaats. Zowel de eerste melding in mei 2021 als verhalen over prostitutie en ene [naam 8] uit Dordrecht die een Bulgaars gezin in de woning zou hebben gelaten.
4.12.
Ook als van die langere periode wordt uitgegaan, is onvoldoende aannemelijk dat de bodemrechter tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning zou overgaan. Daarvoor is van belang dat [gedaagde 1] zich van 2003 tot en met april 2021 altijd heeft gehouden aan haar verplichtingen uit de huurovereenkomst. Ook is van belang dat het hier niet gaat om een klassiek voorbeeld van een sociale huurwoning die wordt onderverhuurd, terwijl de huurder daar niet meer woont, maar nog wel geld aan de woning verdient.
4.13.
Het gedrag van [gedaagde 2] kan weliswaar aan [gedaagde 1] worden toegerekend, maar voor haar viel redelijkerwijs niet te voorzien dat hij zich zo te buiten zou gaan. Bovendien is het gedaan met de overlast, nu [gedaagde 1] ter zitting heeft toegezegd dat zij hem niet meer alleen in de woning zal laten. Al met al is er een goede kans dat de bodemrechter de tekortkoming(en) van [gedaagde 1] in de nakoming van haar verplichtingen uit de huurovereenkomst deze keer nog door de vingers ziet. De gevorderde ontruiming wordt daarom afgewezen.
4.14.
Aangezien Eigen Haard geen belang heeft bij een gedeeltelijke ontruiming van de woning, wordt ook de gevorderde ontruiming jegens [gedaagde 2] en gedaagden sub III afgewezen.
4.15.
Eigen Haard zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] worden begroot op:
- griffierecht € 309,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.325,00.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagden,
5.2.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.3.
veroordeelt Eigen Haard in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot op heden begroot op € 1.325,00,
5.4.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 december 2021. [1]

Voetnoten

1.type: MvG