Op 11 augustus 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 20 mei 2021 te Amsterdam met een geladen vuurwapen op zak is aangehouden op het schoolplein van een basisschool. De verdachte, geboren in 2003, heeft het feit bekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om kennis te nemen van de zaak. De officier van justitie, mr. C.R. Zetsma, heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het feit, waarbij de rechtbank heeft geconstateerd dat het wapen en de munitie bij de verdachte zijn aangetroffen. De verdediging heeft geen verweer gevoerd tegen de tenlastelegging.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het ten laste gelegde feit bewezen is op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en de processtukken. De verdachte is strafbaar en er zijn geen omstandigheden die zijn strafbaarheid uitsluiten. De rechtbank heeft de ernst van het feit in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte. De officier van justitie heeft een jeugddetentie van 120 dagen geëist, waarvan 36 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft besloten het jeugdstrafrecht toe te passen, gezien de leeftijd van de verdachte en de omstandigheden van de zaak.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 120 dagen, waarvan 36 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Bij de strafoplegging zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en deelname aan een gedragsinterventie. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven en hoopt dat hij door het volgen van de voorwaarden zich positief zal ontwikkelen.