5.Bewezenverklaring en bewijs
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Ten aanzien van het in zaak A onder 1 ten laste gelegde:
op 6 april 2019 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben gedwongen tot de afgifte van
- 2 paar Airpods (oordopjes) en
- een pinpas (op naam van [slachtoffer 2] ) en
toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] immers hebben verdachte en zijn mededaders
- die voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] tegen gehouden door midden op het voetpad te staan en te zeggen dat die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] moesten stoppen en
- tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gezegd dat ze hun telefoons en geld moesten afgeven en de iCloud van hun telefoon moesten wissen en
- tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gezegd dat ze hun zaken leeg moesten maken en
- tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gezegd dat ze naar de grond moesten kijken en
- een mes naar de keel gebracht van die voorgenoemde [slachtoffer 1] en
- een pistool gericht op die [slachtoffer 2] en
- meerdere schoten gelost en
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gefouilleerd en
- tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gezegd dat ze vijf minuten moesten wachten tot hij verdachten en zijn mededaders weg waren;
Ten aanzien van het in zaak A onder 2 ten laste gelegde:
hij op 6 april 2019 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van een telefoon en geld, toebehorende aan die [slachtoffer 3] immers hebben verdachte en zijn mededaders
- die voornoemde [slachtoffer 3] tegen gehouden door midden op het voetpad te staan en te zeggen dat die [slachtoffer 3] moest stoppen en
- tegen die [slachtoffer 3] gezegd dat hij zijn telefoon en geld moest afgeven en
- die [slachtoffer 3] gefouilleerd en
- die [slachtoffer 3] geslagen met een pistool
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Ten aanzien van het in zaak A onder 3 primair ten laste gelegde:
op 8 november 2019 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van
- een Tommy Hilfiger horloge en
- een Rabobank bankpas (op naam van [slachtoffer 5] ) en
- een Ov kaart (op naam van [slachtoffer 5] )
toebehorende aan die [slachtoffer 5] , immers hebben verdachte en zijn mededaders
- de punt van een mes tegen de zij van die [slachtoffer 5] gehouden en
- dreigend een mes aan die [slachtoffer 4] getoond en
- tegen die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] gezegd dat zij hun telefoon moesten afgeven en
- die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] gefouilleerd en die eerdergenoemde iPhone 7 van die [slachtoffer 4] afgenomen en
- tegen die [slachtoffer 4] gezegd “je hebt drie seconden of anders spray ik je onder” en
- tegen die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] dat zij hun iCloud moesten wissen en
- tegen die [slachtoffer 5] gezegd dat hij op zijn knieën moest gaan zitten en naar
- tegen die [slachtoffer 5] gezegd dat hij zijn pincode moest afgeven en zijn overige waardevolle spullen moest afgeven en
- tegen die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] gezegd dat zij tien minuten moesten wachten tot hij, verdachte, en zijn mededaders weg waren
op 8 november 2019 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen,
toebehorende aan [slachtoffer 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, door
- de punt van een mes tegen de zij van die [slachtoffer 5] gehouden en
- dreigend een mes aan die [slachtoffer 4] getoond en
- tegen die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] gezegd dat zij hun telefoon moesten afgeven en
- die [slachtoffer 4] gefouilleerd en die eerdergenoemde iPhone 7 van die [slachtoffer 4] afgenomen en
- tegen die [slachtoffer 4] gezegd “je hebt drie seconden of anders spray ik je onder” en tegen die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] dat zij hun iCloud moesten wissen en
- tegen die [slachtoffer 5] gezegd dat hij op zijn knieën moest gaan zitten en naar
- tegen die [slachtoffer 5] gezegd dat hij zijn pincode moest afgeven en zijn overige waardevolle spullen moest afgeven en
- tegen die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] gezegd dat zij tien minuten moesten wachten tot hij, verdachte, en zijn mededaders weg waren;
Ten aanzien van het in zaak A onder 4 ten laste gelegde:
op 8 november 2019 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, 500 euro, toebehorend aan [slachtoffer 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders dat weg te nemen
geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder toestemming van die [slachtoffer 5] middels gebruik te maken van zijn pinpas en pincode 500 euro van diens rekening te pinnen;
ten aanzien van het in zaak B onder 1 ten laste gelegde:
in de periode van 7 tot en met 8 november 2019 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen, uit een (personen)auto (merk Honda) een uitleesapparaat voor storingen in
personenauto's en een kabel (iPhone) en een kussen (merk Ikea), toebehorende aan [slachtoffer 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben
gebracht door middel van verbreking van de ruit van die (personen)auto;
ten aanzien van het in zaak B onder 2 ten laste gelegde:
op 11 november 2019 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen uit een
(personen) auto (merk Fiat) een zonnebril en sleutels en een noodhamertje en twee zaklampen en 1,50 euro en twee USB-sticks en een auto aansteker, toebehorende aan [slachtoffer 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking van een ruit van die (personen)auto.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.