ECLI:NL:RBAMS:2021:8247

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 december 2021
Publicatiedatum
4 januari 2023
Zaaknummer
C/13/710911 / KG ZA 21-1009
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op openbaarmaking van adresgegevens in kort geding tussen eiser en BNNVARA tegen gedaagde

In deze zaak, die op 10 december 2021 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben eiser en de vereniging BNNVARA een kort geding aangespannen tegen gedaagde. De eisers vorderden een verbod op het openbaar maken van de adresgegevens van eiser, alsmede een gebod om deze gegevens te verwijderen uit alle publicaties die gedaagde verspreidt. De aanleiding voor de vorderingen was een uitzending van het BNNVARA-programma BOOS, waarin gedaagde werd aangesproken op vermeende misstanden in zijn tatoeagebedrijf. Gedaagde had, naar eigen zeggen, de intentie om beelden van eiser en zijn woning openbaar te maken, wat eiser als een ernstige inbreuk op zijn privacy beschouwde.

Tijdens de mondelinge behandeling hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Eiser en BNNVARA stelden dat het niet de bedoeling was dat het privéadres van eiser openbaar zou worden gemaakt, terwijl gedaagde zijn recht op vrije meningsuiting wilde uitoefenen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het openbaar maken van de adresgegevens van eiser een onrechtmatige inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer zou zijn. De rechter heeft de vorderingen van eiser en BNNVARA toegewezen, met uitzondering van een vordering die niet meer gehandhaafd werd. Gedaagde werd verboden om de adresgegevens van eiser openbaar te maken en werd verplicht deze gegevens te verwijderen uit zijn publicaties. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval gedaagde in strijd met het vonnis zou handelen.

Het vonnis is uitgesproken door voorzieningenrechter A.J. Beukenhorst, bijgestaan door griffier J.E. Tiddens, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De proceskosten werden verrekend, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/710911 / KG ZA 21-1009 AB/JT
Vonnis in kort geding van 10 december 2021
in de zaak van

1.[eiser] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2. de vereniging
OMROEPVERENIGING BNNVARA,
gevestigd te Hilversum,
eisers bij dagvaarding op verkorte termijn van 9 december 2021,
advocaat mr. L. Oranje te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna [eiser] , BNNVARA en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

Op de mondelinge behandeling van 10 december 2021 hebben [eiser] en BNNVARA de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft mede aan de hand van een tevoren toegestuurde conclusie van antwoord verweer gevoerd. [eiser] en BNNVARA hebben producties ingediend.
Op de mondelinge behandeling waren aanwezig:
- mr. Oranje namens [eiser] en BNNVARA;
- [gedaagde] .
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.Het geschil

2.1.
[eiser] en BNNVARA vorderen om bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
I. [gedaagde] op straffe van een dwangsom te verbieden, onmiddellijk na het wijzen van dit vonnis, op welke wijze dan ook, zoals bijvoorbeeld maar niet uitsluitend, via het internet, in e-mails, of via enig ander medium, adresgegevens van [eiser] openbaar te maken, waarbij onder het verbod vallen in elk geval uitingen zoals straatnaam, huisnummer, postcode, plaatsnaam en beelden van de straat en/of woning van [eiser] en gegevens van soortgelijke strekking, waardoor het privéadres van [eiser] bekend kan worden,
II. [gedaagde] op straffe van een dwangsom te gebieden, onmiddellijk na betekening van dit vonnis, alle adresgegevens van [eiser] zoals omschreven onder I. te (doen) verwijderen en verwijderd te (doen) houden uit iedere (online) publicatie die [gedaagde] verspreidt of doet verspreiden, en iedere verdere openbaarmaking van deze gegevens te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden,
III. [gedaagde] op straffe van een dwangsom te verbieden, onmiddellijk na betekening van dit vonnis, op welke manier dan ook, het privéadres van [eiser] in Amsterdam te bezoeken, dan wel te laten bezoeken,
IV. [gedaagde] te veroordelen in de proces- en nakosten.
2.2.
[gedaagde] voert verweer.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
In twee afleveringen van het BNNVARA programma BOOS is aandacht besteed aan [gedaagde] en zijn tatoeagebedrijf [bedrijf] en aan het verhaal van twee ex-werknemers, dat in dit bedrijf hygiëne- en veiligheidsvoorschriften zouden worden genegeerd. In een poging om [gedaagde] daarover aan te spreken heeft presentator [eiser] hem uiteindelijk met draaiende camera opgezocht terwijl hij bij zijn huis aan het joggen was.
3.2.
Onder het motto ‘wie kaatst kan de bal verwachten’ heeft [gedaagde] zich daarop met draaiende camera bij [eiser] thuis aan de voordeur vervoegd om hem te onderhouden over de uitzendingen van BOOS. [gedaagde] wil deze opnamen binnenkort op Youtube zetten.
3.3.
Partijen zijn het erover eens dat het tot de uitingsvrijheid van [gedaagde] behoort om in het openbaar zijn mening te geven over de uitzendingen, zoals het BNNVARA en [eiser] vrijstond mogelijke misstanden bij het tatoeagebedrijf aan de kaak te stellen. Zij zijn het er eigenlijk ook over eens dat het niet de bedoeling is dat via de door [gedaagde] openbaar gemaakte beelden het privéadres van [eiser] kan worden achterhaald. Dat zou een ernstige inbreuk zijn op de persoonlijke levenssfeer van [eiser] en in het geheel niet nodig voor het punt dat [gedaagde] met zijn publicatie wil maken. [gedaagde] zou daarmee dan ook onrechtmatig handelen jegens [eiser] .
3.4.
Partijen zijn tot kort voor de zitting bezig geweest om de zaak te regelen. Omdat [eiser] en BNNVARA, gezien de slechte verhoudingen, geen genoegen hoeven te nemen met de enkele toezegging van [gedaagde] dat het privéadres niet zal worden gedeeld en opdat [gedaagde] voordat hij gaat publiceren weet waar hij aan toe is, zullen de vorderingen onder I en II worden toegewezen zoals hierna is vermeld. De omstandigheid dat partijen het ook zonder vonnis wel eens waren over het niet-publiceren van (gegevens die kunnen leiden naar) het privéadres van [eiser] , is reden de proceskosten tussen hen te verrekenen zoals hierna is vermeld.
3.5.
De advocaat van [eiser] en BNNVARA heeft op de zitting gezegd dat de vordering onder III, die neerkomt op een straatverbod, niet zal worden gehandhaafd als de vorderingen onder I en II worden toegewezen. Over die derde vordering hoeft dus niet meer te worden beslist.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
verbiedt [gedaagde] , onmiddellijk na het wijzen van dit vonnis, op welke wijze dan ook, zoals bijvoorbeeld maar niet uitsluitend, via het internet, in e-mails, of via enig ander medium, adresgegevens (zoals in elk geval straatnaam, huisnummer, postcode, plaatsnaam en beelden van de straat en/of woning van [eiser] ) en gegevens van soortgelijke strekking,
waardoor het privéadres van [eiser] bekend kan worden, openbaar te maken,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] en BNNVARA een dwangsom te betalen van € 10.000,-- voor iedere keer dat hij handelt in strijd met het in 4.1 uitgesproken verbod, tot een maximum van € 100.000,-- is bereikt,
4.3.
gebiedt [gedaagde] , onmiddellijk na betekening van dit vonnis, alle adresgegevens van [eiser] zoals omschreven onder 4.1 te (doen) verwijderen en verwijderd te (doen) houden uit iedere (online) publicatie die [gedaagde] verspreidt of doet verspreiden, en iedere verdere openbaarmaking van deze gegevens te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] en BNNVARA een dwangsom te betalen van € 10.000,-- voor iedere dag of een gedeelte van een dag dat hij handelt in strijd met het in 4.3 uitgesproken gebod, tot een maximum van € 100.000,-- is bereikt,
4.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
verrekent de kosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J.E. Tiddens, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2021. [1]

Voetnoten

1.type: JT