Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser] ,
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
4.De beslissing
waardoor het privéadres van [eiser] bekend kan worden, openbaar te maken,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die op 10 december 2021 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben eiser en de vereniging BNNVARA een kort geding aangespannen tegen gedaagde. De eisers vorderden een verbod op het openbaar maken van de adresgegevens van eiser, alsmede een gebod om deze gegevens te verwijderen uit alle publicaties die gedaagde verspreidt. De aanleiding voor de vorderingen was een uitzending van het BNNVARA-programma BOOS, waarin gedaagde werd aangesproken op vermeende misstanden in zijn tatoeagebedrijf. Gedaagde had, naar eigen zeggen, de intentie om beelden van eiser en zijn woning openbaar te maken, wat eiser als een ernstige inbreuk op zijn privacy beschouwde.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Eiser en BNNVARA stelden dat het niet de bedoeling was dat het privéadres van eiser openbaar zou worden gemaakt, terwijl gedaagde zijn recht op vrije meningsuiting wilde uitoefenen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het openbaar maken van de adresgegevens van eiser een onrechtmatige inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer zou zijn. De rechter heeft de vorderingen van eiser en BNNVARA toegewezen, met uitzondering van een vordering die niet meer gehandhaafd werd. Gedaagde werd verboden om de adresgegevens van eiser openbaar te maken en werd verplicht deze gegevens te verwijderen uit zijn publicaties. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval gedaagde in strijd met het vonnis zou handelen.
Het vonnis is uitgesproken door voorzieningenrechter A.J. Beukenhorst, bijgestaan door griffier J.E. Tiddens, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De proceskosten werden verrekend, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.