Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
C/13/702410 / HA RK 21-178
1.[verzoeker 1] ,
[verzoeker 2],
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 4 mei 2021;
- de tussenbeschikking van 1 juli 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- het verweerschrift, tevens houdende een voorwaardelijk zelfstandig verzoekschrift tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht, ingekomen ter griffie op 30 augustus 2021;
- de e-mail van 5 september 2021 met bijlage, van de zijde van [verzoekers] ;
- de e-mail van 16 september 2021 met bijlage, van de zijde van [verzoekers] ;
- de e-mail van 28 september 2021 van de zijde van de Politie.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
bis-Verordening [1] , omdat die zaak een burgerlijke of handelszaak zal zijn. Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie kan worden afgeleid dat de rechtsmacht ten aanzien van een verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor op de bevoegdheidsregels van Brussel I
bis-Verordening kan worden gebaseerd zonder dat daaraan nadere voorwaarden worden gesteld. Als uitgangspunt geldt dus dat wanneer de Nederlandse rechter zijn bevoegdheid in de hoofdzaak kan baseren op de Brussel I
bis-Verordening, hij ook bevoegd is om kennis te nemen van een ten behoeve van die hoofdzaak verzocht voorlopig getuigenverhoor. In de mogelijk door [verzoekers] tegen de Politie aanhangig te maken zaak zal de Nederlandse rechter rechtsmacht kunnen ontlenen aan artikel 7, punt 2, Brussel I
bis-Verordening, omdat het schadebrengende feit zich in Amsterdam heeft voorgedaan. Hierdoor (en het bepaalde in artikel 102 Rv in samenhang met artikel 187 lid 1 Rv) is deze rechtbank ook relatief bevoegd om van het verzoek kennis te nemen.
mr. Korver en de (zaaks)officier is de Politie in de gelegenheid gesteld zich hierover uit te laten. Bij e-mail van 29 september 2021 heeft mr. Bolt de rechtbank bericht dat er van de zijde van de Politie geen bezwaar bestaat tegen het verstrekken van de correspondentie zoals die in kopie is gevoegd bij de e-mail van 16 september 2021, aan de deskundigen.
5.De beslissing
woensdag 15 december 2021van
09.00 tot 12.00 uur,
binnen twee wekenna de datum van deze beschikking schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank ter attentie van de rekestenadministratie van de afdeling privaatrecht - om een nadere dag - en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in de drie maanden volgend op genoemde datum,
Kent u een van de betrokkenen en voelt u zich in deze kwestie vrij om te rapporteren?
Beschikt u over voldoende gegevens om de vragen te beantwoorden? Zo nee, wilt u aangeven welk aanvullend onderzoek u heeft verricht en/of welke gegevens u aanvullend alwaar hebt opgevraagd? Bij aanvullend onderzoek wordt u verzocht hetgeen hiervoor onder 4.27 is vermeld in acht te nemen.
Hoe is de melding van vermissing opgepakt?
Hoe is het eerste contact tussen [naam overledene] en de Politie verlopen?
Hoe, wanneer, door wie en met welke opdracht is een ambulance opgeroepen en is
Wat voor ambulance is er opgeroepen?
Is er gebruik gemaakt van de ambulance en zijn de medewerkers van deze
Wiens beslissing was dat?
Hoe beoordeelt u die beslissing vanuit uw eigen deskundigheid?
Hoe, wanneer en met welke opdracht is een onderhandelaar opgeroepen en is dit de gebruikelijke procedure?
Wie had de leiding daar ter plaatse?
Hoe heeft de leidinggevende de collega’s ter plaatse aangestuurd?
Uit het proces-verbaal van de Rijksrecherche blijkt dat er voor het incident in de tuin bij de [locatie] contact is geweest tussen [naam overledene] en de politie. [verzoekers] maakt de politie het verwijt dat er toen aanleiding was om [naam overledene] staande te houden. Was er op dat moment aanleiding om [naam overledene] staande te houden en zo ja, bestond hiertoe ook de mogelijkheid? Hoe beoordeelt u dat politieoptreden vanuit uw eigen deskundigheid?
Welke (lokale) protocollen en/of regels anderszins zijn, naast artikel 15 van de Ambtsinstructie, van toepassing op de inzet van een politiehond in een situatie als de onderhavige?
Hoe, wanneer en met welke opdracht is een hondengeleider opgeroepen en is dit de
Hoe is de inzet van de hondengeleider verlopen?
Is met de overige ter plaatse aanwezige politieagenten gecommuniceerd dat er een
Is door de aanwezige politieagenten op enig moment geschreeuwd?
Zo ja, wanneer was dat en wat was de aanleiding?
En welke agent(en) betrof dat? Zou u deze kunnen aanduiden met plaatsen, dan wel standnummers waarbij de namen van de betrokken agent(en) niet vermeld worden.
Is er over hetgeen onder vragen 14 en 15 genoemd overleg geweest met de Officier
Zo ja, wat is er besproken?
Hoe is de betrokkene ( [naam overledene] ) aangeroepen? Indien niet bij naam, waarom niet?
Op welk moment hebben de ter plaatse aanwezige agenten hun dienstwapen getrokken? Wat waren toen de relevante omstandigheden en wat was de aanleiding
Heeft afstemming tussen de agenten plaatsgevonden over het uitoefenen van het geweld?
Heeft [naam overledene] om een arts gevraagd?
En zo ja, hoe is daarop gereageerd?
[verzoeker 1] , de moeder van [naam overledene] , was vlakbij het schietincident aanwezig. Blijkens de verklaring van de heer [naam 4] wist de politie dat. Is dat gemeld aan alle agenten die dat moesten weten? Zo ja hoe, door wie en wanneer? Zo nee waarom niet en hoe beoordeelt u dat vanuit uw eigen deskundigheid? Hierbij volstaat een aanduiding met de plaats of het standnummer van de desbetreffende agent(en).
Hoe beoordeelt u vanuit uw eigen deskundigheid het politieoptreden in deze kwestie?
Heeft u overigens nog opmerkingen over het politieoptreden in deze kwestie?
Zijn er binnen de gemeente Amsterdam in het publieke domein afspraken gemaakt over de omgang met verwarde mensen en, zo ja, welke?
Wat is een medium-care ambulance en/of psychiatrische ambulance binnen de gemeente Amsterdam en welke taak heeft deze daar?
Hebben de medewerkers die op een medium-care ambulance en/of psychiatrische ambulance rijden een extra opleiding genoten en, zo ja, welke?
Zijn er binnen de gemeente Amsterdam afspraken gemaakt over de inzet van de politie enerzijds en de medium-care ambulance en/of psychiatrische ambulance ten behoeve van personen die verward gedrag vertonen anderzijds? Zo ja, welke?
Op welk moment is in dit geval een ambulance opgeroepen?
Wat was dat voor een ambulance?
Wat was daarvoor de aanleiding?
Met welke informatie is de medium-care ambulance en/of psychiatrische ambulance opgeroepen? Is er na de eerste melding en/of oproep nog informatie aan het personeel van de medium-care ambulance en/of psychiatrische ambulance verstrekt? Zo ja, welke?
Hoe laat was de ambulance ter plaatse?
Waarom is er geen gebruik gemaakt van de ambulance en waarom zijn de medewerkers van deze ambulance niet ingezet?
Hoe is de communicatie verlopen tussen de politie en de ambulance-medewerkers?
Hoe beoordeelt u vanuit uw deskundigheid de samenwerking tussen de politie en de medium-care ambulance en/of psychiatrische ambulance in dit geval?
Hoe beoordeelt u vanuit uw deskundigheid het politieoptreden in deze kwestie?
Bestaan er over het onderwerp van de expertise wetenschappelijk uiteenlopende opvattingen? Zo ja, kunt u in hoofdlijnen uiteenzetten in welk opzicht de meningen uiteenlopen (voor zover mogelijk met verwijzing naar literatuur)? Kunt u dan aangeven welke uw eigen opvatting is en of een deskundige met een andere opvatting in dit geval tot een ander oordeel was gekomen dan waartoe u komt? Als inderdaad een deskundige met een andere opvatting in het onderhavige geval tot een ander oordeel was gekomen: kunt u aangeven wat dat oordeel zou kunnen zijn?
Hebt u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor het verdere verloop van deze kwestie?
de heer dr. J.S. Timmer, socioloog,
,
de heer dr. A. van Reijsen, psychiater,
- de deskundigen dienen
- de griffie zal de opgave van de deskundigen vervolgens toezenden aan partijen;
- partijen kunnen desgewenst
- indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundigen reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundigen begrote bedrag;
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
binnen twee wekenna de datum van deze beslissing of de datum waarop het desbetreffende stuk beschikbaar is in afschrift aan de deskundigen moeten doen toekomen,
- de deskundigen voor aanvang van het onderzoek dienen kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundigen het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dienen aan te vangen,
- de deskundigen het onderzoek onmiddellijk dienen te staken en contact dienen op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,