ECLI:NL:RBAMS:2021:838

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 februari 2021
Publicatiedatum
3 maart 2021
Zaaknummer
13-676518-11 - 2021
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de gemaximeerde terbeschikkingstelling met één jaar in het kader van de behandeling van een ter beschikking gestelde met autismespectrumstoornis en schizofrenie

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 februari 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een ter beschikking gestelde, geboren in 1981, die sinds 18 mei 2018 in een kliniek verblijft. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 september 2020. De officier van justitie had verzocht om een verlenging van de tbs met één jaar, zodat de kliniek het laatste jaar van het tbs-traject kan benutten om samen met de ter beschikking gestelde te bekijken welke vorm van wonen nodig is. De rechtbank heeft de ter beschikking gestelde, zijn raadsvrouw en deskundigen gehoord tijdens de openbare zitting. De ter beschikking gestelde is gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis en schizofrenie en heeft een verleden van stalking. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ter beschikking gestelde nog steeds behandeling en begeleiding nodig heeft, en dat de veiligheid van anderen eist dat de tbs wordt verlengd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. De beslissing is genomen in het kader van de overgang naar een vervolgvoorziening en de noodzaak van een zorgmachtiging na afloop van de tbs.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13-676518-11 en 23-004450-14
Beslissing op de op 21 december 2020 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 18 december 2020 in de zaak tegen:

[ter beschikking gestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
thans verpleegd in [kliniek 1] te [plaats 1] ,
die bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 25 januari 2017 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 september 2020 met één jaar werd verlengd, waarbij de beslissing van de rechtbank van 27 februari 2020 tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar werd vernietigd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met één jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
- het op 7 december 2020 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van [kliniek 1] , strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met één jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen.
De rechtbank heeft op 18 februari 2021 de officier van justitie mr. M.L. Vermeulen, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw mr. K.K. Hansen Löve, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige [naam] , als hoofd behandeling en verpleegkundig specialist verbonden aan [kliniek 1] te [plaats 1] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van [kliniek 1] van 7 december 2020 wordt het volgende ontleend.

Kernproblematiek

Betrokkene is gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis en schizofrenie.

Behandelverloop, risicotaxatie, koers en advies

Betrokkene verblijft sinds 18 mei 2018 in het [kliniek 1] . Hij is veroordeeld wegens het stalken van drie vrouwen. Aangezien de gemaximeerde terbeschikkingstelling (tbs) begin 2022 eindigt is het streven om hem in het begin van 2021 over te plaatsen naar de [kliniek 2] , zodat de [kliniek 1] in het laatste jaar van de tbs als vangnet kan dienen.
Betrokkene is op 8 juni 2020 overgeplaatst naar pre-resocialisatieafdeling de [afdeling] . Hij moest op deze afdeling even wennen aan de vaste structuur en afspraken, maar over het algemeen verloopt het verblijf op de [afdeling] goed. Hij accepteert de begeleiding en werkt mee aan de geïndiceerde behandelonderdelen, hoewel hij de noodzaak ervan niet inziet. Betrokkene is in de [afdeling] gestart met zijn verloven. Hij praktiseert volledig onbegeleid verlof in [plaats 2] en semi begeleid verlof in [plaats 3] , als wel in de [plaats 4] en in [plaats 5] .
Het risico op recidive tijdens verlof wordt als laag ingeschat, mits duidelijke afspraken worden gemaakt over de invulling van het verlof. Het recidiverisico in geval van een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging is matig-hoog. In geval van een beëindiging van het toezicht of de maatregel is het recidiverisico hoog.
Betrokkene werkt goed samen met het behandelteam ondanks dat dit een functioneel karakter heeft. Het gebrek aan probleembesef en ziekte-inzicht blijft op de voorgrond staan. Hij erkent zijn psychiatrische problematiek niet en hij gaat tot op heden in beklag tegen zijn dwangmedicatie. Hij neemt zijn medicatie echter wel adequaat in. Er zijn sinds 2018 geen psychotische symptomen waargenomen. Er is ook geen sprake meer van een gepreoccupeerde gerichtheid op vrouwen. Voor zijn autismespectrumproblematiek is hij zich geleidelijk aan meer gaan openstellen. Middels de therapieën die hij volgt, wordt er gewerkt aan het verkrijgen van meer zicht op zichzelf en meer begrip van sociale interacties. Betrokkene moet leren accepteren dat hij in de toekomst moet blijven samenwerken met hulpverleners. Hierin wordt hij sterk belemmerd door zijn autisme. Binnen de therapieën wordt er aandacht besteed aan het delict, omdat wordt gezien dat hij dit van uit zijn beperkte probleeminzicht blijft bagatelliseren. Hij ziet dat vooral als een misverstand en begrijpt niet dat zijn gedrag voor de ander beangstigend was. Verder valt in de therapiesessies op dat het betrokkene niet lukt om bij een bepaald toekomstbeeld, zoals het vinden van een woning of werk, in de juiste volgorde concrete stappen te bedenken, In de therapie wordt gewerkt aan het concretiseren van zijn beeld en wordt daarbij gekeken welke ondersteuning hij daarbij nodig heeft.
Betrokkene heeft de afgelopen periode stabiel gefunctioneerd. Zijn psychiatrisch toestandsbeeld is sinds een adequate instelling op medicatie stabiel gebleven en hij zet zich naar vermogen in voor de geïndiceerde behandelonderdelen. Betrokkene weet dat hij een gemaximeerde tbs heeft en dat het streven is om hem in het voorjaar van 2021 over te plaatsen naar de [kliniek 2] . Daar zal worden getoetst hoe hij functioneert in een minder beveiligde omgeving en zal worden beoordeeld welke vorm van wonen hij nodig heeft.
Aangezien betrokkene zich niet in de visie van zijn behandelaren kan vinden dat vermoedelijk ook na afloop van zijn tbs-maatregel een vorm van behandeling en/of begeleiding noodzakelijk zal zijn, zal de behandeling zich tot aan de overplaatsing met name richten op het opbouwen van zijn onbegeleid verlof.
In het najaar van 2021 zal de overgang naar de reguliere psychiatrie in gang moeten worden gezet en zal moeten worden beoordeeld of het aanvragen van een zorgmachtiging voor na expiratie van de tbs-maatregel noodzakelijk is. Dit ligt gezien het sterk tekortschietende ziektebesef- en inzicht wel in de verwachting. Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met één jaar.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. De kliniek wacht op de transmurale machtiging van het AVT. Er is een plek voor hem in [kliniek 2] . Het is van belang dat betrokkene samen met de kliniek optrekt. Na de expiratie van de tbs begin 2022 is een zorgmachtiging nodig. Zonder deze zorgmachtiging valt de intensieve begeleiding weg en zal betrokkene stoppen met de medicatie met alle gevaar van dien. Medicatie en behandeling is belangrijk. Het is geen goed plan als hij op eigen houtje zelfstandig gaat wonen en werken. We zijn aan het onderzoeken of aan een plaatsing in [kliniek 2] als voorwaarde is verbonden dat hij zijn medicatie vrijwillig moet nemen. De FPA ziet het liever als voorwaarde. De kliniek adviseert om te beginnen met een dwangkader en daarna het nemen van medicatie als voorwaarde te stellen. Als [kliniek 2] niet akkoord gaat met dwangmedicatie, dan is het alternatief plaatsing van betrokkene op een TMV-afdeling van [kliniek 1] . Dan moeten wij wel door middel van een wijziging van de machtiging een aanvraag indienen voor de TMV-afdeling buiten de kliniek. De reclassering kan bij zowel de FPA als de TMV-afdeling worden ingeschakeld.
De rechtbank is gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd.
De rechtbank is van oordeel dat de terbeschikkinggestelde, zoals blijkt uit het advies van de kliniek en de verklaring van de deskundige ter zitting, nog steeds behandeling en begeleiding nodig heeft. De rechtbank heeft acht geslagen op de beslissing van het hof van 8 september 2020 dat er stappen moeten worden gemaakt met de overgang naar een vervolgvoorziening. Die voortgang is er, nu duidelijk is geworden dat de terbeschikkinggestelde in afwachting van een transmurale machtiging van het AVT in het voorjaar van 2021 zal worden overgeplaatst naar de [kliniek 2] . Dan zal duidelijk worden hoe hij functioneert in een minder beveiligde omgeving. De kliniek wil het laatste jaar van het tbs-traject samen met de terbeschikkinggestelde benutten om te bezien welke vorm van wonen hij nodig heeft. In het najaar van 2021 zal de overgang naar de reguliere psychiatrie in gang worden gezet en dan zal, vanwege de expiratie van de terbeschikkingstelling in februari 2022, moeten worden beoordeeld of het aanvragen van een zorgmachtiging noodzakelijk is.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[ter beschikking gestelde]met
één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. H.E. Hoogendijk, voorzitter,
mrs. I. Mannen en P.J.H. van Dellen, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J.M. Veerman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 februari 2021.