Op 3 maart 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 14 november 2020 in Amsterdam 8 blikken bier bij Albert Heijn heeft gestolen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de diefstal, maar het subsidiair ten laste gelegde van verduistering bewezen verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk de blikken bier heeft toegeëigend, ondanks dat hij aanvankelijk de intentie had om te betalen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand, maar heeft de ISD-maatregel afgewezen, omdat deze op dat moment niet passend werd geacht. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de alcoholproblematiek van de verdachte en zijn motivatie om zich te laten behandelen. De rechtbank heeft ook de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen beoordeeld en de tenuitvoerlegging van de taakstraf toegewezen, terwijl de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf werd afgewezen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd.