Op 10 maart 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 30-jarige man, die samen met een medeverdachte is veroordeeld voor oplichting van verschillende verzekeringsmaatschappijen. De man heeft zich schuldig gemaakt aan het in scène zetten van een gewapende overval op Diamond Point Holding B.V. en het indienen van een valse aangifte en schadeclaim bij de verzekeraars. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte in de periode van 4 oktober 2016 tot en met 16 januari 2017 op listige wijze hebben geprobeerd om zich te bevoordelen door de verzekeraars te misleiden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 90 dagen voorwaardelijke gevangenisstraf en 200 uur taakstraf. De rechtbank heeft het witwassen, waar de verdachte ook van beschuldigd werd, niet bewezen verklaard en hem daarvan vrijgesproken. De rechtbank heeft rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat heeft geleid tot een lagere straf dan door de officier van justitie was geëist. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de rechtbank oordeelde dat er geen grond meer was voor de vordering na de afwijzing van de ontnemingsvordering.