Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gemachtigde]
officier van justitie(verder: verweerder) ten aanzien van betrokkene, geboren op [geboortedatum] 2003:
[betrokkene]
CJIB-nummer: [nummer]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Betrokkene is staande gehouden en zijn personalia zijn geverifieerd aan de hand van zijn rijbewijs.
Verweerder is bij de toegekende proceskostenvergoeding ten onrechte uitgegaan van samenhangende zaken en heeft ten onrechte niet uitgelegd waarom er samenhang zou zijn. Daarom móet betrokkene wel in beroep komen bij de kantonrechter. Hij heeft dan ook aanspraak op vergoeding van de proceskosten in dit beroep. Betrokkene verzoekt de proceskosten in de administratieve fase vast te stellen op € 541,00 en in de kantonfase op € 1.518,00.
In deze zaak heeft de gemachtigde in de administratieve fase een gestandaardiseerd beroepschrift ingesteld (gelijk aan de beschrijving in r.o. 15 van de uitspraak van het gerechtshof). Daarnaast is in algemene bewoordingen aangevoerd dat het bij de gedraging niet ging om een trottoir en dat er geen foto van de gedraging is.
(De gemachtigde van) betrokkene heeft niet bestreden dat in alle elf zaken die als samenhangend zijn aangemerkt alleen de feitcode is gewijzigd. Hieruit kan worden afgeleid dat alleen het heel korte (anderhalve regel), in algemene bewoordingen gevoerde verweer dat het bij de gedraging van betrokkene niet ging om een trottoir, tot een wijziging van de beschikkingsgegevens heeft geleid. Voor het overige zijn de door de gemachtigde aangevoerde gronden niet relevant geweest. Verder is aannemelijk dat hij geen werk heeft gehad aan het naar voren brengen van de toelichting van de betrokkene op de hoorzitting. In deze zaak leidt dit tot de conclusie dat de werkzaamheden van de gemachtigde nagenoeg identiek konden zijn en ook zijn geweest aan die in de andere tien zaken.
BESLISSING
- verklaart het beroep tegen de beslissing van verweerder van 28 december 2020 tot het vergoeden van de proceskosten gegrond en vernietigt die beslissing;
- kent aan betrokkene ten laste van verweerder een kostenvergoeding toe in de administratieve fase van € 55,33;
- wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten ter zake van beroepsmatig verleende rechtsbijstand voor het beroep bij de kantonrechter af.
binnen zes wekenna de hierboven vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen indien de als gevolg van deze beslissing te betalen administratieve sanctie meer dan € 70,00 bedraagt. Het beroepschrift dient schriftelijk (niet per e-mail) te worden ingediend bij rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, team kanton, postbus 70515, 1007 KM, Amsterdam en dient door degene die het beroep instelt of een gemachtigde te worden ondertekend. De procedure bij het gerechtshof verloopt schriftelijk,
tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling wordt gevraagd.