Uitspraak
19 januari 2021, in de strafzaak tegen:
[veroordeelde] ,
[adres] en aldaar feitelijk verblijvende.
- zich meldt bij Reclassering [naam 1] , zo vaak en lang als zijn toezichthouder dat nodig vindt, en
zich houdt aan de aanwijzingen die hem door of namens die toezichthouder worden
gegeven;
- verblijft in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang en zich zal houden
een de huisregels en het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering
heeft opgesteld, een en ander zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
De inhoud van de vordering
De procesgang
- voormeld arrest;
- een geschrift waaruit blijkt dat de mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering door de officier van justitie aanstonds na de uitspraak op de terechtzitting aan veroordeelde in persoon is uitgereikt;
- een brief van GGZ Reclassering [naam 1] te [plaats 1] van 7 oktober 2021 aan de officier van justitie, waarin wordt verzocht om een beslissing waardoor het reclasseringstoezicht wordt beëindigd. De reclassering is van mening dat veroordeelde de voorwaarden heeft overtreden. Zij zien geen mogelijkheden voor gedragsverandering en risicobeperking.
7 december 2021 geadviseerd het toezicht te laten doorlopen.
De beoordeling
Beslissing
mr. R.C.J. Hamming, rechter,
in tegenwoordigheid van A. Gordon, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 januari 2022.