Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiseres 1] ,
[eiseres 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties, betekend op 16 augustus 2021
- de conclusie van antwoord
- het tussenvonnis van 15 december 2021
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 22 februari 2022 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
over het werk klaar zijn” zal toesturen en dat al het werk op 17 juli 2019 klaar moet zijn, op straffe van een nader te bepalen boete voor iedere dag daarna waarop het werk niet is afgerond, waarbij “
kleine details” nog in de periode tussen 17 en 31 juli 2019 kunnen worden afgerond. [eiseres] verzoekt [gedaagde] deze afspraken te bevestigen.
- Er komt een tekening (boven en zij aanzicht, en 3D, gemaakt door een professional en geprint vanaf de pc) voor de keuken met exacte afmetingen (deze mist nu!!)
- Er komt een tekening (boven en zij aanzicht, en 3D, gemaakt door een professional en geprint vanaf de pc) voor de badkamer en toiletten (3e en 4e verdieping) met exacte afmetingen (deze mist nu!!)
- De opdrachtgever alle materiaal voor de keuken, toiletten en badkamer zelf aanschaft en klaar legt in het appartement.
- Wij niet meer werk van andere gaan corrigeren uitgevoerd door anderen geregeld door de opdrachtgever, denk hierbij bijv. Cv installatie en radiatoren plaatsen.
- Het openstaande bedrag van 10.345,75 wordt gestort op een bouwdepot, met afgifte van een stortingsbewijs.
- De opdrachtgever accepteert dat meerwerk direct per factuur wordt voldaan na het uitvoeren van de extra werkzaamheden.
- Er van de opdrachtgevers schriftelijk en oprecht excuses komt voor gedragingen jegens alle medewerkers van [gedaagde] .”
op de door ons benoemde onderdelen bouwkundig/installatietechnisch tekort heeft geschoten. Wij concluderen dat het door[ [gedaagde] ]
geleverde werk niet aan de eisen van goed en deugdelijk werk voldoet.
was niet gereed. Zo was onder meer de keuken niet gereed en waren de werkzaamheden in het toilet niet afgerond. Het nog niet door[ [eiseres] ]
zijn aangeleverd van het aanrechtblad achten wij niet steekhoudend in relatie tot de vertraging van de werkzaamheden. Voorts was sprake van gebreken aan uitgevoerd mozaïektegelwerk en waren diverse aansluitingen bij overgangen van vloerafwerkingen niet voorzien.
qua uitvoeringsvolgorde heeft geleid tot schade aan reeds uitgevoerde werkzaamheden.
in deze verantwoordelijk is. Het betreft hier uitvoeringsfouten ontstaan ten tijde van de bouw. Wij concluderen dan ook dat[ [gedaagde] ]
niet naar behoren heeft gepresteerd, althans niet naar de eisen van goed en deugdelijk werk.”
is qua conclusie.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
In conventie
een fors aantal zaken in het door ZNEB opgestelde rapport niet geheel juist zijn weerspiegeld”. Dat en waarom sprake is van relevante onjuistheden in dit rapport en/of in het rapport van Landmark ter zake de feitelijke stand waarin het werk is beëindigd, blijkt evenmin uit de opmerkingen van [gedaagde] zelf op het rapport van ZNEB. Ook de stelling van [gedaagde] dat voorbij moet worden gegaan aan het rapport van Landmark, omdat het niet zo kan zijn dat de waarde van de nog uit te voeren (herstel)werkzaamheden uitkomt boven de oorspronkelijke totale aanneemsom, kan zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, niet worden gevolgd. Dat geldt temeer, nu [gedaagde] zelf heeft verklaard dat de bouwkosten sinds het sluiten van de aannemingsovereenkomst aanzienlijk zijn gestegen. Bovendien komen de door [eiseres] overgelegde offertes van Grijzenhout B.V., Sebastian Renovation en Busing Totaalprojecten/T&S Bouwadvies voor het voltooien van de (herstel)werkzaamheden eveneens uit op een hoger bedrag dan de oorspronkelijke aanneemsom. [gedaagde] heeft daar niets tegenover gesteld; haar stelling dat zo’n 90% (althans 75%) van de totale aangenomen werkzaamheden was uitgevoerd heeft zij niet onderbouwd.
12 postenin haar rapportage opgenomen, die sluiten op een totaalbedrag van € 53.740,00 exclusief btw (€ 63.530,20 inclusief btw). [gedaagde] heeft betwist dat de posten
(1)de inkoop van nieuwe keukenkastjes,
(2)het aanbrengen van eiken weltreden bij de trappen en het aanbrengen van een gladde topcoating op de vloer,
(3)het sausen van de muren om beschadigingen te herstellen,
(9)de controle van de elektrische installatie en
(10)de controle van de CV aansluitingen voor haar rekening komen. De overige posten zijn door [gedaagde] niet betwist. Wel stelt [gedaagde] dat de door Landmark gehanteerde prijzen excessief zijn. De door Landmark gehanteerde prijzen komen, in het licht van de oorspronkelijk door [gedaagde] geoffreerde prijzen en de beschreven werkzaamheden, inderdaad op onderdelen hoog voor. Bovendien zijn de prijzen niet onderbouwd met offertes van aannemers en/of gespecificeerd in manuren, materialen en eventuele andere kosten. Dit alles in aanmerking nemende, schat de rechtbank de waarde van de resterende (herstel)werkzaamheden als volgt.
post 1op een bedrag van
€ 3000,00.
€ 3.300,00.
post 3op
€ 8.325,00.
€ 2.240,00(post 4),
€ 5.385,00(post 5),
€ 3.510,00(post 6),
€ 7.805,00(post 6) en
€ 1.205,00(post 8).
post 9en
post 10uit het rapport van Landmark buiten beschouwing zullen worden gelaten. Dat
post 11(het uitruimen van de woning) geen betrekking heeft op kosten die voor rekening van [gedaagde] komen, is niet in geschil.
post 12voor algemene bouwplaatskosten, transportkosten, kosten van een container, precario en/of parkeerkosten ad
€ 2.645,00. Dit zijn algemene kosten die bij ieder (ver)bouwproject aan de orde zijn en de hoogte ervan komt de rechtbank niet onredelijk voor. Datzelfde geldt voor de door Landmark opgenomen toeslag voor winst en risico van
€ 2.500,00.
€ 47.298,15inclusief btw.
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)
281,50(1,0 punt × factor 0,5 × tarief € 563,00)