ECLI:NL:RBAMS:2022:1734

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 maart 2022
Publicatiedatum
1 april 2022
Zaaknummer
C/13/714707/ FA RK 22.1403
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 23 maart 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank behandelde het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 2001, die lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder schizofrenie en een posttraumatische stressstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar aandoeningen, wat leidt tot levensgevaar en ernstige verwaarlozing. Gezien het ontbreken van mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis, oordeelde de rechtbank dat verplichte zorg noodzakelijk is.

De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg goedgekeurd, waaronder het toedienen van vocht en voeding, medicatie, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De duur van de machtiging is vastgesteld op twee maanden, met een nieuwe mondelinge behandeling gepland op 16 mei 2022 om de situatie van de betrokkene te evalueren, vooral in het licht van de sluiting van de Kliniek Intensieve Behandeling (KIB) waar zij verblijft. De rechtbank heeft ook bepaald dat de behandelend psychiater de rechtbank uiterlijk op 9 mei 2022 moet informeren over de gevolgen van de sluiting van de KIB voor de betrokkene.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter H.P.E. Has en is op 4 april 2022 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM.
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/714707 / FA RK 22-1403
kenmerk: ZM / IND / 50569
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 23 maart 2022van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende te [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. N.A. Heidanus.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 3 maart 2022.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 maart 2022 in de accommodatie van [verblijfplaats] . De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- bovengenoemde advocaat;
- T. Janssen, behandelend psychiater;
- M. de Vries, curator en R. Murillo Capada, spv-er (via beeldverbinding).
Omdat de officier van justitie een nadere motivering van het verzoek niet nodig achtte, is hij niet op de mondelinge behandeling verschenen.
Betrokkene heeft voor aanvang van de mondelinge behandeling aangegeven niet naar de zittingsruimte te willen komen. De rechter heeft haar in zijn kamer bezocht en kort gehoord, waarna de mondelinge behandeling in de zittingsruimte is voortgezet.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie, een posttraumatische stressstoornis, een stoornis in het gebruik van middelen en gedrags- en hechtingsproblematiek.
2.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- levensgevaar;
- ernstige materiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk:
  • toedienen van vocht en voeding voor de duur van twee maanden;
  • toedienen van medicatie voor de duur van twee maanden;
  • verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening voor de duur van twee maanden;
  • beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van twee maanden;
  • insluiten telkens voor de duur van maximaal twee weken;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene telkens voor de duur van maximaal twee weken;
  • onderzoek aan kleding of lichaam voor de duur van twee maanden;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen voor de duur van twee maanden;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen voor de duur van twee maanden;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, voor de duur van twee maanden. Deze vorm van verplichte zorg ziet ook op het nakomen van de afspraken tussen de ambulante behandelaren en betrokkene, zoals omschreven in het zorgplan;
  • beperken van het recht op het ontvangen van bezoek voor de duur van twee maanden;
  • opnemen in een accommodatie voor de duur van twee maanden.
2.5.
De rechtbank wijzigt de duur van verplichte zorg in de vorm van het insluiten en het uitoefenen van toezicht van twaalf maanden naar telkens maximaal twee weken, conform het zorgplan.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De rechtbank ziet aanleiding om de machtiging in duur te beperken tot twee maanden, onder de aanhouding van het overige gedeelde van het verzoek waarbij bepaald wordt dat de nieuwe mondelinge behandeling zal plaatsvinden op 16 mei 2022. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de Kliniek Intensieve Behandeling (KIB), waar betrokkene nu verblijft, per 1 mei 2022 gaat sluiten en dat het nog onduidelijk is waar zij naartoe gaat. De rechtbank maakt zich zorgen om het vervolgtraject. Betrokkene is overgekomen van [instelling] in [woonplaats] , omdat daar de behandeling vastliep. Zij is bekend met complexe problematiek waarvoor plekken schaars zijn in Nederland. De rechtbank wil vinger aan de pols houden ten aanzien van wat er gebeurt en zal daarom bepalen dat de behandelend psychiater uiterlijk 9 mei 2022 de rechtbank nader te informeert aangaande de stand zaken rondom de sluiting van de KIB en wat dit voor gevolgen heeft voor betrokkene. Tijdens de mondelinge behandeling van 16 mei 2022 zal dit verder worden besproken.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.5 genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 23 mei 2022;
houdt het verzoek voor het overige aan;
bepaalt dat het resterende gedeelte van het verzoek zal worden behandeld tijdens
de mondelinge behandeling van 12 mei 2022;
bepaalt dat de behandelend psychiater
uiterlijk 9 mei 2022de rechtbank nader informeert aangaande de stand van zaken rondom de sluiting van de KIB en wat dit voor gevolgen heeft voor betrokkene;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 23 maart 2022 mondeling gegeven door mr. H.P.E. Has, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door M. Amarki als griffier en op 4 april 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.