ECLI:NL:RBAMS:2022:1783
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening in verband met handhaving van bouwwerkzaamheden voor een datacentrum
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 29 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een bedrijfseigenaar te Amerongen, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar handhavingsverzoek door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. Verzoekster vreesde dat de vergunninghouder, die naast haar een datacentrum bouwt, zich niet zou houden aan de vergunde werkzaamheden en al zou beginnen met niet-vergunde werkzaamheden in een tweede fase. Daarnaast waren er zorgen over de bouw van een trafohuisje op het terrein van de vergunninghouder, met het oog op mogelijke brandoverslag.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op een zitting op 21 maart 2022, waar zowel verzoekster als de vergunninghouder vertegenwoordigd waren. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de bouwwerkzaamheden plaatsvinden in overeenstemming met de verleende omgevingsvergunning en dat er geen overtredingen zijn geconstateerd. Verzoekster stelde dat de omgevingsvergunning voor het datacentrum in strijd was met het bestemmingsplan, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de vergunning onherroepelijk was geworden en dat er geen aanleiding was om de bouwwerkzaamheden te stoppen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de zorgen van verzoekster niet voldoende waren om tot een ander oordeel te komen. De voorzieningenrechter merkte op dat de vergunninghouder had toegezegd om met verzoekster te overleggen over de tweede fase van de verbouwing, en dat de gemeente zou toezien op de naleving van de vergunningsvoorwaarden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.