Op 5 april 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersongeval op 14 oktober 2020. Het ongeval vond plaats op de voetgangersoversteekplaats van de [straatnaam 1] in Amsterdam, waar de verdachte, als bestuurder van een motorfiets, een voetganger, [naam slachtoffer], aanreed. De verdachte reed met een snelheid van ongeveer 65 kilometer per uur, terwijl de maximumsnelheid ter plaatse 50 kilometer per uur was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich zodanig onvoorzichtig en onoplettend heeft gedragen dat dit heeft geleid tot het ongeval, waardoor het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opliep, waaronder breuken van het onderbeen.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. M.M. van den Berg, gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de overtreding, de omstandigheden waaronder deze is begaan, en de persoon van de verdachte. De verdachte heeft spijt betuigd en heeft een goed contact met het slachtoffer onderhouden sinds het ongeval. De rechtbank heeft de wettelijke voorschriften toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezen geachte feit.