Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
- de aflossing van een termijnbedrag van een lopende lening bij ING van € 100,-;
- een afschrijving aan International Card Services B.V. van € 100,-.
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.016,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 15 maart 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en BNP Paribas Personal Finance B.V. De eiser, die een persoonlijke lening had aangevraagd, werd geconfronteerd met een registratie in het Intern Verwijzingsregister (IVR) en het Extern Verwijzingsregister (EVR) vanwege frauduleuze handelingen bij zijn leningaanvraag. De eiser vorderde de verwijdering van zijn persoonsgegevens uit deze registers, stellende dat de registratie in strijd was met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI). De voorzieningenrechter oordeelde dat BNP Paribas gerechtvaardigd was om de persoonsgegevens van de eiser te verwerken in het kader van het voorkomen van fraude. De eiser had gegevens in zijn bankafschrift gemanipuleerd, wat leidde tot de registratie. De rechter concludeerde dat de registratie niet onzorgvuldig was en dat BNP Paribas de juiste procedures had gevolgd. De vorderingen van de eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.