Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 april 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 april 2022.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vakleerkracht, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de terugvordering van een voorschot op de WIA-uitkering. Eiseres had een voorschot ontvangen dat later door het UWV werd herzien, waarbij een bedrag van € 1.216,02 aan teveel ontvangen voorschot werd vastgesteld voor de periode van 1 september 2020 tot en met 30 november 2020. Eiseres was van mening dat de berekening van de terugvordering onvoldoende gemotiveerd was en dat het UWV ten onrechte had afgeweken van de gegevens in Suwinet, het systeem waarin gegevens over sociale verzekeringen worden vastgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV de berekening van de terugvordering heeft gebaseerd op de loonstroken van eiseres' werkgevers en de gegevens uit Suwinet. De rechtbank oordeelde dat het UWV voldoende had gemotiveerd waarom het de gegevens uit Suwinet niet had kunnen gebruiken voor de berekening van de terugvordering, aangezien de werkgevers van eiseres een te laag SV-loon hadden opgegeven. Eiseres kon niet aantonen dat de door het UWV gebruikte gegevens onjuist waren, en de rechtbank concludeerde dat de berekening van de terugvordering correct was.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg in haar verzoek om de terugvordering te herzien. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.