Uitspraak
[gedaagde 3],
1.De procedure
- het vonnis in het bevoegdheidsincident van 8 september 2021 en de daarin genoemde stukken,
- het tussenvonnis van 27 oktober 2021 waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- de op 24 februari 2021 ingekomen productie van Mas & Saz c.s.,
- de op 28 februari 2021 ingekomen producties van Prien c.s.,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 1 maart 2022 en de daarin genoemde stukken
- de brief van mr Josephus Jitta van 21 maart 2022 waarin op een verschrijving wordt gewezen, namelijk dat in de zin “Er ligt ook beslag onder aandelen van [gedaagde 3] , daar is verder nog niets uit gekomen”, bedoeld moet zijn “aandelen van [naam 1] ”, wordt aan het proces-verbaal gehecht.
2.De feiten
. His claim is not final yet. The claims of [naam 2] , Mr. [naam 5] ’s firm, my firm and [naam 6] are. This could justify different treatment. At the same time [naam 2] , [naam 5] and I will have to do a lot of work in the months to come, so we need a contingency buffer (war chest), let’s say of EUR 150,000. This leaves EUR 800.000 minus EUR 150,000=EUR 650,00 for payment of the acknowledged creditors. The acknowledged creditors are:
[naam 6] EUR 390,000
[naam 6] EUR 58,000
[naam 5] ’s firm EUR 63,000
[naam 2] EUR 200,000
[naam 4] ’s firm EUR 210,000
Mas & Saz use their best efforts to get the remaining EUR 400,00 from Bankinter and will pay this amount upon receipt to Prien Holding to be paid into Höcker’s third party account. (…)”
Mas & Saz/POUT will pay the remaining amount of the loan to Prien Holding of EUR 375,000 into my third party bankaccount a.s.a.p. (…)
Lumejam will pay to [eiser 2] an amount of EUR 600,000 into my third party bankaccount a.s.a.p. (…)
Upon receipt of the amount of EUR 975,000 I will immediately pay an amount of EUR into the bankaccount of the Spanish Court with regard to the claim of mr. [naam 7] .
3.Het geschil
4.De beoordeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
best efforts’) om de resterende € 400.000,00 van haar eigen lening bij BankInter te verkrijgen en dat zij dit restant na ontvangst per ommegaande op de derdengeldrekening van de advocaat van Prien zou storten. Dit betekent op zichzelf echter niet dat het gehele bedrag van € 1,2 miljoen op basis van de Leningsovereenkomst niet al per 30 juni 2019 opeisbaar was.
devastating consequences’) voor hem zou hebben in Spanje. De rechtbank begrijpt deze e-mail van [gedaagde 3] aldus dat hij doelt op het gevolg dat de niet-nakoming van de leningsovereenkomst van Mas & Saz en Pout III bij BankInter voor hem zou kunnen hebben. Ten behoeve van de Leningsovereenkomst zijn Mas & Saz en Pout III immers zelf een lening met BankInter aangegaan. Daarbij heeft [gedaagde 3] zich hoofdelijk in privé als borg verbonden en heeft Pout III het huis van [gedaagde 3] in Madrid verhypothekeerd aan BankInter. Dit betekent dat indien Mas & Saz en Pout III hun eigen lening bij BankInter niet kunnen aflossen, dit de verkoop van het huis van [gedaagde 3] door BankInter tot gevolg kan hebben.
5.De beslissing
Mas & Saz/POUT will pay the remaining amount of the loan to Prien Holding of EUR 375,000 into my third party bankaccount a.s.a.p. (…)
Lumejam will pay to [eiser 2] an amount of EUR 600,000 into my third party bankaccount a.s.a.p. (…)
Upon receipt of the amount of EUR 975,000 I will immediately pay an amount of EUR into the bankaccount of the Spanish Court with regard to the claim of mr. [naam 7] .
4 mei 2022voor uitlating door Mas & Saz c.s. of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
juni tot en met september 2022direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,