Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
[naam 3] en [naam 4] , met mr. De Jong,
Alle drie de partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.016,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die op 13 april 2022 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben de broers [eisers] een kort geding aangespannen tegen het Waterschap Amstel, Gooien en Vecht en de commanditaire vennootschap Over-Amstel C.V. De eisers vorderden onder andere de verwijdering van een vlonder die door Over-Amstel was aangelegd op grond waarvan zij gebruiksrechten claimen op basis van een akte uit 1978. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de broers afgewezen, omdat niet aannemelijk was dat hun gebruiksrecht zich uitstrekte tot het gehele gebied waar de vlonder was aangelegd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van de broers niet opwogen tegen de belangen van het Waterschap en Over-Amstel, die gebruik wilden maken van hun eigendom en vergunning. De voorzieningenrechter concludeerde dat de broers niet voldoende bewijs hadden geleverd dat hun gebruiksrecht nog steeds van toepassing was op het gebied waar de vlonder was geplaatst. De zaak benadrukt de complexiteit van gebruiksrechten en de belangenafweging tussen particuliere en publieke belangen.