ECLI:NL:RBAMS:2022:2

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 januari 2022
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
9123901 CV EXPL 21-5088
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over agentuurovereenkomst en schadevergoeding na lancering nieuwe webshop

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen Flore Services SARL en Gasa Group Holland B.V. over een agentuurovereenkomst. Flore, de eiseres, stelt dat zij schade heeft geleden door problemen met de nieuwe webshop van Gasa, die in november 2019 werd gelanceerd. Flore beweert dat de omzet en het klantenbestand zijn gedaald als gevolg van deze problemen, en vordert onder andere betaling van provisie en schadevergoeding. Gasa, de gedaagde, erkent dat de lancering van de webshop niet vlekkeloos is verlopen, maar betwist dat de omzetdaling uitsluitend aan deze problemen te wijten is. Gasa wijst op andere factoren, zoals veranderingen in de markt en de coronacrisis, die ook een rol hebben gespeeld. De kantonrechter oordeelt dat Flore onvoldoende bewijs heeft geleverd voor het causaal verband tussen de webshopproblemen en de omzetdaling. De vorderingen van Flore worden afgewezen, evenals de vorderingen van Gasa in reconventie. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij haar eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9123901 CV EXPL 21-5088
vonnis van: 3 januari 2022
fno.: 33623.mvu

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de vennootschap naar buitenlands recht

FLORE SERVICES SARL,
gevestigd te Asnieres Sur Seine (Frankrijk),
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
nader te noemen: Flore,
gemachtigde: mr. I.N.A. Denninger,
t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

GASA GROUP HOLLAND B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
nader te noemen: Gasa,
gemachtigde: mr. P.J.B. van Deurzen.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 maart 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties;
- het instructievonnis, waarin een mondelinge behandeling van de zaak is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 2 december 2021. Voor Flore is
[naam 1] verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Namens Gasa zijn [naam 2] en [naam 3] verschenen, met de gemachtigde. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Partijen hebben beiden een pleitnota voorgedragen en overgelegd. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
Partijen zijn beide ondernemingen in de sierteelt, waaronder kamerplanten en snijbloemen. Flore is actief in Frankrijk en Gasa in Nederland. Gasa is onderdeel van een Deens moederbedrijf.
1.2.
Tussen partijen is een agentuurovereenkomst van kracht, die Flore kort gezegd verplicht zich in te spannen om haar netwerk te benutten om met afnemers koopovereenkomsten te sluiten voor de producten van Gasa. Flore heeft daartoe het exclusieve recht in Frankrijk voor de producten van Gasa. De bestellingen van Flore bij Gasa worden via de webshop of e-mail geplaatst.
1.3.
Flore heeft recht op een vaste commissie van 4,25% van de omzet van Gasa die via haar netwerk tot stand komt. Ook heeft Flore recht op een kostenvergoeding (‘serviceprestatie’) van maximaal 9,75% van de omzet. Deze kosten werden door Flore niet gespecificeerd; door Flore werd een bedrag van 14% van de omzet gedeclareerd aan commissie en serviceprestatie, en dat werd door Gasa voldaan.
1.4.
In aanvulling op de bemiddelingsactiviteiten verzorgt Flore ook (door Gasa betaalde) transportactiviteiten van de door Gasa verzonden producten.
1.5.
Naast deze bemiddeling heeft Flore eigen winkels in Frankrijk, die zij sinds maart 2020 door andere leveranciers dan Gasa laat bevoorraden. De directeur van Flore is voorts actief in de bloemenhandel in Afrika.
1.6.
De omzet van Flore voor Gasa in Frankrijk was in 2015 rond 5 miljoen euro; in 2018 was dit 3,8 miljoen en in 2019 3,06 miljoen euro. In 2020 was de omzet van Flore bij Gasa 1,38 miljoen euro.
1.7.
Op 28 november 2019 is Gasa overgestapt op een nieuw intern boekhoud-systeem, genaamd ERP of Navision. Omdat de toenmalige webshop van Gasa niet werd ondersteund door Navision, heeft zij op dat moment ook een nieuwe webshop gelanceerd.
1.8.
Begin december 2019 heeft Flore aan Gasa gemeld dat zij verschillende problemen ondervond met betrekking tot de nieuwe webshop. Zo zouden klanten (onterechte) foutmeldingen krijgen waardoor orders niet geplaatst konden worden, het assortiment, prijzen en voorraden werden niet of niet juist weergegeven op de webshop en geleverde producten waren voorzien van verkeerde barcodestickers. Gasa heeft daarop een medewerker aangewezen en vrijgesteld om Flore te assisteren bij de bestellingen.
1.9.
Bij brief van 16 januari 2020 heeft Flore aan Gasa medegedeeld dat zij door de invoer van het nieuwe softwaresysteem en de daarmee gepaard gaande problemen omzetderving heeft geleden.
1.10.
Bij (algemene) e-mail van 28 januari 2020 heeft Gasa haar medewerkers bericht dat de invoering van het nieuwe boekhoudsysteem de nodige problemen en frustraties had opgeleverd, en dat men doende was de (laatste) kinderziektes er uit de halen.
1.11.
Bij brief van 24 februari 2020 heeft (de gemachtigde van) Flore Gasa formeel aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden schade als gevolg van de falende software.
1.12.
Gasa heeft de aansprakelijkheid bij brief van 11 maart 2020 afgewezen. Bij brief van 18 maart 2020 heeft (de gemachtigde van) Gasa Flore een coulance-aanbod gedaan van € 15.000,00. Dit voorstel is door Flore geweigerd.
1.13.
De overeenkomsten tussen Flore en Gasa lopen af in augustus 2022.

Het geschil in conventie

2. Flore vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
( i)
primair:een verklaring voor recht dat Gasa aan Flore verschuldigd is de provisie in verband met alle door (of ten behoeve van) de klanten van Flore geplaatste orders – of deze nu zijn uitgevoerd of geannuleerd of niet – sinds 28 november 2019 tot en met de dag van de dagvaarding en dat Gasa deze provisie aan Flore dient te betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ingaande telkens 30 dagen na iedere maand waarop de commissie betrekking heeft tot de dag der algehele voldoening;
subsidiair:een verklaring voor recht dat Gasa aan Flore verschuldigd is een beloning als bedoeld in artikel 7:435 BW ten aanzien van de geplaatste orders die Gasa vanaf 28 november 2019 geheel of gedeeltelijk heeft geweigerd of geannuleerd, en haar te veroordelen die beloning te betalen aan Flore, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ingaande telkens 30 dagen na iedere maand waarop de order betrekking heeft tot de dag der algehele voldoening;
( ii) Gasa te bevelen een volledige en gespecificeerde opgave te doen als bedoeld in artikel 7:433 BW op zodanige wijze dat Flore haar rechten op provisie/beloning/ schadevergoeding kan controleren en begroten, alsmede Gasa te veroordelen tot verstrekking van alle beschikbare gegevens over de sinds 28 november 2019 geplaatste orders die – om systeemtechnische of andere redenen – door Gasa niet (of niet volledig) zijn geaccepteerd en/of uitgevoerd (waaronder o.a. de “denied” orders) en daarbij toe te lichten wat de reden was van de niet (volledige) uitvoering;
( iii) een verklaring voor recht dat Gasa toerekenbaar tekort is geschoten doordat Flore en haar klanten niet of niet goed orders hebben kunnen plaatsen sinds 28 november 2019, en Gasa te veroordelen tot vergoeding van de daardoor door Flore geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW per datum dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
( iv) veroordeling van Gasa tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
3. Aan haar vorderingen legt Flore ten grondslag dat zij aan de ene kant nog recht heeft op provisie, althans loon, voor geplaatste, maar niet geleverde bestellingen en aan de andere kant dat zij omzet is misgelopen, onder andere doordat bestellingen helemaal niet geplaatst konden worden en omdat Flore door de mislukte orders minder transportactiviteiten voor Gasa kon verrichten. Dit alles is volgens Flore terug te voeren op de door Gasa doorgevoerde systeemwijzigingen en de invoering van Navision. Er zijn orders door klanten geplaatst, die vervolgens onterecht door het nieuwe systeem werden geweigerd. Deze bestellingen zijn dus nooit gefactureerd, waardoor Flore daarover provisie is misgelopen. Sommige klanten konden hun bestelling helemaal niet plaatsen. Het vertrouwen van de klanten van Flore is hierdoor ernstig geschaad en Flore is een groot deel van haar klanten kwijtgeraakt. Flore kan niet nagaan hoeveel bestellingen er zijn gedaan en hoeveel bestellingen geheel of gedeeltelijk zijn afgeketst vanwege de problemen. Gasa dient hierin inzage te geven zodat het verlies van Flore kan worden becijferd, desnoods door een deskundige.
4. Gasa erkent dat de lancering van de nieuwe webshop niet vlekkeloos is verlopen, maar betwist dat de significante terugval van de omzet en de klanten van Flore uitsluitend hieraan te wijten is. Die teruggang was al jaren zichtbaar en werd onder meer veroorzaakt door veranderingen in de markt en door de gevolgen van de coronacrisis in 2020. Het is aan Flore om het causaal verband aan te tonen tussen de invoering van de nieuwe webshop en de daling van de omzet. Gasa betwist dat en wijst erop dat orders ook onder het oude systeem om diverse redenen konden worden geweigerd, bijvoorbeeld omdat de voorraad op is, omdat de bestelling niet aangekocht kan worden op de veiling, omdat de door Flore opgegeven maximumprijs op de veiling niet haalbaar is of omdat de order van Flore te klein is voor de leverancier.
5. Bovendien had Flore de vermeend misgelopen orders ook direct, buiten de webshop om, per fax of e-mail aan Gasa kunnen doorgeven. Gasa is bereid geweest om Flore uit coulance te compenseren voor de initiële problemen met de webshop, maar dat aanbod is door Flore niet geaccepteerd.

Het geschil in reconventie

6. Gasa vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
  • i) veroordeling van Flore om ex artikel 843a Rv aan Gasa alle administratie te verstrekken op grond waarvan Gasa kan vaststellen welke kosten Flore daadwerkelijk heeft gemaakt voor de contractuele serviceprestatie;
  • ii) een verklaring voor recht dat Gasa aan Flore slechts de vergoeding serviceprestatie is verschuldigd voor daadwerkelijk door Flore gemaakte kosten voor aanvullende diensten zoals beschreven in de overeenkomst, tot een maximum van 9,75% van de omzet;
  • iii) veroordeling van Flore in de proceskosten.
7. Gasa stelt zich op het standpunt dat partijen in de praktijk op onjuiste wijze uitvoering hebben gegeven aan de bepaling in de agentuurovereenkomst over de (onkosten-vergoeding of) serviceprestatie. Gasa heeft telkens het maximale percentage van 9,75% aan Flore uitgekeerd, maar heeft nooit bijbehorende declaraties van Flore ingezien. Gasa kan daarom niet beoordelen welke serviceprestaties zijn verricht en tegen welke kosten. Het lijkt erop dat Flore de serviceprestatie ten onrechte heeft ingezet als vaste dekking van alle kosten. Gasa acht het aannemelijk dat zij de laatste jaren teveel heeft betaald. Gasa vordert daarom inzage in de declaraties van Flore die ten grondslag hebben gelegen aan de aanspraak op vergoeding serviceprestatie over de jaren 2016 tot en met juni 2021.
8. Flore voert hiertegen aan dat de door haar gemaakte kosten sinds 2017 steeds boven 9,75% liggen, zodat terecht met dit percentage is gerekend. De stelling van Gasa dat de serviceprestatie in het verleden te ruim is uitgelegd, betwist Flore. Gasa heeft daardoor geen belang bij inzage, want dat lost het geschil tussen partijen over de uitleg van de serviceprestatie niet op. Bovendien ziet de vordering niet op afdoende bepaalde bescheiden en is Gasa altijd welkom om bij Flore een boekencontrole uit te voeren.
9. Tegen de door Gasa gevorderde verklaring voor recht voert Flore aan dat Gasa bij deze vordering geen belang heeft. De verklaring voor recht ziet immers niet op de vraag welke kosten er onder de serviceprestatie vallen en welke niet, en dat is nu juist hetgeen partijen verdeeld houdt.

Beoordeling in conventie

10. In deze procedure moet allereerst worden beoordeeld of Gasa verantwoordelijk is te houden voor door Flore gestelde schade wegens de invoering van het systeem Navision en daaraan verbonden problemen in de webshop, en of zij dientengevolge recht heeft op schadevergoeding.
11. Dat de omzet en het klantenbestand van Flore in 2020 en 2021 zijn teruggelopen, is tussen partijen niet in geschil en blijkt ook uit de in de procedure ingebrachte omzetcijfers van Flore. Dat een deel van die terugloop komt uit de maand december 2020 is evenmin in geschil. De vraag is echter of deze terugval het gevolg is van een toerekenbare tekortkoming van Gasa, die eruit zou bestaan dat zij geplaatste orders niet of niet volledig zou hebben uitgevoerd en dat zij onvoldoende zorg zou hebben betracht bij de invoering van Navision en de nieuwe webshop. Gasa heeft dit expliciet en gemotiveerd betwist.
12. Voor toewijzing van de vorderingen van Flore dient niet alleen vast te komen staan dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Gasa, maar ook dat er tussen de gestelde tekortkoming en de gestelde schade een causaal verband bestaat. De stelplicht en bewijslast van de tekortkoming, maar ook van het causaal verband, rusten ingevolge de hoofdregel van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechts-vordering (Rv) op Flore.
12. Flore heeft ter onderbouwing van haar stellingen de problemen toegelicht die zij en haar klanten ondervonden in de nieuwe webshop. Er ontbraken prijzen, foto’s van producten, klantcoderingen en voorraadgegevens. Hierdoor werd veel minder besteld. Ook de opvolging van bestellingen ging mis, omdat het programma van Gasa niet goed was ingeregeld. Klanten kwamen terecht in verkeerde tariefgroepen, orders werden plots geweigerd en klanten ontvingen verkeerd geprijsde en gestickerde producten die bij de kassa niet werden herkend. Gasa kon haar oude webshop niet via een back-up terugzetten, omdat de oude webshop niet werd ondersteund door Navision. De problemen bleven dus bestaan. Uiteindelijk duurde het bijna een jaar voordat alle gemelde problemen waren opgelost. De weggelopen klanten zijn echter niet meer teruggekomen. De schade van de gederfde inkomsten over de uitgebleven orders loopt nog steeds door, aldus steeds Flore.
14. Dat de invoering van het nieuwe boekhoudsysteem van Gasa en de nieuwe webshop niet vlekkeloos is verlopen, heeft Gasa erkend. Dat betekent echter niet zonder meer dat
daardoorde omzet van Flore over 2019 (voor een bedrag van € 240.000,-) en 2020 (€400.000,-) is gedaald. Immers, Gasa heeft aangevoerd dat al voor de implementatie van Navision de omzet van Flore fors terugliep en dat volgt ook uit de ingebrachte (onbetwiste) cijfers van Flore. Voorts zal het feit dat Flore in elk geval vanaf maart 2020 haar eigen winkels in Frankrijk niet meer liet beleveren door Gasa, een rol hebben gespeeld.
15. Daarnaast geldt dat na de introductie van de nieuwe webshop, toen Flore melding maakte van de problemen, Gasa ook een full time medewerker beschikbaar heeft gesteld aan Flore, om ervoor zorg te dragen dat bestellingen zoveel als mogelijk doorgang konden vinden. Daarnaast is onbetwist gebleven dat veelvuldig orders geweigerd worden of dat orders niet kunnen worden uitgeleverd zoals besteld, om redenen die niets te maken hebben met de invoering van de nieuwe webshop en Navision. Ook is onbetwist gebleven dat Flore bestellingen ook per mail of per fax had kunnen insturen, hetgeen Flore (kennelijk) niet heeft gedaan.
16. Tegenover de hierboven samengevatte, gemotiveerde en onderbouwde betwisting van Gasa, had het op de weg van Flore gelegen om concrete feiten en omstandigheden te stellen en te onderbouwen, die eventueel na verder bewijs kunnen leiden tot de conclusie dat
als gevolg vande introductie van de nieuwe webshop Flore substantiële orders is misgelopen, waardoor zij schade heeft geleden. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Flore dat onvoldoende gedaan. Zij beperkt zich tot de stellingen dat (1) zij een significante omzetdaling heeft geleden en (2) dat zij problemen heeft ervaren bij de lancering van de nieuwe webshop, maar Flore toont onvoldoende aan dat er een verband bestaat tussen deze twee stellingen en de door haar gestelde schade.
17. Nu Gasa diverse andere mogelijke redenen heeft aangedragen voor de omzetdaling, terwijl die redenen door Flore onvoldoende (gemotiveerd) zijn weersproken, en zij haar stelling dat de omzetdaling is terug te voeren op de invoering van de nieuwe webshop niet (voldoende) met feitelijke bewijzende bescheiden heeft onderbouwd, moeten de vorderingen van Flore – wat daar verder ook van zij - worden afgewezen. Voor het zijdens Flore bepleite deskundigenonderzoek naar de omzetdaling van Flore ziet de kantonrechter geen aanleiding.

Beoordeling in reconventie

18. Gasa vordert in de eerste plaats, op grond van artikel 843a Rv, dat Flore alle administratie aan Gasa verstrekt op grond waarvan Gasa kan vaststellen welke kosten Flore daadwerkelijk heeft gemaakt voor de contractueel overeengekomen serviceprestatie van 9,75%.
19. Op verzoek van Gasa heeft Flore op 10 februari 2021 een overzicht van haar kosten overgelegd over de jaren 2017 tot en met 2019. Flore heeft bij antwoord in reconventie medegedeeld dat inmiddels ook de stukken over 2020 kunnen worden verstrekt. De stukken over 2016 zijn reeds gearchiveerd, maar kunnen worden verstrekt tegen een bedrag van € 1.600,00 aan archiveringskosten. Gasa heeft onvoldoende toegelicht wat zij – naast de reeds verstrekte en aangeboden gegevens – nog meer zou willen inzien. Ook is niet gesteld of gebleken dat Gasa na ontvangst van de stukken op 10 februari 2021 aan Flore heeft aangegeven dat zij meer of andere stukken verlangde en dat Flore aan dat verzoek niet heeft willen of kunnen voldoen. Daarmee heeft Gasa geen rechtmatig belang bij de gevorderde inzage. Reeds op die grond dient haar vordering te worden afgewezen.
20. Bovendien is de kantonrechter met Flore van oordeel dat niet is voldaan aan het door artikel 843a Rv gestelde vereiste dat sprake moet zijn van een vordering tot inzage in "bepaalde bescheiden". Daaronder moet worden verstaan bepaalde met name genoemde stukken. Daartoe is onvoldoende dat Gasa inzage vordert in ‘alle administratie op grond waarvan Gasa kan vaststellen welke kosten Flore daadwerkelijk heeft gemaakt voor de contractuele serviceprestatie.’
21. De gevorderde verklaring voor recht is evenmin toewijsbaar. Hetgeen waarover Gasa de verklaring voor recht vordert, is tussen partijen niet in geschil. Gasa heeft geen belang bij die vordering. Derhalve zullen ook de vorderingen van Gasa worden afgewezen.

De proceskosten in conventie en reconventie

22. Nu partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten in conventie en reconventie te compenseren.

BESLISSING

De kantonrechter:
In conventie:
wijst de vordering af.
In reconventie:
wijst de vordering af.
In conventie en in reconventie:
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.