Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de vennootschap naar buitenlands recht
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties;
- het instructievonnis, waarin een mondelinge behandeling van de zaak is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Het geschil in conventie
primair:een verklaring voor recht dat Gasa aan Flore verschuldigd is de provisie in verband met alle door (of ten behoeve van) de klanten van Flore geplaatste orders – of deze nu zijn uitgevoerd of geannuleerd of niet – sinds 28 november 2019 tot en met de dag van de dagvaarding en dat Gasa deze provisie aan Flore dient te betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ingaande telkens 30 dagen na iedere maand waarop de commissie betrekking heeft tot de dag der algehele voldoening;
Het geschil in reconventie
- i) veroordeling van Flore om ex artikel 843a Rv aan Gasa alle administratie te verstrekken op grond waarvan Gasa kan vaststellen welke kosten Flore daadwerkelijk heeft gemaakt voor de contractuele serviceprestatie;
- ii) een verklaring voor recht dat Gasa aan Flore slechts de vergoeding serviceprestatie is verschuldigd voor daadwerkelijk door Flore gemaakte kosten voor aanvullende diensten zoals beschreven in de overeenkomst, tot een maximum van 9,75% van de omzet;
- iii) veroordeling van Flore in de proceskosten.
Beoordeling in conventie
daardoorde omzet van Flore over 2019 (voor een bedrag van € 240.000,-) en 2020 (€400.000,-) is gedaald. Immers, Gasa heeft aangevoerd dat al voor de implementatie van Navision de omzet van Flore fors terugliep en dat volgt ook uit de ingebrachte (onbetwiste) cijfers van Flore. Voorts zal het feit dat Flore in elk geval vanaf maart 2020 haar eigen winkels in Frankrijk niet meer liet beleveren door Gasa, een rol hebben gespeeld.
als gevolg vande introductie van de nieuwe webshop Flore substantiële orders is misgelopen, waardoor zij schade heeft geleden. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Flore dat onvoldoende gedaan. Zij beperkt zich tot de stellingen dat (1) zij een significante omzetdaling heeft geleden en (2) dat zij problemen heeft ervaren bij de lancering van de nieuwe webshop, maar Flore toont onvoldoende aan dat er een verband bestaat tussen deze twee stellingen en de door haar gestelde schade.