Uitspraak
locatie Amsterdam, hierna te noemen: de Raad.
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van 18 oktober 2021 van de vader;
- het verweerschrift tevens houdende zelfstandige verzoeken van de zijde van de moeder van
- het F9 formulier van 24 januari 2022 van de zijde van de vader;
- de brief van 27 januari 2022 van mr. N. Groen;
- de brief van 28 januari 2022 van mr. T.C. ten Rouwelaar-Hoogland;
- de reactie verweer en aanvulling verzoeken van de zijde van de vader met bijlagen ingekomen ter griffie op 16 maart 2022;
- de brief van mr. N. Groen van 17 maart 2022;
- de brief met wijziging c.q. aanvulling van de verzoeken van mr. N. Groen van 21 maart 2022, met bijlagen.
2.De feiten
hoardingen daarmee samenhangende gevaren voor minderjarige kinderen, danwel de Raad te belasten om onderzoek hiernaar te doen en deskundigen op dit gebied te raadplegen, waarna over de consequenties voor het welzijn van [minderjarige] advies kan worden gegeven aan de rechtbank. Tenslotte verzoekt de vader de rechtbank een (voorlopige) regeling tussen partijen vast te stellen conform de inhoud van het ouderschapsplan (versie augustus 2021), met uitzondering van de artikelen 1 tot en met 4 en de artikelen van het ouderschapsplan met betrekking tot het gezag, alsmede te bepalen dat gezagsbeslissing is dat [minderjarige] naar de basisschool [naam school 1] zal (blijven) gaan, de moeder aan de vader maandelijks een bedrag zal overmaken van € 600,-- ten behoeve van het levensonderhoud van [minderjarige] , welk bedrag jaarlijks dient te worden vermeerderd met de geldende wettelijke indexering, en voor wat betreft de definitieve verdeling van de zorg- en opvoedtaken een definitief oordeel zal worden opgeschort totdat de resultaten van het onderzoek zoals hiervoor zijn beschreven bekend zijn.
hoarding. Volgens de vader is als gevolg hiervan in de echtelijke woning een onleefbare situatie ontstaan en gevaar voor [minderjarige] . Na tientallen pogingen van de vader om hierover met de moeder te praten heeft de moeder contact opgenomen met de GGD. De GGD heeft na een huisbezoek vastgesteld dat de aangetroffen situatie gevaarlijk was voor [minderjarige] . Partijen zijn in de afgelopen periode gestart met gesprekken bij een bemiddelaar. Er zijn wekenlang gesprekken gevoerd en afspraken gemaakt. Op het laatste moment heeft de moeder echter het opgestelde ouderschapsplan niet ondertekend, terwijl partijen al op diverse punten overeenstemming hadden bereikt. De moeder heeft uiteindelijk een eigen woning gehuurd aan de [adres] . Desondanks, weigerde de moeder om te vertrekken uit de echtelijke woning. Uiteindelijk heeft de vader de moeder op 30 juli 2021 gesommeerd om de woning te verlaten, waarbij de situatie is geëscaleerd en de politie ter plaatse is gekomen.
Libero da Familia’ af te geven aan de moeder binnen twee weken na afgifte van de beschikking, opdat beide partijen een geldig legitimatiebewijs hebben en [minderjarige] zich bij beide partijen kan legitimeren.
hoardinggeen hout snijden, juridisch niet zijn onderbouwd en dus moeten worden afgewezen. Mocht de rechtbank een onderzoek door de Raad nodig achten, werkt de moeder uiteraard mee, maar zij ziet geen aanleiding voor een onderzoek.
4.De beoordeling
- Is een wijziging in het gezag over [minderjarige] noodzakelijk?
- Bij wie van de ouders moet [minderjarige] zijn hoofdverblijfplaats krijgen?
- Welke mogelijkheden zijn er voor een zorgregeling ten aanzien van [minderjarige] en is er aanleiding om de huidige regeling te wijzigen? Hoe dient de regeling met betrekking tot de vakanties en feestdagen qua vorm en frequentie, in het belang van [minderjarige] vorm te worden gegeven?
- Wat is in het belang van [minderjarige] ten aanzien van een schoolkeuze?
- Is er voor de Raad, op basis van de bevindingen, reden om een ondertoezichtstelling te verzoeken?
- Zijn er andere feiten en omstandigheden die de rechtbank bij haar oordeel moet betrekken?
5.De beslissing
28 november 2022te berichten wat de stand van zaken is van het