Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
2.De feiten
juice channel. Zij presenteert op haar Instagram- en YouTube-account ‘ [accountnaam] ’ sappige roddels over bekende Nederlanders, door haar
juicegenoemd. Zij krijgt daarvoor tips van anonieme bronnen (‘spionnen’). [gedaagde] heeft honderdduizenden volgers.
Dat ging als volgt:
- Eng wijf bah…lekker afvallen met speed pillen (iomax)
- Iomax??
- [webpagina]
- Hoe weet je dat zij die pillen heeft gebruikt?
- Ik ken degene waar ze ze koopt
- Owwww
- Weet je zeker dat [eiseres] deze pillen heeft gekocht?
- Goedemorgen [gedaagde] …Ik weet niet of je Facebook gebruikt maar je kunt [verwijderde naam] daar benaderen evt die weet er ook meer van..
- Is hij de pillen dealer?
- Dit klopt zeker wel
- Heeft ze deze bij jou gekocht?
- Vanwaar deze vraag
- Denk half jaar
- Okay begrijp ik!
3.Het geschil
[naam zaak] [2] uitgemaakt dat het in strijd is met de informatievrijheid als een journalist wordt gedwongen zijn bron te onthullen tenzij zich een
'an overriding requirement in the public interest'voordoet. Daarvan is in dit geval geen sprake. [gedaagde] heeft zich dan ook terecht beroepen op het recht op bronbescherming. De vordering tot openbaarmaking van de bronnen zal daarom worden afgewezen.
Het belang van [gedaagde] is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden.
Het belang van [eiseres] is dat zij niet zo maar wordt blootgesteld aan verdachtmakingen en dat haar privacy (gewaarborgd in artikel 8 EVRM) niet onnodig wordt geschonden. Bij deze belangenafweging komen alle omstandigheden van het geval aan bod.
juice’ is wat zij brengt. [gedaagde] heeft de uitlatingen echter niet gebracht als roddels, maar heeft ze gepresenteerd als feit, waarvan zij zegt bewijs in handen te hebben (
“Ik heb bewijs van illegale afslankpillen genaamd Iomax”). Zij heeft ook geen voorbehoud gemaakt dat het om een gerucht zou gaan. Integendeel, nadat [eiseres] om een rectificatie had gevraagd heeft zij volgehouden dat ze bewijs heeft voor haar uitlatingen. Daarom heeft zij ook geweigerd de publicatie in een rectificatie ‘ongegrond’ te noemen. [gedaagde] zegt nu wel dat zij haar berichten met veel humor en een vette knipoog brengt, en dat het publiek haar uitlatingen dus met een korrel zout zal nemen, maar bij deze publicatie over [eiseres] blijkt daar niets van. De toon van haar bericht is eerder verontwaardigd (
“het is weer zo fucking schijnheilig voor de mensen die ook een maatje meer hebben en denken ik wil eigenlijk ook afvallen en ik zie [eiseres] die doet dat. Die gaat op een paard zitten en valt zo 22 kilo af. Dat vind ik toch een beetje lullig dan, want ja je liegt dus eigenlijk wel.” “Welke halvegare gaat er nou pillen nemen die supergevaarlijk zijn voor je gezondheid. Waar je een hersenbloeding van kan krijgen. Spóór jij niet ofzo?”).
Na de publicatie heeft zij contact opgenomen met die bron, die haar verwees naar een tweede anonieme bron. Die tweede bron, die zij ook niet kent, zei een vriend te zijn van degene die de pillen aan [eiseres] zou hebben verkocht.
Het gaat dus uiteindelijk om twee haar verder onbekende anonieme bronnen, die verklaren over een derde persoon, over wie al helemaal niets bekend is. Dat is dus drie keer (bijna) niks. Hoe de twee bronnen met wie [gedaagde] heeft gesproken aan hun wetenschap zijn gekomen valt niet na te gaan en hun betrouwbaarheid kan al helemaal niet worden beoordeeld. Dit zijn dan ook geen serieuze aanwijzingen voor de juistheid van de beschuldiging.
De onderstaande rectificatie is passend. Tegen de geëiste vorm daarvan heeft [gedaagde] geen bezwaar gemaakt, zodat die zal worden aangehouden.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd.
1.016,00
5.De beslissing
RECTIFICATIE [eiseres]