ECLI:NL:RBAMS:2022:2370

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 april 2022
Publicatiedatum
2 mei 2022
Zaaknummer
C/13/708310 / FA RK 21-6361
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de geboorteakte en geslacht van een minderjarige met genderdysforie

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 april 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de wijziging van de geboorteakte van een minderjarige, die jonger is dan zestien jaar, en die zich identificeert als vrouw. De ouders van de minderjarige hebben verzocht om de wijziging van het geslacht in de geboorteakte van de minderjarige, die op 14 maart 2022 via een Skype-verbinding door de kinderrechter is gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige, die vijftien jaar oud is, al geruime tijd als meisje door het leven gaat en onder behandeling is voor genderdysforie. De ouders hebben aangevoerd dat de minderjarige sinds maart 2021 puberteitsremmers en sinds augustus 2021 hormonen krijgt, wat de transitie naar een vrouwelijk lichaam onomkeerbaar maakt. De rechtbank heeft geconstateerd dat de huidige wetgeving geen mogelijkheid biedt voor minderjarigen onder de zestien jaar om een wijziging van het geslacht op de geboorteakte te verzoeken, maar dat er maatschappelijke ontwikkelingen zijn die deze leemte in de wetgeving aan het licht brengen. De rechtbank heeft besloten om in deze zaak te anticiperen op een wetsvoorstel dat in behandeling is bij de Tweede Kamer, dat beoogt om het voor jongeren onder de zestien jaar mogelijk te maken om hun geslachtsregistratie te wijzigen. De rechtbank heeft het verzoek van de ouders toegewezen, ondanks dat de deskundigenverklaring niet afkomstig was van een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen deskundige. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minderjarige goed geïnformeerd is en dat de wens tot geslachtsverandering bestendig is. Daarnaast is ook het verzoek tot wijziging van de voornaam toegewezen, zodat de naam van de minderjarige in overeenstemming is met haar identiteit.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/708310 / FA RK 21-6361 (BV MW)
Beschikking van 13 april 2022 betreffende wijziging van de akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek
in de zaak van:
[verzoeker 1] ,
en
[verzoeker 2] ,
wonende te [woonplaats] (Spanje),
zijn verzoekers,
hierna te noemen: de ouders,
advocaat mr. K.S.M. Smienk te Utrecht,
Als belanghebbende is aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam,
hierna te noemen: de ambtenaar.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoek van de ouders, ingekomen op 7 oktober 2021;
- de brief van de ambtenaar van 28 januari 2022 en
- een F-9 formulier van de advocaat van de ouders van 2 november 2011, voorzien van aanvullende stukken.
1.2.
De minderjarige is vijftien jaar oud. De minderjarige is op 14 maart 2022 via een Skype-verbinding door de kinderrechter gehoord.
1.3.
De kinderrechter heeft na dit kindgesprek, met instemming van de advocaat van de ouders, besloten op de zaak op de stukken af te doen. De op 23 maart 2022 geplande mondeling behandeling is daarom niet doorgegaan.
1.4.
De datum van de beschikking is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Uit de overgelegde akte van geboorte van de gemeente Amsterdam met nummer [nummer] van het jaar 2007 blijkt dat op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] is geboren de minderjarige [minderjarige], kind van het mannelijk geslacht.
2.2.
De ouders zijn belast met de uitoefening van het gezag.
2.3.
De ouders en de minderjarige hebben de Nederlandse nationaliteit. Het gezin woont in [woonplaats] ( Spanje).

3.Het verzoek

3.1.
De ouders verzoeken dat de rechtbank de ambtenaar zal gelasten de geboorteakte van de minderjarige te wijzigen in die zin dat het geslacht van de minderjarige wordt gewijzigd in vrouw en de voornaam van de minderjarige wordt gewijzigd in [voornaam] .
3.2.
Ter onderbouwing van het verzoek voeren de ouders aan dat zij en de minderjarige er duurzaam van overtuigd zijn dat de minderjarige niet tot het mannelijk, maar tot het vrouwelijk geslacht behoort. De minderjarige is onder behandeling bij een endocrinoloog en psychiater in een specialistisch kinderziekenhuis voor transgenderzorg in Catalonië. De psychiater heeft de diagnose genderdysforie vastgesteld. De minderjarige krijgt sinds maart 2021 puberteitsremmers en sinds augustus 2021 ook hormonen. Dit betekent dat de minderjarige definitief aan een transitie naar een vrouwenlichaam is begonnen en dat deze transitie door het gebruik van hormonen niet teruggedraaid kan worden. Sinds januari 2021 gaat de minderjarige in het dagelijks leven door als meisje. De minderjarige identificeert zich met de voornaam [voornaam] en ondervindt er hinder van dat deze voornaam niet op haar officiële documenten staat. Bijvoorbeeld bij het reizen naar Nederland, wat de minderjarige en haar ouders regelmatig doen, roept het tonen van haar paspoort bij de douane vaak vragen op, omdat de minderjarige als ‘man’ in het paspoort staat, terwijl zij er heel vrouwelijk uitziet. Ook het afnemen van een PCR-test of het moeten tonen van een schoolpas leveren voor de minderjarige ongemakkelijke situaties op.
3.3.
Omdat de minderjarige nog geen zestien jaar is kan deze de ambtenaar niet zelf verzoeken het geslacht en voornaam te wijzigen.

4.Het standpunt van de ambtenaar

4.1.
De ambtenaar kan geen inhoudelijk oordeel geven over het verzoek. In het geval de rechtbank het verzoek zou toewijzen, zal de ambtenaar een latere vermelding aan de geboorteakte toevoegen waarin de wijziging van het geslacht en de wijziging van de voornaam zijn opgenomen.

5.De beoordeling

5.1.
De Nederlandse rechter is op grond van artikel 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegd om van de verzoeken kennis te nemen. De ambtenaar, die belanghebbende is bij het verzoek, is immers in Nederland gevestigd en de zaak is ook anderszins voldoende verbonden met de Nederlandse rechtssfeer.
Geslachtswijziging
5.2.
Artikel 1:28 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) bepaalt, voor zover hier van belang, dat iedere Nederlander van zestien jaar of ouder die de overtuiging heeft tot het andere geslacht te behoren dan is vermeld in de akte van geboorte, van die overtuiging aangifte kan doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand onder wie de desbetreffende akte berust.
5.3.
het vierde lid van dit artikel is bepaald dat de minderjarige van zestien jaar of ouder is bekwaam tot het doen van de in het eerste lid bedoelde aangifte ten behoeve van zichzelf, alsmede om ter zake in en buiten rechte op te treden.
5.4.
Artikel 1:28 a lid 1 BW bepaalt dat bij de aangifte wordt overgelegd een verklaring van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen deskundige, afgegeven ten hoogste zes maanden voor de datum van de aangifte.
5.5.
In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat de deskundigenverklaring vermeldt dat degene op wie de aangifte betrekking heeft jegens de deskundige heeft verklaard de overtuiging te hebben tot het andere geslacht te behoren dan is vermeld in zijn akte van geboorte en jegens de deskundige er blijk van heeft gegeven diens voorlichting omtrent de reikwijdte en de betekenis van deze staat te hebben begrepen en de wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte weloverwogen te blijven wensen. De deskundige geeft de verklaring niet af indien hij gegronde reden heeft om aan de gegrondheid van bedoelde overtuiging te twijfelen.
5.6.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen de minderjarige in het kindgesprek naar voren heeft gebracht, is gebleken dat de minderjarige als jongen is geboren, maar al op jonge leeftijd heeft ervaren tot het andere geslacht te behoren. Bij de minderjarige is de diagnose genderdysforie vastgesteld, zo blijkt uit de verklaring van de psychiater van het Sant Joan de Déu ziekenhuis in Barcelona van 28 september 2021. De minderjarige identificeert zich al lang als een meisje en heeft een sterke wens om van geslacht te veranderen. De minderjarige gaat sinds ruim een jaar als meisje door het leven. De minderjarige krijgt sinds maart 2021 puberteitsremmers en sinds juli 2021, zo blijkt uit de overgelegde verklaring van de kinderendocrinoloog van dit ziekenhuis van 8 oktober 2021, ook vrouwelijke hormonen.
5.7.
De rechtbank stelt vast dat de huidige wettelijke regeling geen mogelijkheid biedt voor kinderen jonger dan 16 jaar om een wijziging van het geslacht op de geboorteakte te vragen bij de rechtbank. De maatschappelijke opvattingen over dit onderwerp zijn echter de laatste jaren sterk in ontwikkeling en dit leidt ook tot ontwikkelingen in de wetgeving. Uit een publicatie van 11 april 2019 [1] , blijkt dat Minister Dekker van Justitie en Veiligheid de leeftijdsbepaling van 16 jaar belemmerend acht. Hij heeft op 10 april 2019 aan de Tweede Kamer bericht dat het ook mogelijk moet worden voor jongeren onder de 16 jaar via een verzoek aan de rechter te komen tot een wijziging van de geslachtsregistratie indien dit in het belang van de minderjarige is. Op 4 mei 2021 is een wetsvoorstel gepubliceerd (vergaderjaar 2020-2021, kamerstuk 35825, nr. 2), waarin wordt voorgesteld om het voor kinderen jonger dan zestien jaar mogelijk te maken om hun geslachtsregistratie te wijzigen via een verzoek aan de rechtbank. In de voorgestelde procedure kan het kind, vertegenwoordigd door zijn wettelijke vertegenwoordiger, aangeven waarom het een wijziging van zijn geslachtsregistratie verzoekt. Met deze wijziging vervalt ook de noodzaak van een deskundigenverklaring. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is toegelicht dat de huidige deskundigenverklaring in de wet is opgenomen om te vermijden dat een wijziging van de geslachtsregistratie berust op een opwelling of waanvoorstelling en om identiteitsfraude te voorkomen. Gelet op de bezwaren van betrokkenen tegen de deskundigenverklaring en de twijfel bij deskundigen over de waarde van een dergelijke verklaring, is beoordeeld of, en zo ja, op welke andere wijze een zorgvuldig proces kan worden gewaarborgd.
Het wetsvoorstel is momenteel nog in behandeling bij de Tweede Kamer. Het gewijzigd amendement, gepubliceerd op 18-3-2022, vergaderjaar 2021-2022, kamerstuk 35825, nr. 12, voorziet zelfs in een verdergaande wijziging waardoor het ook voor personen jonger dan zestien jaar mogelijk wordt om zonder tussenkomst van de rechter de geslachtsregistratie te wijzigen.
5.8.
De rechtbank stelt vast dat de minderjarige 15 jaar is en in het kindgesprek heeft laten zien heel goed in staat te zijn om de gevolgen van het verzoek te overzien. De overtuiging van de minderjarige tot een ander geslacht te behoren dan in de akte van geboorte is vermeld is in dit geval heel weloverwogen en bestendig en de ouders ondersteunen de wens van de minderjarige tot geslachtswijziging volledig. Deze wens heeft zich vanaf jonge leeftijd gemanifesteerd en inmiddels is komen vast te staan dat het proces van geslachtsverandering bij de minderjarige door toediening hormonen onomkeerbaar is. Dit blijkt ook uit de voornoemde verklaring van de kinderendocrinoloog van 8 oktober 2021. Voor de minderjarige is er op dit moment geen mogelijkheid om, middels een verzoek van de ouders, een wijziging van de registratie van het geslacht te verzoeken. Dit wordt naar de huidige maatschappelijke opvattingen gezien als een leemte in de wetgeving. Met het nieuwe wetsvoorstel wordt beoogd om deze leemte op te vullen. De rechtbank ziet daarin aanleiding om in deze zaak te anticiperen op dit wetsvoorstel.
5.9.
Het feit dat niet is voldaan aan het formele vereiste van artikel 1:28a BW, omdat de overgelegde deskundigenverklaring niet afkomstig is van een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen deskundige, leidt in dit geval niet tot afwijzing van het verzoek. Voor de rechtbank is daarbij van belang dat wel sprake is van een verklaring van een op dit terrein deskundige psychiater en een kinderendocrinoloog, waaruit blijkt dat bij de minderjarige sprake is van genderdysforie en een wens tot geslachtsverandering die bestendig is en dat de minderjarige goed geïnformeerd is. Inhoudelijk is daarmee voldaan aan de waarborg van zorgvuldigheid die de eis van een deskundigenverklaring beoogt te bieden. Dit sluit ook aan bij de achterliggende gedachte van het nieuwe wetsvoorstel, waarin de eis van een deskundigenverklaring is komen te vervallen. Bovendien zou in dit geval het onverkort vasthouden aan die eis betekenen dat de minderjarige zich alsnog in Nederland onder behandeling zou moeten stellen van een deskundige zoals genoemd in artikel 1:28a BW, terwijl zij in Spanje woont en daar onder behandeling is. Dit kan in redelijkheid niet van de minderjarige worden gevergd.
5.10.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het verzoek van de ouders als wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarige kan worden toegewezen.
Voornaamswijziging
5.11.
Artikel 4 lid 4 BW bepaalt, voor zover hier van belang, dat wijziging van de voornamen op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger kan worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 20a, eerste lid.
5.12.
De minderjarige gebruikt sinds november 2020 de voornaam [voornaam] , maar wordt door alle officiële instanties aangeschreven met de voornaam [minderjarige] . De minderjarige ondervindt hier veel psychische problemen van, met name bij het tonen van het paspoort. De voornaam [minderjarige] wordt niet meer gebruikt in de omgeving van de minderjarige en zij wordt door haar omgeving als [voornaam] geaccepteerd. Dit sluit aan bij hoe de minderjarige zich voelt en identificeert.
5.13.
De rechtbank is van oordeel dat nu het verzoek tot wijziging van de geslachtstaanduiding op de geboorteakte wordt toegewezen, ook het verzoek tot voornaamswijziging voor toewijzing vatbaar is. De rechtbank vindt het in het belang van de minderjarige, dat ook de naam van de minderjarige in overeenstemming moet zijn met het gevoel van de minderjarige. De aangevoerde gronden zijn voldoende gewichtig en redenen van openbaar belang verzetten zich niet tegen de verzochte wijziging.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam aan de akte van geboorte onder nummer [nummer] van het jaar 2007 de latere vermelding toe te voegen van de wijziging van:
- het geslacht, in die zin dat wordt vermeld dat de minderjarige van het vrouwelijk geslacht is;
- de voornaam “ [minderjarige] ” in “ [voornaam] ”;
6.2.
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking -en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld- een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de Gemeente Amsterdam.
Deze beschikking is gegeven door mr. B. de Vos, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M.W. van der Weel, griffier, op 13 april 2022. [2]

Voetnoten

1.Publicatie van 11 april 2019 van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, vergaderjaar 2018-2019 met nummer 27859 nr. 133
2.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).