Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
Bijna dagelijks bevindt [eiser] zich geruime tijd op het dak tussen zijn en mijn woning. Dit dak ligt (…), naast en met direct zicht op mijn tegenover gelegen slaapkamer en werkkamer. Tijdens zijn verblijf op dit dak voert [eiser] luide conversaties die tot diep in mijn woning woord voor woord zijn te verstaan. (…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
De gevorderde verboden vormen een inbreuk op het recht van [gedaagde] om vrijelijk te communiceren en op zijn recht om te gaan en staan waar hij wil in zijn woning. Wil deze ingrijpende maatregel toewijsbaar zijn dan moet sprake zijn van in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden die zo’n inbreuk kunnen rechtvaardigen. Voor toewijzing is verder vereist dat voldoende waarschijnlijk is dat de vorderingen door de bodemrechter zullen worden toegewezen.
Helaas is dat niet gelukt.