Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening;
- de incidentele conclusie van antwoord in conventie tevens incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening in reconventie tevens conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie;
- de incidentele conclusie van antwoord in recoventie.
2.De feiten voor zover relevant in het incident
3.Het geschil
primairde vrouw te veroordelen tot het geven van de opdracht aan de notaris (productie 1) tot het overmaken van een bedrag van € 196.076,- aan de man alsmede de helft van het bedrag dat onder de notaris resteert na aftrek van het bedrag van € 196.076,- en na aftrek van de negatieve rente, bij gebreke waarvan de vrouw aan de man een dwangsom verbeurt van € 5.000,- voor iedere dag dat daaraan niet is voldaan na betekening van dit vonnis dan wel bij gebreke waarvan dit vonnis in de plaatst treedt van de wilsverklaring en handtekening van de vrouw;
subsidiairde vrouw te veroordelen tot het betalen van een bedrag van € 196.076,- en van € 27.651,58 aan de man;
meer subsidiaireen door de rechtbank te bepalen voorziening te treffen dan wel een zodanige beslissing te nemen als de rechtbank vermeent te behoren;
voorschotbetalingaan de vrouw van € 50.000,- binnen één week na dit vonnis;
4.De beoordeling in het incident in conventie en in reconventie
Eerder stelde u voor dat u en ik bij elkaar gaan zitten om de lijsten en bewijsstukken over en weer door te nemen. Mijn voorstel is dat wij dit binnenkort daadwerkelijk gaan doen. Dat kan desgewenst op mijn kantoor. Graag hoor ik van u wanneer u dat zou schikken.”
5.De beslissing
29 juni 2022voor conclusie van antwoord in reconventie.