ECLI:NL:RBAMS:2022:2716

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 mei 2022
Publicatiedatum
19 mei 2022
Zaaknummer
8654001 CV EXPL 20-12947
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een vordering tot betaling in een consumentenovereenkomst met ambtshalve toetsing van informatieplichten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de naamloze vennootschap Energiewacht N.V. als eiseres en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres heeft bij dagvaarding van 29 juni 2020 een bedrag van € 345,26 gevorderd, met nevenvorderingen. De gedaagde heeft geen uitstel verzocht en heeft niet gereageerd op de dagvaarding, waardoor verstek is verleend. De overeenkomst die centraal staat in deze procedure is gesloten tussen een handelaar en de gedaagde als consument. Dit brengt met zich mee dat ambtshalve moet worden onderzocht of de bedingen in de overeenkomst eerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG en of de handelaar bepaalde informatieplichten heeft nageleefd, mits de overeenkomst na 13 juni 2014 tot stand is gekomen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst is gesloten voor de inwerkingtreding van Afdeling 2B van Titel 5 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Hierdoor is ambtshalve toetsing van de informatieplichten niet aan de orde. Daarnaast is vastgesteld dat de vordering van de eiseres niet is gebaseerd op bedingen die als oneerlijk kunnen worden beschouwd volgens de richtlijn over oneerlijke bedingen. Gelet op deze overwegingen komt de vordering niet onrechtmatig of ongegrond voor en kan deze worden toegewezen.

In de beslissing heeft de kantonrechter de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 295,84 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente, en bijkomende kosten, waaronder buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8654001 CV EXPL 20-12947
vonnis van: 17 mei 2022
fno.: 991

vonnis van de kantonrechter

i n z a k e

de naamloze vennootschap Energiewacht N.V.

gevestigd te Assen
eiseres
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders (Groningen)
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
niet verschenen

Verloop van de procedure

Bij dagvaarding van 29 juni 2020 heeft eiseres gevorderd een bedrag van € 345,26 met nevenvorderingen, zoals nader in die dagvaarding omschreven.
Gedaagde heeft geen uitstel verzocht en evenmin uiterlijk op de in de dagvaarding vermelde terechtzitting geantwoord. Tegen gedaagde is verstek verleend. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

Gronden van de beslissing

De overeenkomst die in deze procedure centraal staat is gesloten tussen een handelaar en (gedaagde als) een consument. In dat geval moet ambtshalve worden onderzocht of de bedingen die in die overeenkomst staan eerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG. Ook moet ambtshalve worden onderzocht of de handelaar bepaalde informatieplichten heeft nageleefd indien de overeenkomst tot stand is gekomen op of na 13 juni 2014.
Vastgesteld wordt dat de overeenkomst tot stand is gekomen voor de inwerkingtreding van Afdeling 2B van Titel 5 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Ambtshalve toetsing van informatieplichten is daarom niet aan de orde.
Voorts wordt vastgesteld dat de vordering van eiseres niet is gebaseerd op bedingen die als oneerlijk in de zin van de richtlijn oneerlijke bedingen zijn te beschouwen.
Mede gelet op het voorgaande, komt de vordering niet onrechtmatig of ongegrond voor en kan deze worden toegewezen.

Beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van:
- € 295,84 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 23 juni 2020 tot de dag van de voldoening;
- € 44,38 aan buitengerechtelijke kosten;
- € 5,04 aan wettelijke rente, berekend tot 23 juni 2020;
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van eiseres begroot op € 124,00 aan griffierecht, € 86,85 aan explootkosten en € 75,00 aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt gedaagde in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 18,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.J. Ros, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.