Uitspraak
regio Amsterdam,
locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de Raad.
in haar haar hoedanigheid van bijzondere curator over na te noemen minderjarige,
hierna te noemen de bijzondere curator,
als advocaat voor zichzelf verschijnende
Rechtbank Amsterdam
Op 18 mei 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van een verzoeker zonder vaste woon- of verblijfplaats, hierna te noemen de man, die vervangende toestemming vroeg voor de erkenning van zijn minderjarige kind. De man werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.S. Bodha. De verwerende partijen waren de moeder van het kind, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M. Mungroop, en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI). De Raad voor de Kinderbescherming was ook betrokken als belanghebbende in deze procedure.
De rechtbank heeft kennisgenomen van eerdere beschikkingen en rapporten, waaronder een advies van de Raad voor de Kinderbescherming. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 april 2022 zijn verschillende partijen verschenen, waaronder de vader, de moeder, de bijzondere curator en vertegenwoordigers van de Raad en de GI. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader de verwekker is van het kind en dat er geen bezwaar is tegen de erkenning van het kind. De Raad heeft aangegeven dat het in het belang van het kind is om de familierechtelijke relatie vast te stellen.
De rechtbank heeft de vader toestemming verleend om zijn kind te erkennen, met inachtneming van de belangen van het kind en de betrokken partijen. De rechtbank heeft ook benadrukt dat de GI een stappenplan moet opstellen om de omgang tussen de vader en het kind te bevorderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. L. van der Heijden, rechter, in aanwezigheid van mr. I.M. van der Drift, griffier.