Uitspraak
1.Inleiding
2.Onderzoekswensen in de zaak van verdachte [verdachte 1]
dat de Nederlandse rechercheurs en technici in het kader van het gemeenschappelijk onderzoeksteam een techniek ontwikkeld hebben waarmee de cryptografische elementen die op elke telefoon opgeslagen zijn die de applicatie SkyECC gebruikt kunnen worden verkregen”.
aangehouden.
14 juni 2022kan indienen, waarna mr. Nooijen uiterlijk
28 juni 2022kan reageren. Vervolgens zal op de volgende pro formazitting van 4 juli 2022 het debat hierover worden gevoerd waarna de rechtbank indien mogelijk zal beslissen.
aangehouden.
3.Onderzoekswensen in de zaak van verdachte [verdachte 2]
geen beslissingmeer behoeft.
- medeverdachte [verdachte 1] ;
- medeverdachte [verdachte 4] ;
- medeverdachte [medeverdachte 1] ;
- medeverdachte [medeverdachte 2] ;
- medeverdachte [verdachte 3] ;
- [getuige 1] ;
- [getuige 2] ;
- [getuige 3] ;
- [getuige 4] ;
- [getuige 5] ;
- [getuige 6] ;
- [getuige 7] ;
- [getuige 8] .
toegewezen. De rechtbank bepaalt dat de medeverdachten als getuige zullen worden gehoord door de rechter-commissaris.
toegewezen. De rechtbank verwijst de zaak ook hiervoor naar de rechter-commissaris, maar bepaalt dat het ten aanzien van getuigen [getuige 3] en [getuige 4] aan de rechter-commissaris wordt gelaten om het verhoor te delegeren aan de politie.
afgewezen. Uit de onderbouwing van het verzoek door de raadsman begrijpt de rechtbank dat de verdediging een alternatief scenario wil schetsen waarbij de getuige de gebruiker van het EncroChat-account, dat door het OM aan verdachte wordt toegeschreven, zou zijn en dus de mogelijke dader. De rechtbank overweegt dat het dossier geen enkel aanknopingspunt biedt om te veronderstellen dat de broer van verdachte de gebruiker van het account zou zijn. Het verdedigingsbelang bij het horen van deze getuige is – in het licht van de gegeven onderbouwing –naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd.
afgewezen. [getuige 6] is niet gehoord. Hij komt weliswaar voor in zaakdossier 3, waarin verdachte ook voorkomt, maar het dossier bevat verder geen aanwijzingen voor een link tussen beiden. In het licht van de gegeven onderbouwing vindt de rechtbank onvoldoende gemotiveerd wat het belang van de verdediging is om deze persoon als getuige te horen in de zaak van verdachte.
afgewezen. Zij heeft geen belastende verklaring jegens verdachte afgelegd. De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is onderbouwd dat zij uit eigen wetenschap iets zou kunnen verklaren dat relevant kan zijn voor enig te nemen beslissing in de strafzaak van verdachte. Het dossier bevat immers geen enkel aanknopingspunt om te veronderstellen dat zij weet wie verdachte is.
4.Onderzoekswensen in de zaak van verdachte [verdachte 3]
afwijzen.
5.Onderzoekswensen in de zaak van verdachte [verdachte 4]
6.Conclusie
- houdthaar beslissing op de verzoeken opgenomen onder 2.1 en 2.2
aan; - bepaaltdat het Openbaar Ministerie het proces-verbaal over de Nederlandse betrokkenheid bij de ontwikkeling van de interceptietool, het begeleidend schrijven van de 26Argus officieren van justitie met daarbij gevoegd de relevante en beschikbare Franse machtigingen en de nadere toelichting op het door mr. Nooijen ingebrachte stuk
uiterlijk 14 juni 2022zal indienen en
bepaaltdat mr. Nooijen
uiterlijk 28 juni 2022een schriftelijke reactie zal indienen; - neemtop het verzoek onder 3.2.1
geen beslissing; - wijst toehet verzoek onder 3.2.2 tot het horen als getuigen:
- medeverdachte [verdachte 1] ;
- medeverdachte [verdachte 4] ;
- medeverdachte [medeverdachte 1] ;
- medeverdachte [medeverdachte 2] ;
- medeverdachte [verdachte 3] ;
- [getuige 3] , geboren op 13 oktober 1995 (thans gedetineerd);
- [getuige 4] , geboren op 26 februari 1975 (adres onbekend);
- [getuige 7] , geboren op 17 november 1948 (blijkens het dossier laatst bekende verblijfplaats in Curaçao); - wijst afhet verzoek onder 3.2.2 tot het horen als getuigen:
- [getuige 5] ;
- [getuige 6] ;
- [getuige 8] ; - beslist ambtshalvedat het Openbaar Ministerie stukken uit dossier [naam dossier 2] dient te voegen aan zaaksdossier 5 van procesdossier 26Zenne, te weten het proces-verbaal van de melding bij de politie door [getuige 8] en het proces-verbaal van het stopgesprek met [verdachte 1] .
- wijst afhet verzoek onder 4 ten aanzien van de stukken van EncroChat;
- wijst afhet verzoek onder 5.1.