Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
2.[gedaagde 2] ,
3.[gedaagde 3] ,
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 1 Inleiding
3.Het geschil
4.De beoordeling
offlineen niet meer te beluisteren. Er was (en is) dus geen sprake meer van enige inbreuk.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 januari 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure over een auteursrechtelijke inbreuk. Eiser, een professioneel [beroep 1] en [beroep 2], heeft een stemfragment ingesproken dat door gedaagde 4, een muziekgroep, zonder toestemming is gebruikt in hun muzieknummer. Eiser stelt dat zijn stemfragment moet worden aangemerkt als een werk in de zin van de Auteurswet, omdat het een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Gedaagde 1, een van de leden van de muziekgroep, heeft het stemfragment ontvangen en afgespeeld, waarna het in het muzieknummer is opgenomen. Eiser heeft gedaagde 1 en de andere gedaagden gedagvaard en vorderde onder andere schadevergoeding en een verbod op het gebruik van zijn stemfragment.
De rechtbank oordeelt dat het stemfragment inderdaad als een auteursrechtelijk werk moet worden aangemerkt. Gedaagde 4 heeft onrechtmatig gehandeld door het stemfragment openbaar te maken zonder toestemming van eiser. Echter, er is een schikking tot stand gekomen tussen eiser en gedaagde 4, waarbij een schadevergoeding van € 5.000,- is betaald. De rechtbank oordeelt dat deze schikking ook van toepassing is op gedaagde 1, omdat hij ten tijde van de schikking nog vennoot was van gedaagde 4. Eiser heeft in de schikking afstand gedaan van verdere vorderingen, waardoor de rechtbank de overige vorderingen van eiser afwijst. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.