In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 19 januari 2022, gaat het om de terugvordering van zorg- en huurtoeslag door de Belastingdienst Toeslagen van eiseres, die in een schuldsaneringstraject zit. De zaak betreft de besluiten van de Belastingdienst om de toeslagen voor het jaar 2019 vast te stellen en om eerder ontvangen toeslagen terug te vorderen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de rechtbank verklaart het beroep tegen de bestreden besluiten niet-ontvankelijk en het beroep tegen het wijzigingsbesluit ongegrond. De rechtbank oordeelt dat de terugvordering terecht is, ondanks de argumenten van eiseres dat de terugvordering in strijd is met het legaliteitsbeginsel en dat er dringende redenen zijn om van de terugvordering af te zien. De rechtbank stelt vast dat de Belastingdienst de meldingen in de basisregistratie inkomen (BRI) heeft gevolgd en dat de terugvorderingen zijn gebaseerd op de juiste inkomensgegevens. Eiseres heeft niet aangetoond dat de terugvordering onterecht is, en de rechtbank wijst erop dat de fouten van de belastinginspecteur niet voor rekening van de Belastingdienst komen. De rechtbank draagt de Belastingdienst op om het griffierecht en de proceskosten aan eiseres te vergoeden.