Op 3 mei 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de District Court in Rzeszów, Polen. De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 1 juli 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1988, was aanwezig via een videoverbinding tijdens de zitting op 10 augustus 2021, waar hij werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. E. Kolokatsi. De rechtbank heeft het onderzoek op 24 augustus 2021 geschorst in afwachting van prejudiciële vragen over de rechtsstaat in Polen. Op 3 mei 2022 werd de behandeling hervat, maar de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw waren niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct was en dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Aangezien de uitvaardigende autoriteit het EAB had ingetrokken, heeft de officier van justitie gevorderd niet-ontvankelijk te worden verklaard. De rechtbank heeft dit standpunt overgenomen en de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot behandeling van het EAB. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Vegter, voorzitter, en mrs. J.A.A.G. de Vries en R. Godthelp, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. M.A. Dijk. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.